woensdag 6 oktober 2010

Twee

Na drie lange maanden bevond ik mij terloops opnieuw op Londense bodem. Een kwartaal lang had ik gesmacht naar mijn oude stad, had ik mij verwonderd over ontwikkelingen die mij in deze periode boven het hoofd zijn gegaan. Zo zag ik al snel de Burgemeester Boris Barclay's Bicycles, die het straatbeeld verwonderlijk sterk hadden aangetast. Tevens nam ik kennis van het nieuwe Labour, dat met Ed New Generation Milliband links Engeland deze week een illusie rijker heeft gemaakt. Wat kon ik verwachten, Londen anno september 2010? Was het mijn stad nog wel? Is het überhaupt wel gepast dat de standplaatsloze Londenaar uw vanaf een oude zeepkist toeroept? Verdient hij die Londen de rug toekeert het wel om opnieuw in haar boezem te worden opgenomen?

Mijn zorgen bleken ongegrond. Als er dan toch iets veranderd moest zijn, was het wel de enorme druk die van mijn schouders gevallen leek te zijn. Voor de eerste maal betrad ik de hoofdstad als een bezoeker die de druk van duizend dingen doen niet hoeft te voelen, die de stad gedwee op zich in kan laten werken. In alle rust koos ik een aantal culturele uitstapjes waar ik tot dan toe nog geen kans toe had gezien - Churchills bunker en het Museum of London - maar genieten deed ik toch ook voornamelijk van het stadse gedruis en de diversiteit die voor mij als inwoner van Londen zo vertrouwd werden.

Van de zwartgeblakerde tegeltjes uit Pudding Lane en het dodenmasker van Cromwell, tentoongesteld in de MOL, tot het bordje dat gebood niet te fluiten in de gangen van Winstons krappe hoofdkwartier, begaf ik mij richting de manier waarop Londen eigenlijk ervaren dient te worden. Niks Parijs, Londen is de stad der stelletjes, getweeën te genieten. Een bezoek aan de bios in cultureel walhalla de Barbican, een kek Italiaans restaurantje in de City en vele Fish & Chips in onbekende pubs bleken dan ook tot de ware hoogtepunten te behoren. Nee, dan de laatste avond, waar dit stel onverhoopt verbaal gebombardeerd werd door een oude London Cabbie, die, onder de belofte ons thans de hele avond 'up' te 'ginnen', ons nog maar eens duidelijk maakte van de tijdloosheid van deze metropoolse luchtbel. Waar je met zijn tweetjes nog fijner in kan verdwijnen dat ik in mijn eentje ooit heb kunnen doen.

vrijdag 16 juli 2010

Londenloos

Ik geef het toe: uw roeper is de afgelopen maanden wel erg stilletjes geworden. Na een hectische laatste maand in hartje zuid-Londen zag ik mij genoodzaakt om terug te keren naar het Hollandse vaderland, waar ik door verhuizingen, verkiezingen en wereldbekers maar weinig kans zag om deze blog in goede orde af te sluiten.

Het waren twaalf bijzondere maanden. Ik was er al voor gewaarschuwd, maar de Londenaar die de stad achter zich laat heeft al snel te kampen met dat knagende gevoel, dat niets kan tippen aan de Stad der Steden. Om die reden kan ik ook met zekerheid stellen dat ik de metropool enkel voorlopig de rug toe heb gekeerd.

Nu is u roeper slim geweest. Op gewiekste wijze heeft zij namelijk - op het nippertje - een Londenaar aan de haak weten te slaan. Om die reden gaat er de komende tijd nog regelmatig uit Londen geroept worden. Tot die tijd wijs ik u echter op een nieuwe blog, die deze regepatriërde anglofiel tracht te vullen met Britse dwaasheden in het Hollandse. Stay tuned.

donderdag 27 mei 2010

Pruik

Was ik een aantal dagen geleden nog even in Shakespearean Engeland, gisteren bevond ik mij zowaar midden in de pruikentijd. Een Nederlandse, rechtsgeleerde vriendin en ik hadden reeds enkele maanden de intentie om eens een kijkje te nemen bij een Britse rechtszaak. Hierbij konden we natuurlijk niet voorbij aan the Old Bailey, tegenwoordig officieel het Central Criminal Court geheten. Sedert de middeleeuwen bevindt zich al een rechtsgebouw op deze plek, temidden de City of London, recht naast de nu verdwenen, beruchte Newgate-gevangenis.

Waar het parlement grotendeels ontoegankelijk blijft, is de gewone burger prima in staat om de Britse rechterlijke macht lastig te vallen. Na een kleine controle, waarbij telefoon en camera ingeleverd dienden te worden, konden we zo een strafproces inlopen. Zelfs de juridische leek beleefde een ware cultuurshock. Een dozijn advocaten, elk uitgedost met gewaad en ongemakkelijk uitziende pruik, luisterde twee uur lang aandachtig naar de bepruikte rechter, die op zeer toegankelijke wijze een ingewikkelde strafzaak uitlegde aan de jury aan zijn rechterhand. Langzaam en geleidelijk kwamen we meer te weten over de negen verdachten die achter een ruitje in the dock zaten. Een verjaardagsfeestje van een zestienjarig meisje was overvallen door een bende, die onder de woorden Black Mafia op de ramen bonkten en de deur inbeukten. Hierna werd een jongeman aangevallen, waarbij hij met een baksteen werd geslagen en een flinke meswond aan zijn keel opliep. De verdachten waren met name aangewezen door een getuige met banden met een andere gang, die ervoor koos om anoniem te blijven.

We hadden het goed getimed. Het proces was al weken bezig, maar we vielen middenin de samenvatting van het bewijs en de getuigeverslagen die de rechter aan de jury verschafte. Dit samenraapsel van 'de gewone man' werkte eigenlijk nog veel meer vervreemdend dan de zee van pruiken die we voor ons zagen. Gemakkelijk te begrijpen was de rechtzaak zeker, de schuldvraag moest immer door een gewoon slag mensen beantwoord kunnen worden. Toch voelde ik me niet gemakkelijk bij de wat knullige omschrijving van een delict met zulke complexe verwikkelingen. Het leek in ieder geval wel te passen bij de Britse neiging om alle details van strafzaken openbaar te maken. Er kleeft iets engs aan een maatschappelijke eis om kennis, met name als het draait om de levens van zowel slachtoffers als daders. Een anglofiel blijf ik, maar een jurysysteem zal ik nooit begrijpen. Dan mogen die pruiken wat mij betreft wel blijven.

http://www.bexleytimes.co.uk/content/bexley/times/news/story.aspx?brand=BXYOnline&category=news&tBrand=northlondon24&tCategory=newsbxy&itemid=WeED15%20Apr%202010%2010%3A28%3A23%3A667

woensdag 19 mei 2010

Globe

De geschiedenis van Londen is immer aanwezig. Negentiende-eeuwse vernieuwingsdrang en Duitse vernielzucht ten spijt, de Londenaar ademt de historie van de stad. En indien de verbeelding niet sterk genoeg is om de drang naar het verleden te sussen, daar wordt het Londen van weleer kunstmatig tot leven gewekt. Het beste voorbeeld van deze neiging staat naast Tate Modern aan de Thames, een aantal honderd meter van het origineel, waarbinnen vierhonderd jaar geleden de Londenaars dagelijks werden vermaakt. Ik heb het natuurlijk over the Globe, het zeventiende-eeuwse Shakesperiaanse theater dat volgens de originele tekeningen tot in de details in nagebouwd, en in 1997 haar deuren opende.

Als tourist en student had ik al eens een bezoekje gebracht aan deze bijzondere constructie. Ik had echter nog nooit de kans gehad om ook daadwerkelijk een theatervoorstelling te bezoeken. De cynicus hoont wellicht zij die het verleden tot in de de puntjes trachten na te bootsen, maar in de wereld van het theater is werkelijk alles geoorloofd. Je hoeft dan ook enkel maar een paar ingrediënten te verschaffen - een nep vroegmodern theater en een paar dolle kostuums - en het lijkt wel alsof de rest van de wereld even meedoet, even meeduikt in het verleden. Een vogel die het openluchttheater invliegt en zich brutaal voor een aantal toeschouwers nestelt. Een druppeltje regen dat zowel op publiek als op spelers valt. Zelfs de herrie van overscherende vliegtuigen lijkt onder een dramatische monoloog van Macbeth te horen tot stadsgedruis anno 1602.

De productie is niet minder dan gruwelijk en bloederig te noemen. A gruesome production of a horrific play waarschuwen posters in en om de Globe. Dit weerhoudt een leerkracht van een hele klas 7- of 8 jarigen er niet van om haar roede het theater in te leiden, en te trakteren op 2,5 uur poetisch bloedvergieten. De Engelse houding ten opzichte van de jeugd in een notendop: theatrale sex, masturbatie en moord is kennelijk lang niet zo erg: scheldwoorden verpesten de onschuld van een kind pas echt.

Ondanks mijn verwondering over het publiek, was de opvoering van Shakespeare's meest macabere tragedie was een waar meesterwerk: bomvol symbolisme dat nog het meest deed denken aan de helse beelden van Hieronymus Bosch. Er werd hot en her muziek gespeeld, en acteurs waren tussen, onder, achter het publiek. De toeschouwers werden zowaar deel van het stuk, van die kunstmatige realiteit, die heel de Globe heel even deed proeven van het Londen van weleer. Of, liever gezegd, hoe Londenaars het Londen van toen graag zouden willen zien. Een ding werd me toch wel duidelijk. Als je gek bent op dit theaterland en haar inwoners, moet je toch ook wel een klein beetje leuk vinden om jezelf voor de gek te houden. Of je bent zoals de vogels, metaal of anderszins, en je vliegt ongestoord door.

maandag 17 mei 2010

The 'C' Word

De roeper is u een excuus verschuldigd. De afgelopen twee weken heeft zij namelijk als voltijd gids gefungeerd, waarbij verkiezingen en c-c-coalitievormingen in zowel het bruisende hart van de Britse democratie als het kalme Engelse platteland zijn gevolgd. Hier volgt dan echter toch een verslag van een aantal dagen dat als zeer uitzonderlijk de Britse geschiedenis in zal gaan. De eerste echt spannende verkiezingen sinds 1997 verliepen eigenlijk zoals iedereen had verwacht, maar zoals niemand dit had willen erkennen: geen partij zou ertoe in staat zijn om in haar eentje een meerderheidsregering te vormen.

De zesde mei brak dan eindelijk aan, en er zat wel degelijk iets speciaals 'in de lucht'. Een lange wandeling door de hoofdstad toonde ons menig polling station: soms, zoals in Westminister zelf, met een lange rij mensen ervoor, en soms, zoals in een sjieke Marylebone, eng en verlaten. De verdeeldheid onder de Britten was die dag dan ook haast al te voorspellen. Uw roeper was zelfs zo bevoorrecht dat zij zelf een stemkantoor van binnen heeft mogen aanschouwen, om vervolgens daadwerkelijk een zwart (rare Britten) potlood ter hand te nemen en een kruisje op papier te plaatsen. Dit betrof dan wel de gemeenteraadsverkiezingen in plaats van de lokale strijd voor de Tootingse parlementszetel, maar vooralsnog voelde ik me bevoorrecht dat ik tot op zekere hoogte deel mocht nemen aan het Britse democratische proces.

De traditionele verkiezingsavond moest toen nog beginnen. Al sinds jaar en dag is de statige televisieavond van de BBC vaste prik voor de meeste Britten. Dit jaar stond daar echter ook nog een humoristische versie tegenover van het over het algemeen averechte commerciële kanaal Channel 4. In dit huishouden werd er die avond dan ook driftig heen en weer gezapt. Een hoop gebakken lucht en een paar uur verder kwamen de eerste uitslagen pas binnen, en de lange zit tot de uiteindelijke uitslagen is dan ook enkel en alleen weggelegd voor de meest doorgewinterde politieke fanatici. Elke zetelwinst is voorzien van een klein toneelstukje: in het plaatselijke buurthuis staan alle kandidaten kaarsrecht naast elkaar op een amateuristisch podiumpje, elk voorzien van een protserige rozet in de eigen partijkleuren. Een onbekende official leest vervolgens de officiële uitslag op in aantal stemmen, waarbij de Member of Parliament officieel wordt benoemd voor de komende termijn. Deze vreemde constructie heeft tot gevolg dat wij als kijker live getuige van zijn dat een hooggeplaatste bestuurder na dertien jaar zijn baan verliest. De harde realiteit, persoonlijk gespeeld.

Pas na deze lange nacht, die duidelijk uitdraaide op een hung parliament, werd het werkelijk spannend. Het was duidelijk te zien hoe de traditionele reporters van BBC, Sky en ITV absoluut niet wisten wat ze aanmoesten met de situatie. Na ene verkiezingsavond horen er immers duidelijke winnaars en verliezers te zijn, waarna je vervolgens respectievelijk tranen en euforie kunt verslaan. Dat pers en natie vervolgens DRIE HELE DAGEN dienden te wachten totdat dan ook werkelijk duidelijk werd wie de komende tijd het land zou gaan regeren, werd dan ook helemaal als bespottelijk beschouwd. De tabloids waren pissig dat Brown nog een midweekje langer in 10 Downing Street vertoefde, en de serieuzere media deden hun beklag dat de onderhandelingen het land onnodig lang stuurloos en regeringsloos maakten. Het werd even bijzonder spannend toen het leek dat de Lib Dems alsnog toenadering zochten tot Labour, waarna links Engeland een dag lang verlekkerd droomde over een Progressive Alliance. Het bleek enkel een onderhandelingsmanoeuvre van de liberalen te zijn, en al gauw was David Cameron dan ook op weg naar Buckingham Palace.

Ik moet eerlijk bekennen dat de reactie van de Britten op de eerste coalitie sinds voor de Tweede Wereldoorlog me danig is tegengevallen. En dan heb ik het niet alleen over de media, die te pas en te onpas minderheidskabinetten en coalities door elkaar halen, en coalitiepartners beschuldigen van principiële hypocrisie. Natuurlijk mag je grote vraagtekens zetten bij samenwerking tussen een pro- en een anti-Europese partij. Vanzelfsprekend is het best lastig om de liberalen in te zien stemmen met het behoud van de Britse kernwapens. Maar als je politici constant beschuldigt van draaikonterij in plaats van begrip te tonen voor concessies en consensus, heb je het principe van coalitievorming absoluut niet begrepen. Het steekt me nog het meest dat progressieve vrienden van mij, verleid door de liberale roep om verandering, zich vol woede afkeren van de Lib-Cons, en enkel en alleen focussen op hun schrikbeeld dat de Tories voor het eerst sinds dertien jaar aan de macht zijn gekomen. En dat nu ook nog dankzij hun stem. Begrijpt dan niemand dat, wie in de Britse geschiedenisboekjes kijkt, ziet dat er na een sociaal-democratisch tijdperk immer een conservatieve periode is gekomen? Heeft dan niemand door dat de Change die zoveel mensen wilden, zover als dit mogelijk is binnen het vreemde kiesstelsel, hiermee ook echt is begonnen? Links Brittannia wil graag dat haar stem gaat tellen, wil graag Proportional Representation in plaats van een districtenstelsel. Maar, lieve mensen, dat betekent ook dat de kans groot is dat de conservatieven deel blijven gaan vormen van toekomstige regeringen. Kijk eens naar die landkaart met kiesdistricten, waarop heel buitenstedelijk Engeland conservatief blauw gekleurd is. Leuk of niet, veel Britten blijven stemmen op de Tories, en wie respect heeft voor de democratie geeft deze regering dan ook gewoon een kans. Een enkele partij die de leiding heeft, dat is pas eng. En zolang de term 'Clameron', die ik gister in The Guardian las, maar niet blijft plakken, wil ik deze c-c-coalition best met (kritisch) enthousiasme begroeten.

dinsdag 4 mei 2010

Gewoon doodnormaal democratisch

http://nos.nl/video/155003-interview-met-nick-glegg-leider-van-de-britse-liberaal-democraten.html

Voor iemand die tracht Britse gedachtespinsels naar het Nederlands te vertalen is het enkel een droom om een van de belangrijkste spelers bij deze belangrijke landsverkiezingen 2010 zijn mening in helder Nederlands te horen verwoorden. Zonder de bombast die de afgelopen maanden zo belangrijk is geworden in de politiek, zonder spindokters en overdreven anekdotes over 'de gewone man', lijkt Nick Clegg per direct een veel pragmatischer politicus. Stiekem is Clegg een heel stuk Nederlandser dan ik hem altijd had ingeschat.

Waar zijn grammatica wat te wensen overlaat, slaat zijn intonatie zowaar de spijker op de kop. Misschien ligt het aan mijn automatische associaties tussen politiek en onechtheid die de Britten zo vaak geneigd zijn om te leggen, maar totdat Clegg zei dat hij "gewoon een doodnormaal democratisch kiessysteem" wil, had ik niet door hoe wereldlijk het beeld van de liberaal daadwerkelijk is. Britse bekrompenheid doet hier immer om de hete brei heendraaien, waardoor het districtenstelsel nooit direct wordt aangekaart. Na de bonnetjesaffaire zijn de Britten plots een stuk minder trots op hun plaatselijke MP en wordt er wellicht iets kritischer naar het systeem gekeken.

Nu the Guardian definitief haar steun betuigt voor de oranje-gele rozetten van de liberalen, is er een interessante tweedeling ontstaan. Met een beetje geluk stevent Brittannia direct op een hung parliament af, waarmee men eindelijk eens door zal hebben dat een (voormalig) wereldrijk niet zal vergaan onder een coalitieregering. Electoral reform is een mooie droom op zich, maar wat voor rol gaat Cleggs Nederlandse pragmatiek daarin spelen? Heeft Groot-Brittannië het werkelijk in zich om ooit 'gewoon doodnormaal democratisch' te zijn? Nog twee dagen te gaan.

Interessante verkiezingsblog van 'national treasure' Stephen Fry: http://www.stephenfry.com/2010/05/04/how-i-will-vote/

vrijdag 30 april 2010

Wanhoop

Geen vrolijke tijd voor de progressieve Brit. Ondanks dat wolf in schaapskleren David Cameron zich gisteren in het laatste televisiedebat zich als een ware Tory van de oude stempel ontpopte, werd hij vandaag door de kranten massaal als koning gekroond. De Guardian lijkt zijn vechtlust prompt verloren te zijn, en gaf gisteravond al aan de situatie erg somber in te zien.

Wat een manisch depressief volkje toch, die Britten. Voor een land dat zichzelf vaak prijst voor zijn eigen lauwheid en pessimisme, was Cleggmania een eenmalige droom, die niet te lang kon duren. Dat zelfs de meest linkse geesten nu al de handdoek in de ring dreigen te gooien, had ik echter niet verwacht.

Het was me dan ook het weekje wel. Als er iets was dat de vlucht van de Lib Dems in de schaduw zou stellen, was het wel als Labour grandioze blunders zou maken. En ja hoor, hoewel Gordon Brown gister liet zien dat hij toch echt wel het meeste inzicht en kennis over de economie bezit, dacht iedereen alleen nog maar aan arme oude Mrs. Duffy. 'Bekrompen' klinkt nog vrij onschuldig in het Nederlands. Het zelfstandige naamwoord 'bigot' staat voor compleet onbegrip en walging.

De laatste week is ingegaan, en Labour is nu echt de wanhoop nabij: Tony Blair heeft zich vanmorgen bij de campagnestoet gevoegd. Het blauwe gevaar lonkt, maar Tony's tanden lonken nog harder. Het wordt een bijzondere week.

vrijdag 23 april 2010

Joris

Het is zover: de campagnestoet heeft Tooting nu daadwerkelijk bereikt. Tooting Broadway tube station schittert speels in de zon, en voor zijn deur tracht politiek Londen met man en macht de stemmers te verblinden met Westminsterse celebs. Enigszins ongemakkelijk staat een kleine man met een grote rode Labourrozet naast een politieke ster, wiens stem over het kruispunt en Upper Tooting Street op buldert. Ik herken het schichtige kereltje al gauw als Sadiq Khan, de afgelopen vijf jaar Member of Parliament voor Tooting en Balham. Als de beste vent niet al 'een stem voor Labour is een stem voor de kleine man' in zijn verkiezingsmanifest heeft staan, is dit meer dan een gemiste kans. Naast een politieke kolos als de speechende Jack Straw leek arme Khan echter helemaal een jonge hond.

Dus dit is het hoge bezoek waar not-so-safe seat Tooting op heeft zitten hopen. Voormalig minister van binnenlandse zaken, buitenlands zaken en justitie Jack Straw ging de Tootingse boeren en buitenlui maar eens even vertellen wat een bijzondere St.George's day dit is. Want dat is it. Nationale feestdag van Engeland, naar de beschermheilige van dit landje. Waar de Ieren St.Patrick hebben, de Schotten Andrew en de Welsh de heilige David, heeft Engeland Joris en de draak als patron saint. Net als de Engelse vlag, met het Saint George's Cross, heeft de nationale Engelanddag immer een bittere nasmaak van racisme en verkrampt nationalisme. Voor Schotten, Welshen en Ieren is het veilig anti-Brits, maar voor de Engelsen wijst het krampachtig terug naar tijden van kolonialisme en slavernij. Boze tongen beweren elk jaar weer dat de Engelsen haar dag en haar vlag terugwillen, zonder beschuldigd te willen worden van misplaatst nationalisme. De enige keer dat dit echt lukt is echter tijdens de grote voetbaltoernooien, waar Wales, Schotland en Ierland de voetbalgekke wereld hun rug toekeren en Engeland vrij is om in wit met rood al gillend door de straten te paraderen.

Aangezien er nog een tweetal maanden te gaan is tot het WK, was het gewapper van Straw hoogst opmerkelijk. Door een herindeling van de kiesdistricten heeft Sadiq er een groot aantal rijkere, wittere stemmers bijgekregen, hoewel Tooting toch met name bekend staat als een zuid-Londense smeltkroes van culturen. Zoals ik al eerder aangaf, ruiken de Tories een mogelijke zetelwinst in deze contreien. Sinds de zegetocht van Nick Clegg - die ook in een tweede debat, al zij het met hakken over de sloot, wist te zegevieren - zien ook de Lib Dems echter een kans om Tooting te bemachtigen: waren ze onder het blauwe Torygeweld de eerste weken van de campagne haast onzichtbaar, nu wordt er op tientallen aanplakbiljetten liberale politiek gepredikt.

Jack Straw babbelde wat over Engeland en de heilige Joris, en daagde het publiek uit te raden waar de beste man vandaan kwam. Interessant feitje voor de Engelse pro-Israel-lobbyisten: de nationale held is een Palestijn. Zelden zag ik zo'n enthousiaste poging om een broken society, conservatieve Cameron's favoriete stopwoordje, te lijmen. Na weken van blauw Tory postergeweld hoop ik dat Tooting's nieuwe, bekakte bewoners, hier ook wat van hebben opgevangen. Eens kijken hoeveel vlaggen er 7 mei te te tellen vallen.

zondag 18 april 2010

De wolk en de liberaal

Desperate times, desperate measures. Iedereen wist dat dit een spannende maand zou worden. Dat een televisiedebat en een onuitspreekbare IJslandse vulkaan voor een ware verschuiving in politiek en samenleving zouden zorgen, wist niemand echter te voorspellen. Sinds Lib Dem leader Nick Clegg zich in het debat van vorige week donderdag als serieus alternatief voor Tories en Labour wist te manifesteren, lijkt zijn populariteit als een gifwolk boven de traditionele partijen te hangen. Bang dat vulkaan Clegg roet in zijn eten gooit, heeft David Cameron de focus van zijn campagne vandaag radicaal omgegooid. Een Hollander die gewend is aan flexibele peilingen op weg naar de verkiezingen moet weten dat een dergelijke verschuiving, waarbij de liberalen evenveel stemmen zouden binnenhalen als de conservatieven, en meer dan Labour, onbetwist uniek is in de Britse politieke geschiedenis. Het districtensysteem maakt de mogelijkheid van liberale winst nog altijd onzeker, maar de kans op een minderheidskabinet of, als deel van een rare districtenkronkel, winst van Labour door winst van de Lib Dems lijkt plots enorm veel groter. Met die laatste dreiging tracht Cameron de kiezers bij Clegg weg te houden.

Nee, dan Brown. In plaats van de liberale natuurramp te lijf te gaan, stort hij zich vol overgave op de non-politieke uitbarsting. 'BROWN'S ARK', kopt de London Evening Standard. Niet minder dan drie enorme marineschepen moeten de gestrande Britten weer thuis brengen. Premier tot uw dienst, no expenses spared. Het is maar de vraag of de regering in tijden van geen verkiezingen ook met zoveel gemak militaire inzet had beloofd om de verloren Britse schaapjes terug op het eiland te krijgen. Dat het luchtruim voor het voltooien van deze grootscheepse reddingsactie misschien al wel weer geopend wordt doet kennelijk niet af aan het heroïsme van een kordate premier. The Guardian merkte op dat Brown ongekend ontspannen overkwam tijdens de persconferentie van vandaag. Goede leiding bij een geologische catastrofe wordt immer veel meer gewaardeerd dan bij een globale recessie. Wat Brown betreft mag de wolk dan ook netjes tot 6 mei blijven wachten.

De vraag is dus: wie blijft er langer hangen: de wolk of de liberaal? Aangezien er zowaar Hollands bloed door Nick Clegg's aderen stroomt, kan hij misschien het beste een voorbeeld nemen aan de onverbeten Hollanders die ik afgelopen zaterdagmiddag op Trafalgar Square zag staan hossen. Het Europese luchtruim mag dan volledig verlaten zijn, de Nederlander weet zich immer een weg te banen. Het was een vreemd gezicht: twijfelachtige muziek dreunde in mijn oren en mijn ogen deden pijn van het vele oranje dat zij plotsklaps tot zich dienden te nemen. Aan de ene kant van het plein stonden Nederlandse bloemisten luid hun waar te venten, en aan de andere kant werd Hollandse friet met mayonaise geschept. Niemand leek gehinderd te zijn door een vulkaan in het verre IJsland. Ergens anders in het land stond Liberaal Nick nog na te gloeien van zijn overwinning in de peilingen, ongetwijfeld op een ondoordringbare roze wolk. Blijven plakken, Nick, met dat geel een klein beetje oranje. Gewoon onverstoord door blijven hossen, twee weken en twee debatten lang, en wie weet, is een politieke aardverschuiving de volgende natuurramp waar Brittannia mee te kampen heeft.

donderdag 15 april 2010

De fictionele kiezer

Primeur van ongekende hoogte in de Britse politiek: gisteravond vond er, voor het eerst in de geschiedenis van het land, een verkiezingsdebat plaats tussen de leiders van de grootste politieke partijen, dat live uitgezonden werd door heel Groot-Brittannië. De afgelopen decennia zijn dergelijke concepten hier immer versleten als 'Amerikaans' en 'een on-Britse populariteitswedstrijd'. Soms riep een enkele partijleider op tot een dergelijke confrontatie, maar nooit werd de uitdaging door de ander geaccepteerd. Dit is echter de tijd waarin unieke welbespraaktheid en toepraakverve een zwarte man president van Amerika heeft kunnen maken, en de Britse politici weten dat maar al te goed. Bovendien valt er, na het bonnetjesschandaal, een hoop goed te maken met de mensen in het land. De kloof tussen de politiek en het volk is na alle gebeurtenissen enorm, zeker in een land waar politici sowieso op weinig vertrouwen kunnen rekenen. Mensen zouden het waarderen, juist omdat een dergelijk debat de twee grootste leiders zo kwetsbaar doet opstellen: Brown als non-charismatisch spreker, die dertien jaar beleid te verantwoorden heeft, en Cameron, die zijn voorsprong in de peilingen riskeert, door zich door een goed geïnformeerde econoom aan te laten vallen op de holle beloften waarmee de partij de verkiezingen tracht te winnen. Alleen 'kleine' Clegg, leider van de Liberaal Democraten, kon door zijn comfortable underdogpositie ongehinderd in zijn nopjes zijn over dit nieuwe fenomeen in de Britse politiek.

Toch was de immer wantrouwende Britse kiezer erg geneigd om het TV-debat van tevoren al in twijfel te trekken. Er is de afgelopen weken veel gediscussieerd over de format van het debat, dat maar liefst aan 76 regels onderworpen werd. Zo mocht het studiopubliek geen voorkeur of afkeur ten opzichte van de kandidaten laten horen, en werden vooraf gescreende vragen door mensen op de tribune gesteld. Ik vraag me dan ook af of wat er gisteren te zien was de Brit daadwerkelijk dichterbij de politiek heeft gebracht. Al eeuwen wordt er in het Lagerhuis met veel bombarie en spontaniteit over politieke kwesties gedebatteerd. Het vragenuurtje van de premier is elke woensdagmiddag een kijkje waard, alleen al om politici zo vol overtuiging de confrontatie met elkaar aan te zien gaan. Tijdens het 'debat' van gisteravond, keken de heren echter voornamelijk strak de camera in, wat op mij juist intimiderend en vervreemdend overkwam. Bovendien had een gewiekste journalist de leiders veel meer op de proef kunnen stellen, en hen minder kans gegeven om ons met clichés om de oren te slaan. In plaats daarvan moest een gearrangeerd studiopubliek, evenals bij het populaire Question Time van de BBC, dat de unieke kans kreeg om politici direct te ondervragen, maar even symbool staan voor hoe dicht de kiezers bij hun leiders staan. In hoeverre de Britse stemmer deze farce kan waarderen, is echter de vraag.

Stijl en systeem daargelaten, was het een interessante anderhalf uur televisie - alleen al om een dergelijke tijdspan op de commerciële ITV door te brengen zonder ook maar één keer door reclames lastig te worden gevallen. Zowel linkse als rechte kranten roepen Liberal Democrat leader Nick Clegg vanmorgen unaniem tot winnaar uit, al leggen sommige kranten meer nadruk op het 'verlies' van Gordon Brown dan anderen. Clegg wist helder uit de hoek te komen door zich als werkelijk alternatief voor de twee 'oude' partijen - iedereen schijnt de negentiende eeuw van Whigs en Tories vergeten te hebben - te bestempelen. Toch vond ik dat Brown het vrij aardig deed: iedereen ging ervan uit dat de stotterende premier bleek af zou steken tegenover een Cameroniaans charmeoffensief. Brown viel Cameron echter voortdurend scherp aan - inclusief oogcontact - en wist meerdere malen het schrikbeeld van de 80s Tory op te roepen. Zo nu en dan werd Gordon iets wat te enthousiast, en opmerkingen over dat het debat geen X-Factor was en dat de conservatieve postercampagnes hem mooie publiciteit gaven rolden dan ook met iets minder gemak van de tong dan de bedoeling was.

Interessant experiment, maar toch tevens ook een storende herinnering aan de aard van de Britse politiek. Zoveel mensen er voor spek en bonen in het publiek zaten, zoveel 'echte mensen in het land' werden er door de politici zelf aangehaald. Een vriendin van mij merkte op dat David Cameron alle handjes van Engeland kennelijk geschud heeft de afgelopen week. Maar hier waren de heren alledrie schuldig aan: "Ik was van de week in een ziekenhuis/fabriek/bejaardentehuis/school/gemeentereiniging/politiebureau/brandweerkazerne/bibliotheek/zwembad/buurthuis/trein/bus/metro/legerkazerne/circus, en daar ontmoette ik een hardwerkende man/vrouw met twee kinderen, {naam invoegen} , en wat hij/zij mij toch vertelde, schandalig! Zo kan het echt niet langer!"

Wil de Britse stemmer echt dat er liever met de fictieve burger gepraat wordt dan met de echte? Dat jan-met-de-pet hen een prangende vraag mag stellen, maar een kritische journalist als Jeremy Paxman angstvallig door de twee grote leiders wordt vermeden? Dat politiek met passie (here here!) in het Lagerhuis blijft, en dat je genoegen moet nemen met een gespindokterd toneelspel, waarbij de je als kiezer erop moet toezien hoe er een Fictionele Kiezer, gemaakt en gepolijst door de partijen, op gelijke hoogte met de leiders wordt geplaatst. Dit debat mocht dan wel een vuurdoop zijn wat betreft openheid in de Britse politiek, maar qua echte transparantie in de politiek heeft dit land heeft nog een lange weg te gaan.

maandag 12 april 2010

Spindokter

This country is sick.
This country needs healing.
In fact,
What this country really needs..
is a Doctor!

In de seizoensfinale van jaargang drie van de hernieuwde Doctor Who, drie jaar geleden, weet een ingenieuze Master, aartsvijand van onze held, het tot premier van Groot-Brittannië te schoppen. Met een duivelse glimlach (genie John Simm) gebruikt de slechterik de bovenstaande woorden in een landelijke toespraak om de legendarische Doctor, toen nog gespeeld door David Tennant, naar het hol van de leeuw te lokken. Met succes. Vermakelijk stukje televisie, zou je zeggen: niet meer, niet minder. Think again.

De 'Zendtijd Voor Politieke Partijen' lijkt hier zowaar beduidend belangrijk dan in Nederland. In vergelijking met de klungelige filmpjes die een VVD en D66 in elkaar weten te plakken, zijn de spotjes van Labour en Tories ware meesterwerken. Na het journaal was Labour vanavond aan de beurt: Sean Pertwee, zoon van Doctor III, die de rol begin zeventiger jaren vertolkte, wandelt al pratende op een hele lange weg. De broodschap is glashelder: this is not the time to change direction. In tijden van economische crisis is het beter om gestaag hetzelfde pad te blijven behandelen, met een premier die weet wat hij doet en hoeveel tijd het gaat kosten. Bij een kronkelend zijweggetje blijft Pertwee even staan, om vervolgens (rechtzodiegaat!) niet van het gekozen pad af te wijken.

De associatie met Doctor Who zou nog ietswat ver te zoeken zijn, als de laatste beelden van de spot niet door een wel heel bekende stem werden gekaapt. Niemand minder dan David Tennant, de beste Who ooit, spoort ons in helder Schots aan om Labour te stemmen. The Guardian grapte al snel dat de reclame een geslaagde poging was om Gordon Brown letterlijk een nieuw gezicht te geven: Whovian Regeneration. De Doctor heeft zijn gezicht al elf maal veranderd, waarom zou het Gordon niet lukken? Gek genoeg vergeet de krant te noemen dat een dergelijke associatie al zo'n vier jaar geleden werd gemaakt. In de sketchshow Deadringers, waar Tony Blair al menig maal succesvol werd geïmiteerd, veranderde een wanhopige Tony Blair op zijn Who's plotsklaps in David Tennant, in een laatste poging de kroon niet te hoeven overdragen aan tweede man Gordon Brown.

The Guardian merkt wel scherp op dat Labour met deze spot duidelijk probeert om Gordon buiten beeld te houden: hij wordt genoemd, maar het is een veel populairdere Schot die de politieke boodschap uitspreekt. Ondanks het feit dat deze party political broadcast een informatief en vernuftig stukje marketing betreft, blijft het de vraag of de PR-transformatie van een partij die al dertien jaar aan de macht is wel realistisch is. New Labour was in 1997 immers al dé linkse regeneration van de afgelopen decennia. Om dat te evenaren heeft Brown wellicht meer nodig dan een stukje gewiekste spindoctorij. In tijden van conservatief moddergooien moet ik echter wel bewondering opbrengen voor de toon die Labour weet te bewaren. Naast lege beloftes en holle beschuldigingen, is de stembus met Labour-stemmen wellicht toch "bigger on the inside.."


http://www.guardian.co.uk/politics/blog/2010/apr/12/labour-dr-who-election
http://www.youtube.com/watch?v=kzlOBn029b8 (Tony Blair 'regenerates' )

zondag 11 april 2010

Paarden

Gistermiddag liep ik over een zonnige Upper Tooting Road, waar ik niet alleen lastig gevallen werd door de reguliere flyerventers, maar tevens toegeschreeuwd werd vanuit de met ballonnen versierde deuren van de plaatselijke bookies. Waar ik de goktenten normaliter zonder na te denken voorbij loop, werd mijn aandacht nu getrokken tot de schreeuwerige etalageruit. Deze keer trachtte deze mij voor de verandering geenszins zodanig te vleien dat ik als sportkenner van de hoogste plank toch echt eens iets moest doen met mijn waardevolle expertise. Integendeel. Het verzoek was duidelijk: er mij gevraagd munt te slaan uit mijn lievelingskleur.

In zekere zin valt de houding van de Brit ten opzichte van het gokpaleis te vergelijken met de Hollander en het fenomeen bordeel. Omdat er in de samenleving een diepgewortelde overtuiging bestaat dat dergelijke vices nu eenmaal zullen bestaan, is het beter dat zulke transacties legaal en in het publieke domein worden gedaan. Niet te publiekelijk natuurlijk, de Brit schaamt zich immers immer, en heeft daarom ook aanzienlijk veel ontzag voor de schaamteloze wijze waarop ze zien hoe het prostitutiebeleid in Amsterdam de gordijnen wagenwijd openstelt. Om die reden zijn alle bookie-etalages immer zo ontworpen dat je als voorbijganger niet in staat bent om naar binnen te kijken. Hiertoe heeft de staat de branche verplicht, maar het neemt niet weg dat de goktent een vast deel van elke Britse winkelstraat vormt. Boze tongen beweren zelfs dat het neo-liberalisme van Labour dit de laatste jaren enkel erger heeft gemaakt.

De schaamte die de Brit kent ten opzichte van de landelijke wedneigingen kent echter haar grenzen. Gokken wordt namelijk in zekere mate op een bijna patriottistische wijze met Brittannia geassocieerd. Dit blijft in het algemeen beperkt tot bijna vertederende berichten over de uiteenlopende zaken waarop de Brit wedt: een witte kerst, het einde van Harry Potter, de nieuwe Doctor Who. Toen Brown afgelopen week Buckingham Palace aandeed om toestemming te vragen voor de dissolution of parliament, is een aantal mensen herhaaldelijk beboet omdat zij namens één van de grootste bookmakers het publiek aan het aansporen waren om hun bet voor de uitslag van de zojuist uitgeschreven verkiezingen juist bij hen te plaatsen. De grote borden die deze heren bij zich droegen lieten zien wat de odds waren voor Labour, Tory of hung parliament. Soms is het actief stemrecht niet voldoende.

Afgelopen zaterdag was echter weer een geval apart. Alle schaamte wordt zonder twijfel over boord gekieperd als het gaat om de Grand National. Paardenrennen is gewoonlijk enkel iets voor de hardcore gokker, maar als het om de Grand gaat, is het zowaar je patriotic duty om een paar luttele pondjes te verwedden. Net als ik, hebben de meeste mensen volgens mij maar weinig idee waarom deze race anders is dan al die anderen, en waarom gokgedrag in deze niet als twijfelachtig wordt ervaren. Als observator in het Britse fascineert het fenomeen me zeker, maar dit jaar was het Huisgenoot die mij dwong deze nationale traditie zelf te ervaren. Gokken op de Grand is prima, zolang je je maar beperkt tot een enkele pond op een enkel paard.

Bij het selecteren van het ros, kun je als leek enkel maar naar de lijst met excentrieke namen staren, en de kleur van de kleren van de jockey's natuurlijk, die in elke kwaliteitskrant netjes en duidelijk onder elkaar worden gezet. Na enig wikken en wegen werd het State of Play, naar één van de beste BBC-series ooit, blauw met een brede roze streep. Mijn pond lag in de pot. De paarden gingen van start. Luttele minuten later waren de eerste mannetjes al van hun hengsten en merries gekieperd. State of Play deed het echter best aardig. Derde werd hij uiteindelijk. Had ik niks aan natuurlijk, de pond was enkel en alleen goed als mijn paard de onbetwiste winnaar was geweest. Ik kan nou niet zeggen dat deze ervaring ofwel de gokker, ofwel de Brit in mij heeft losgemaakt. Hoewel.. Misschien toch maar eens kijken naar de odds voor Wilders en Cohen.

woensdag 7 april 2010

Macht

Tweede campagnedag, en ik wordt al hoe nieuwsgieriger hoe machtig, ofwel machteloos de Britse kiezer zich voelt. Ik had het gisteren al even over de excentrieke wijze waarop de kiezer uit het ene kiesdistrict veel meer macht heeft dan die uit de ander, en dus ook meer prominente politici aan de deur kan verwachten. Lo and behold, wat lees ik vandaag in de London Evening Standard: 'mijn' Tooting, één van de meest bepalende London boroughs. De LES gaat verder: "A seat David Cameron dearly wants, partly because it would mark a swing almost certainly big enough to make him prime minister." Blimey. Als je dat leest, vraag je je af waarom ze 's werelds minst charismatische Tory hier al maanden van deur tot deur laten hobbelen. Je zou toch minstens verwachten dat een Cameron of Osborne hier binnenkort zelf langskomen voor een bakkie.

Misschien een goed moment om je als kiezer toch wat invloedrijker te wanen. Niet dat ik hier ook maar één rood potlood ter hande mag nemen, maar ik leef wel van harte mee met een volk dat al sinds het begin der tijden vastzit aan een idioot districtenstelsel. Op weg naar huis bleek vanmiddag nog maar eens even dat één Londenaar best wel eens machtig kan zijn. Midden in de avondspits bij Balham voor de trein springen, en je bent spontaan verantwoordelijk voor een massale exodus van zuid-Londenaars bij Stockwell tube station, waardoor iedereen ten zuiden van de rivier minstens een uur later thuis is. Macht van het individu, hè.

Vlak voor zevenen stap ik eindelijk Tooting High Street op. Na een snelle pitstop thuis, snel ik even naar de supermarkt aan de overkant van de straat. Vijf, tien minuten ben ik weg, niet langer. De deur klemt erger dan normaal, en er ligt zowaar een berg vers campagnemateriaal op de deurmat. Ik denk een moment hard na, kieper alle conservatieve
junkmail in de daarvoor bestemde vuilniszak en leg de pamfletten van Labourminister Sadiq Khan netjes op de stapel post van de buren, en eentje bij ons op de keukentafel. Gek is dat niet: voor hen met een geweten valt macht immers over het algemeen samen met een gezond gevoel voor verantwoordelijkheid. Just doing my bit
.

dinsdag 6 april 2010

'THEY'RE OFF'

Zo kopt de London Evening News vandaag. Gordon Brown heeft eindelijk de moeite genomen om bij de koningin op de thee te gaan om haar te vragen het parlement te ontbinden. Niks demissionair kabinet, hier blijft het land een volle maand compleet stuurloos. En off zijn ze inderdaad. In een wilde race de aftredende premier voor te zijn, hield Toryleider zijn eerste verkiezingstoespraak toen Brown nog onwennig in zijn koninklijke kop thee zat te roeren. Labour laat er echter ook geen gras over groenen: nog voor Cameron was uitgesproken zat er al een uitgebreide mail in mijn inbox waarin mijn MP, Labour-minister van Vervoer, Sadiq Khan, eens even fijntjes uitlegde waarom hij het vertrouwen van de Tootingse kiezer nog een vijftal jaar waard is. Ik vraag me af hoe lang die mail al stof lag te verzamelen op de harde schrijf.

We gaan een spannende tijd tegemoet, dat is zeker. De schreeuwerige billboards zijn enkel het begin: all is fair in love, war and politics, zeker als de politieke twisten voor het eerst in de geschiedenis via TV-debatten worden uitgevochten. Overal in Londen voel je de spanning langzaam opbouwen: op St.Panrcas preekt Brown, in Watfort wauwelt Clegg en op de South Bank babbelt Cameron erop los. Alvorens kriskras het land door te trekken moeten de politiek leiders kennelijk van de metropoolse zeepkist gebruik maken. Ik vraag me af hoe de rest van het land zich daarover voelt.

Sowieso een raar gevoel dat de politici zich vooral concentreren op de marginal seats. En dan heb je nu niet meteen het gevoel dat zij er voor het hele land handjes staan te geven. Newsnight, de Britse NOVA, laat zien hoe Brown op campagne de meeste journalisten straal voorbijloopt. Hij wil met de gewone man praten. Of de gewone man hier nu van gediend is of niet, op de rest van de stemmers komt dit meer dan vervreemdend over. Brown is een econoom, een slimme politiek denker, maar weet zich publiekelijk maar zelden een houding te geven. Cameron deelde bij het ochtendgloren al bekertjes thee uit aan de journalisten bij zijn voordeur. Zijn planning zelfs zo goed dat hij zelfs een zwangere echtgenote heeft weten te regelen: 'Mrs Cameron opts for labour once more' grapt Newsnight. Arme Nick Clegg kampt nog steeds met zware onbekendheidsverschijnselen, dus hij kan het zich absoluut veroorloven om ook maar 1 hand ongeschud te laten, en om ook maar 1 journalist in de kou te laten staan.

Zwaar weer. De grootste vraag lijkt te zijn in hoeverre deze race om uiterlijkheden gaat draaien. Een maand lang is Brittannië een battleground, met Londen in het midden. Uw razende reporter tracht de boel dan ook goed in de gaten te houden.

maandag 5 april 2010

Echo's

Tweede Paasdag in Londen, en de zon schijnt. Zelfs de buzz die deze week rond Westminster hangt wat betreft de geruchten van een aangekondigde verkiezingsdatum komende dinsdag lijkt even - buiten gehoorsafstand - het blauwe luchtruim in te zijn gevlogen. Een mooie dag om de stad weer eens verder te verkennen, dacht ik zo.

Kennelijk denkt niet iedereen er zo over. Een zonnige bank holiday Monday wordt door velen vaak buiten de stad gevierd. Al dwalende door Southwark kom ik vandaag dan ook met name toeristen tegen, die enigszins verbaasd naar de gesloten poort voor Borough market staan te kijken. Een paar straten bij de rivier vandaan blijken zelfs de buitenlandse sightseers zoek. Als ze toch eens wisten dat hen daar pas echt een interessante culturele dwaaltocht staat te wachten, is het maar de vraag of ze echt zoveel tijd zouden willen doorbrengen met het in de rij staan voor cultureel kitsch als the London Dungeons of de Clink Prison.

Nee. Voorbij Southwark Cathedral begint een ware hommage aan de grootste Engelse verhalenverteller van de negentiende eeuw. Het grootste geheim van Dickens was tijdens zijn leven dat de misère in zijn boeken hem veel bekender voorkwam dan hij zijn lezers voorhield. Het was in Southwark, vlakbij de befaamde Marshalsea Prison, waar de kleine Dickens een kamer huurde, om vanuit daar elke dag de rivier over naar de Strand te wandelen, teneinde daar in een blacking factory de godganse dag labels op potten te zitten plakken. Vader Dickens zat ondertussen een paar deuren verder vast vanwege diens schulden. Met name in Little Dorrit en het, zo bleek na zijn door, hoogst autobiografische David Copperfield, doemt de donkere gevangenis op als een inktzwarte vlek op een kwetsbare jeugd.

Tijdens zijn leven nam Dickens de moeite dit element te verhullen. In plaats van prat te gaan op een zware jeugd en de wereld te laten zien hoe ver hij het daarmee had geschopt, wilde hij dit deel van zijn leven niet met de wereld delen. Althans, hij vertelde het enkel en alleen aan vriend en biograaf John Foster, die dergelijke onthullingen pas na de dood van de schrijver deed. Ondanks het tegensputteren van Dickens zelf, wil het lot echter dat Southwark maar al te graag blijk geeft van de identiteit van deze beroemde inwoner. In een land waar straatnamen over het algemeen met zo min mogelijk creativiteit worden ingevuld, springt een wijk vol literaire referenties bijzonder in het oog. Little Dorrit Court en David Copperfield Street wordt door de meeste mensen herkend, maar een Clennam Street en Doyce Lane roepen bij de doorgewinterde Dickens-fan ook warme gevoelens op.

Wat een wandeling door deze Dickens-buurt echter werkelijk bijzonder maakt, is niet geplakt op 21ste-eeuwse straatbordjes. Reeds ten tijde van de publicatie van Little Dorrit was de Marshalsea Prison al niet meer, maar nog tot op vandaag de dag staat er een imposant lange gevangenismuur, die verraadt hoe enorm het complex moet zijn geweest. De donkere stenen staren recht naar een elegant kerkje aan de overkant, dat door de meesten de Little Dorrit-kerk wordt genoemd. In het boek wordt de kleine Amy Dorrit hier gedoopt en later getrouwd. Aan de donkere schaduw van de Marshalsea aan de overkant zal ze echt nooit hebben kunnen ontsnappen. Een literair student van het verleden krijgt maar zelden de historie zo krachtig en beeldend voorgeschoteld.

Londens grootste schatten zijn echter het beste verstopt, en dat geldt ook voor Southwark. Ook voor wie geen masterscriptie heeft geschreven over Victoriaanse doktoren, is de oudste operatiekamer van Engeland zeker een bezoekje waard. Tientallen jaren lag de zolder van het oude St. Thomas's hospitaal er vergeten bij, tot men in de jaren vijftig een uniek geconserveerde kruidenverzameling en operating theatre aantrof. Daar kun je je nu vergapen aan de gruwelijke instrumenten die de surgeons en physicians van de vroege negentiende eeuw in, op en onder hun patiënten staken. Plots wordt de door mij bestudeerde angst voor de stadse opleiding van de dorpsdokter mij pijnlijk duidelijk. De houten bank, die het middelpunt vormt waarop rijen vol studenten en assistenten destijds letterlijk op de onfortuinlijke patiënt neerkeken, heeft meer weg van een martelwerktuig dan van een operatietafel.

Ik loop de nauwe wenteltrap af en sta al snel weer op de zonnige Borough High Street. Hoe fascinerend is het toch, dat waar de Victoren zo ongelooflijk trots op waren, hun vooruitgang in de medische wetenschap, goed verhuld blijft op een stoffige zolder, en dat wat de meeste eminente literaire grootheid van de eeuw koste wat kost in de vergetelheid wilde slingeren, door locale autoriteiten doodleuk op elke straathoek wordt verkondigd. We willen allemaal onze stempel achterlaten op deze wereld, maar wat er uiteindelijk bewaard blijft, en wat niet, daarover hebben we maar weinig te zeggen. Ben toch wel benieuwd of men dat in Westminster ook zo ziet.

zaterdag 3 april 2010

Dokter

Pasen 2010, en er staat geen Heer waarlijk op, maar wel een nieuwe Dokter. Het moment waar heel Britannia met smart op heeft zitten wachten sinds publiekslieveling David Tennant zijn rol als Doctor Who afgelopen kerst doorspeelde aan de onbekende Matt Smith, was heden avond eindelijk aangebroken. De overname en transformatie van deze legendarische tv-serie gaat echter veel verder dan simpelweg een vers nieuw gezicht; zowel het decor als de visuals zijn aan verregaande wijzigingen onderworpen. Bovendien staat er eveneens een splinternieuw brein aan het hoofd van het team van schrijvers dat de dolle avonturen van de Doctor mag verzinnen. Steven Moffat, schrijver van de beste en meest subtiel gearrangeerde scripts waarvan het publiek de verfilming heeft mogen aanschouwen - ik noem een Coupling, een Jekyll, en natuurlijk de beste en engste DH ooit, 'Blink' - mag dan een Whovian in hart en nieren zijn, hij gaf al in een vroeg stadium aan het meeste te zien in de sprookjesachtige kant van deze Science Fiction-serie, wat een dergelijk genre toegankelijk maakt voor een groep mensen die veel groter is dan de bebrilde figuren die doorgaans voor Star Wars en Trek aanschuiven.

Maar goed, misschien moet ik daarom eerst maar eens wat uitleggen over de legende Who. Al sinds de jaren '60 reist het excentrieke buitenaards wezen met zijn tijdmachien het universum en de eeuwen door, met een heel menselijk gezicht dat alleen de neiging heeft te veranderen elke keer dat de beste man het lootje legt. In de ruime 40 jaar dat de BBC al aan Doctor Who bezig is, zijn er dan ook al elf acteurs geweest die de hoogst populaire rol hebben mogen vertolken. Deze overname is zo legendarisch dat zelfs rond de onthulling van de identiteit van de nieuwe timelord vorig jaar een heel programma heen werd gesponnen. De algehele reactie op de bekendmaking was echter ironisch genoeg een luid weerklinkend 'Who?!' De onbekende Smith moest een hoop waarmaken: de kekke Converse van Dokter Tien, de populairste ooit, waren dan ook niet gemakkelijk te vullen.

The verdict. Met zijn zesentwintig lentes is Matt Smith de jongste Doctor ooit, maar door zijn zelfverzekerdheid, excentriciteit en ongeremde enthousiasme lijkt hij tegelijkertijd zowel jonge hond als oude wijze man. De kostuumdames zijn hier mede verantwoordelijk voor: een lange jas, hip pak en schoenen hebben plaatsgemaakt voor een tweed jasje, bretels en strikje. De belangrijkste reden waardoor je echter meteen werkelijk gelooft dat hij de Doctor werkelijk is, is echter de vlijmscherpe dialoog en snelheid waarmee de kijker in een nieuw avontuur gezogen wordt. De lijst met wat ongetwijfeld legendarische Who-citaten gaan worden is na een enkele aflevering al aardig lang. Bovendien is het, zoals the Guardian al direct meldt, erg verfrissend dat dit avontuur zich niet in Londen, maar op het dorpse Britse platteland afspeelt. Als Londenaar ben ik al tevreden met de spectaculaire vliegscene over Londen, hoewel ook ik moet toegeven dat de Doctor's wanhoop over hoe hij de wereld moet redden met enkel een (gesloten) postkantoortje tot zijn beschikking (en toen was er internet) de aflevering echt weer tot dat heerlijk kneuterige Sci-fi wist te maken, dat blitse schuifdeuren en monsters in aluminiumfolie ver achter zich laat.

The proof is echter in the pudding, en ik zal de dwalingen van Dr. Smith de komende weken dan ook met danig enthousiasme blijven volgen. Met nog 12 heerlijke zaterdagavonden die komen gaan kruip ik lekker op - of, even legendarisch, achter - de bank, en laat ik spannende verkiezingen, wereldbekers en festivals lekker over me heenkomen. Met een dergelijks dokterbezoek kan ik niet alleen Londen, maar de hele wereld aan.

http://www.youtube.com/watch?v=Lp0-8Ibkczc < - voorbeeld van schrijver Steven Moffats geniale geest (Coupling), inclusief sneaky Doctor Who reference op het einde

donderdag 1 april 2010

April Fool

Evenals de nieuwe serie van Have I Got News For You, waarbij de politieke dwaaltocht van Gorden Brown vandaag prachtig werd afgebeeld door te laten zien hoe hij per abuis een broom cupboard inwandelde, is de verkiezingsstrijd is nu echt losgebarsten. Deze week beleefde de Britse politiek een uiterst interessante primeur: het allereerste politieke TV-debat. Weliswaar vond dit eerste publieke politieke gevecht enkel tussen mogelijke ministers van financiën plaats, en moeten de debatten tussen de 'echte' leiders nog plaatsvinden, wat betreft het opzoeken van de confrontatie was het avondje kletsen over saaie nationale budgetten zowaar revolutionair te noemen.

Het wordt alsmaar duidelijker dat de komende verkiezingen niet alleen de eerste spannende electorale strijd sinds 1997 te noemen zijn, maar ook nog eens een compleet nieuwe bladzijde in de Britse politiek en twijfelachtige spindokertij. De posterstrijd wordt harder. Dit hangt er op het moment bij mij in de straat:

4469610650_ba92acfcd9.jpg


Heel smaakvol. Naast Obama's 'change' schijnen de conservatieven ook de vuile campagnetechnieken van hun Amerikaanse collega's te hebben overgenomen. Toch wel prachtig eigenlijk, dat dat woord 'verandering' zo gemakkelijk van conservatieve tongen rolt. Ja, alles behalve de valse glimlach en/of beloften van de huidige premier, toch? Het volk is voor het eerst in jaren ongelooflijk verdeeld, en na de bonnetjes- en omkoopschandalen van weleer lijkt een lage opkomst de enige voorspelling die met zekerheid geuit kan worden. Maar wat vindt het volk eigenlijk van de nieuwe, schreeuwerige vorm van campagne voeren? Sensatie sells, zoals de tabloids reeds een kleine 120 jaar weten.

The Guardian dacht vandaag eens de proef op de som te nemen, en een wel zeer originele 1 april-grap te bedenken. Een boze Brown, half in de schaduw, vergezeld van de woorden Step Outside Posh Boy in schreeuwerig groot witte letters naast zijn boze hoofd gekalkt. De krant berichtte hierbij doodleuk dat Labour het opgeklopte schandaal rond de anger management issues van de premier ging gebruiken om hem daadkrachtiger te doen overkomen ten opzichte van het conservatieve Cameron-geweld. Met zijn rauwe mannelijkheid ging Gordon eens laten zien dat hij Groot-Brittannië eigenhandig uit het slop kon helpen.

Tekenend eigenlijk, want zo hilarisch ongepast leek de hoax bijna niet. De onbeschaamde toon waarop politieke twisten op het moment via media en postercampagnes gevoerd worden geeft blijk van een totale grenzeloosheid op het gebied van ernst, eerlijkheid en duidelijkheid. Een Britse kiezer voelt zich immer niet meer serieus genomen sinds een huis vol corrupte parlementariërs gewoon lekker op het pluche konden blijven zitten. Dat een leider dan op de vuist zou gaan met zijn aartsrivaal in plaats van klunzig bezemkasten in te lopen klinkt voor de Britse kiezer dan ook opeens een stuk aanlokkelijker.

http://www.guardian.co.uk/politics/2010/apr/01/labour-gordon-brown-hard-man

dinsdag 30 maart 2010

Klik

Met de Pasen zit ik lekker in Manchester. Naarmate het natter en warmer wordt in Londen, verwacht je soms terug naar de heerlijk warme noord-Engelse klinkers en y'alright loves die je hier en daar tegemoet komen. De winterjas is uit, zomerjas aan, en je verwacht bijna dat de Londenaars in de metro daarom ook iets zonniger uit hun ogen gaan kijken. Onzin natuurlijk, dergelijke metropoolse blikken staan immers permanent op oneindig, maar soms wacht je op een wonder.

Tegelijkertijd is Londen ook weer heerlijk: het sociale isolement heeft ook zeker zijn voordelen, aangezien je tenminste door iedereen met rust gelaten wordt. Hemels rustig voelde ik me dan ook in een stampvolle Queen's Gallery, waar ik de hoogst interessante tentoonstelling over het meest succesvolle gearrangeerde huwelijk van de negentiende eeuw mocht bezoeken. Victoria & Albert bevatte een rijke collectie aan schatten die de koninklijke tortelduifjes door de jaren heen verzameld hadden. De dwang die ze kennelijk voelden om elk moment, elke reis die ze maakten vast te leggen in de vorm van schilderingen op reisdagboekformaat was kennelijk zo sterk dat ze aan leken te voelen dat het huwelijk maar vijftien korte jaren zou duren, voordat Albert op jonge leeftijd het lootje legde.

Ik bedacht me opeens dat ik tijdens dit prachtjaar veel meer foto's had moeten maken. Mentaal zit elk belangrijk moment, elk hoogte- en dieptepunt, nog altijd diep in mijn geheugen gegrift. En toch, om door te geven hoe bijzonder deze huiselijke reis is en is geweest, is een afstandelijke en realistische schets van het heden vaak een broodnodig geheugensteuntje. Hetzelfde geldt voor deze blog, een prettige plek om mijn gevoelens over de Britse hoofdstad en haar inwoners te uiten, die ik toch vanaf nu beter ga benutten. Isolement of gemeenschap, je verheven voelen of juist heel klein, dat gevoel wil ik wel kunnen vasthouden.

Dus. Met nog een hele verkiezing en een aantal hele bijzondere momenten voor me, ga ik knippen, schrijven, vastleggen. Pebbledash palace blijft nog even luid roepen.

woensdag 17 maart 2010

Universitair elitair

Prachtig, de hoogst traditionele gang van zaken op Britse universiteiten. Als oer-Hollandse student Engels die via Utrecht en Liverpool afstudeerde aan de University of Manchester, kijk ik vaak met trots naar de foto van mij en breed lachende ouders, gekleed in cap and gown, een nepdiploma enigszins angstvallig in de handen geklemd. Maar hoe waardevol is dit moment van pure trots nou eigenlijk? Volgens Lord Patten, hoofd van de universiteit van Oxford, is dit aardig wat meer dan het kost. Vorige week riep deze beste man voor de zoveelste keer maar eens weer dat de collegegelden in Engeland preposterously low zijn. Om te kunnen concurreren met universiteiten op wereldklasse moet de regering eens stoppen om universiteiten te dwingen om studenten niet meer te vragen dan de schamele £3200 die de Britse voltijdstudent reeds wordt geacht om jaarlijks op te hoesten.

Na ruim twee jaar doorgebracht te hebben op Britse universiteiten, waarbij ook ik moest geloven aan het collegegeld dat drie keer hoger ligt dan dat in Nederland, heb ik wel een beetje door hoe waardevol goede universitaire instituten zijn in dit land. Ik wil nou niet zeggen dat de uitstekende faciliteiten, waaronder 24-uur computerclusters, geweldige bibliotheken en een zeer behulpzaam carrièrecentrum de hoogte van de gelden helemaal terecht maakte, maar ik had tenminste het idee dat ik enigszins waar voor mijn geld kreeg.

Toen ik, een jaar voor ik zelf ponden in plaats van euro's neer te hoefde te tellen voor mijn Master’s, voor het eerst introk bij betalende Britse studenten, begon ik echter wel te twijfelen aan hoe eerlijk dit systeem daadwerkelijk is. De helft van mijn huisgenoten had zich een jaar eerder aangemeld voor de universiteit, om er vervolgens een jaar tussenuit, op gap year, te gaan. De andere helft had zich pas datzelfde jaar aangemeld, kort nadat de collegegelden van duizend naar drie duizend harde ponden omhoog was geschoten. Zo genoot de ene helft van het overbevolkte Liverpoolse studentenhuis van hetzelfde onderwijs als de rest, voor een schamele 2000 pond minder. De toon was gezet.

Toen Labour in 1997 haar linkse landslide victory voor elkaar wist te boksen, beloofde Tony al flink te spenderen aan onderwijs, onderwijs, onderwijs. Mensen van alle klassen, gebieden en achtergronden moesten net zo gemakkelijk een universitaire opleiding kunnen volgen als de gemiddelde Tory toff. De zogenaamde Polytechnics, vergelijkbaar met onze HBO's en MBO's, kregen spontaan een zak geld toegestopt en werden aangemoedigd om niet alleen om het aantal studieplekken te verhogen, maar ook om alle College-gerelateerde namen over te zetten naar het in Nederland zo beschermde 'universiteit'. Warempel, het aantal mensen met een 'universitaire' opleiding in de UK is de afgelopen jaren enorm omhoog geschoten.

Als werkzoekende in Londen schrijf je met trots je voltooide opleidingen op je curriculum vitae. Natuurlijk ga je ervan uit dat de Universiteit Utrecht niet dezelfde snaar raakt als een Oxford of Cambridge, maar, zoals duidelijk is in het Nederlandse, het feit dat je over een academisch werk- en denkniveau beschikt zet over het algemeen zoden aan de dijk. Met het u-woord dat zo langzamerhand steeds minder significant lijkt te worden, ligt de nadruk steeds vaker op de reputatie van het onderwijsinstituut in kwestie, evenals je cijfers: of je behaald een (cum laude) first degree, of een tweedeklas ‘2:1’. Met enig ander resultaat kun je het wel vergeten: van met de hakken over de sloot is men hier niet gediend. Het is echter met name de geschatte kwaliteit van de academische scholen die het Britse systeem zo pijnlijk oneerlijk maakt. The Times publiceert jaarlijks een overzicht van de beste en slechte unis, op alle denkbare vlakken. Uiteindelijk komt het er echter altijd op neer dat enkel een eersteklas Oxbridge Graduate altijd zonder kloppen binnen lijkt te kunnen komen. De rest, indien afkomstig van een (tweedeklas) red brick university zoals ik, kan enkel en alleen slagen door van lage dieptes op te klimmen tot acceptabele hoogten. De mensen die met een papiertje van derderangs-universiteiten zwaaien komen helemaal niet aan de bak. De immer groeiende groep pas afgestudeerden wordt hier dan ook vaker dan niet uitgebuit, met name op financieel vlak.

En toch blijft de illusie van het universitair ideaal overeind. De idealen van Labour zijn ook prachtig in wat nog immer een onomwonden klassenmaatschappij genoemd mag worden. De concurrerende aard van het Britse schoolsysteem zorgt er echter voor dat, als je eenmaal als Oxbridgewaardig bent bestempeld, je je hele leven goed zit. Als studentje van Manchester Metropolitan University, Westminster University of Liverpool Hope University wordt je echter voor altijd op een bepaalde trede geplaatst. Social climbing wordt je met een kwalitatief slecht diploma dan ook vrijwel onmogelijk gemaakt. Om maar te zwijgen over de mensen die in Nederland een waardevolle MBO-opleiding hadden gedaan, en hier op hun zestiende geluk hebben als ze ergens als laagbetaalde apprentice aan te slag kunnen om een vak te leren.

Nee. Soms weet je dat het gewoon niet werkt. De conservatieven zullen, als ze in mei eenmaal daadwerkelijk de macht hebben gegrepen, best serieus nadenken over het voorstel van Lord Patten. Als het aan Labour ligt, wordt 90% van de universitaire diploma's waardeloos, maar als het aan de Tories ligt, wordt het nog een stukje erger. De 10% aan hele nuttige diploma's wordt dan namelijk ook nog eens gereserveerd voor mensen die best een berg met geld uit de familiekluis kunnen missen. Het doet me pijn dat Engeland na al die jaren nog steeds zoveel moeite heeft een moderne samenleving op te leiden, talent te stimuleren en iedereen een plek te geven waarvan hij of zij alle ruimte heeft te manoeuvreren en keuzes te maken om uiteindelijk het door de persoon zelf meest gewenste pad te volgen. Huiskamer na huiskamer met foto's van gewaden en hoedjes, en ouders die glimmen van trots. Ik vraag me af hoeveel van de dochters en zonen zouden er vannacht van wakker liggen dat hun dromen wellicht nooit vervuld zullen kunnen worden.

zondag 14 maart 2010

Verkeerde vrienden in Londen

Vorig jaar werd het duidelijk dat Wilders een Britse blunder uit wist te buiten door terecht vrijheid van meningsuiting op te eisen, nadat hem de toegang tot het Verenigd Koninkrijk geweigerd was. Nu hij ook daadwerkelijk voet op Britse bodem heeft mogen zetten, is het in ieder geval in Groot-Brittannië duidelijk geworden uit welk hout hij is gesneden. Beduusd en al wensen de Britten ons succes, en pakken zij de draad weer op wat betreft hun eigen verkiezingsstrijd. Eén dagje Geert blijkt voldoende om Engeland de ware aard van de blonde bombshelll te doen inzien. Wanneer ziet Nederland nou eens het licht?

Aangezien Wilders in het Engels de welbespraaktheid mist, die hem anders zo goed van pas komt om het gebrek aan nuance in zijn ideeën te onthullen, is het misschien geen grote verrassing dat de steun die hij in het Britse aantrekt uit de hoek komt van de meest onbeschaamde neofascisten te Engeland, onder de vlag van de English Defence League. Wilders mocht dan wel uitgenodigd zijn door de veel mildere, eurosceptische UK Independence Party, zijn Londense optreden legt zijn gevaarlijke extremisme onbarmhartig bloot, wellicht meer dan zijn bedoeling was. Zo waren er voor de Britten uiterst ongepaste verwijzingen (pedofilie is hier enkel en alleen gereserveerd voor maatschappelijke hysterie over kindermisbruik), slordigheden (hoe kan een politicus zijn opvattingen theologisch onderbouwen wanneer hij een heilig boek vergelijkt met een Disney-eend, in Engeland overigens geen weekblad voor kinderen) en botte beledigingen op een persoon (‘Erdogan is een engerd, joh’).

De hoogst ondoordachte beslissing van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jacqui Smith om Wilders de toegang tot het land te ontzeggen was overigens niet alleen te wijten aan het gebrek aan kennis van de slachtoffertactieken van Wilders, maar ook aan het feit dat dergelijke politieke fenomenen zo ver afstaan van de Britse werkelijkheid. Wat dat betreft zit men in Groot-Brittannië met oogkleppen en al nog middenin de fase Janmaat: de golf van publieke verontwaardig en demonstraties naar aanleiding van de uitnodiging van de leider van de British National Party Nick Griffin in een politiek BBC-programma was zo enorm, dat het al gauw duidelijk werd dat het hier nog heel normaal wordt geacht dat dergelijke extreme meningen geen openbaar podium verdienen. Daarmee wordt verhuld dat er een gestaag groeiende groep Britten bestaat, die extreemrechtse sympathieën lijken te hebben – gevoed door tabloids als de Daily Mail, waar xenofobie tussen de regels door niet gemakkelijk te missen is. Het verschil is echter dat dit land geen verkiezingsstelsel kent dat ruimte biedt voor Wilders-achtige bangmakerij of doodsimpele oplossingen voor complexe maatschappelijke problemen.

Toch waren het geen horden bezorgde burgers die deze Nederlandse verlosser vrijdag hier in Londen stonden te onthalen. Natuurlijk heerst er op weg naar de verkiezingen, net zoals in Nederland, veel onvrede. De geschiedenis leert ons dat de Britten en hun tweepartijensysteem het echter niet zo hebben op revoluties in het algemeen, en oproerkraaiers in het bijzonder. De taal die Wilders uitslaat choqueert niet alleen de Britse pers, zoals de Volkskrant vrijdag al berichtte, maar vervreemdt ook alle Britten die eventueel sympathiek tegenover zijn ideeën zouden staan. Alleen de rellende skinheads die Wilders vrijdag onthaalden lijken zich echt prettig te voelen bij zijn gedachtegoed. In plaats van Wilders te laten genieten van speculaties over internationale roem, mag de Nederlandse pers dan ook best wat duidelijker zijn over de vraagtekens die internationaal bij hem gezet worden, en, in het verlengde daarvan, bij het land waarin hij groot is geworden.

En voor alle Nederlanders die toch stiekem een heel klein beetje trots zijn op Wilders’ debuut in de Londense schijnwerpers, noem ik graag de komische noot die the Guardian in haar artikel over het hoge bezoek toevoegde: zegt die ene Engelse rechts-extremist tegen de andere Engelse rechts-extremist: ‘Waarom sta je in hemelsnaam met een Franse vlag te zwaaien?’

dinsdag 9 maart 2010

Spring in one's step.

Niks Lente, Lent. De sfeer in Londen is soberend koel en helder, alsof we er constant aan herinnerd dienen te worden dat de vastenperiode nog wel even te gaan heeft. Zelfs de verwarming laat mij weten dat er nog iets aan winters lijden uitgeperst dient te worden, en geeft er spontaan de brui aan.

De Londenaar is in de war. In de metro zie je soms hoeveelheden sjalen en truien die in het barre winterweer van de eerste twee maanden van 2010 nog in de kast bleven liggen. Alsof de vaak zo trouwe Engelse chromosomen die jonge meisjes nagenoeg naakt op straat laten lopen onherstelbaar in de war zijn gebracht door die lente die maar op zich laat wachten.

Zelfs het nieuws praat enkel en alleen vol smacht over de dingen die simultaan met de zon verwacht worden. De wereldbeker voetbal. De verkiezingen. De jubileum-editie van Glastonbury. Met uitzondering van de al hoe slaapverwekkende Chilcott Inquiry, die na hoogtepunt Blair een zwaar dieptepunt kende in de vorm van toenmalig Minister van Financiën Brown die het kostenplaatje van de Iraq-oorlog eens in detail uit ging leggen. Dan praat je ook liever over het weer.

In de kantine van mijn frisdrankengigant lees ik met lauw enthousiasme het bord dat de naderende culinaire thema's aankondigt. In afwachting van chocoladehazen en 'traditionele' laffe chocolade-eieren met crèmevulling - vanaf Nieuwjaarsdag is 1 januari tot en met Tweede Paasdag op Londense dubbeldekkers walgelijk genoeg als cream egg season uitgeroepen - zou Londen kennelijk bijna vergeten dat een zekere trouw roepende Londenaar deze week verjaart.

Geen zorgen, lezers. De stad slaapt nooit. Metaforisch gesproken dan: een Big Apple is het niet, en de metro blijft er dan ook netjes om middernacht mee op houden. Een feestje is er echter altijd wel te vieren, daar heb je in Londen geen zonneschijn of werkende thermostaat voor nodig. En anders mag de verjaardagsvisite haar mutsen en sjaals gewoon lekker ophouden.