dinsdag 30 maart 2010

Klik

Met de Pasen zit ik lekker in Manchester. Naarmate het natter en warmer wordt in Londen, verwacht je soms terug naar de heerlijk warme noord-Engelse klinkers en y'alright loves die je hier en daar tegemoet komen. De winterjas is uit, zomerjas aan, en je verwacht bijna dat de Londenaars in de metro daarom ook iets zonniger uit hun ogen gaan kijken. Onzin natuurlijk, dergelijke metropoolse blikken staan immers permanent op oneindig, maar soms wacht je op een wonder.

Tegelijkertijd is Londen ook weer heerlijk: het sociale isolement heeft ook zeker zijn voordelen, aangezien je tenminste door iedereen met rust gelaten wordt. Hemels rustig voelde ik me dan ook in een stampvolle Queen's Gallery, waar ik de hoogst interessante tentoonstelling over het meest succesvolle gearrangeerde huwelijk van de negentiende eeuw mocht bezoeken. Victoria & Albert bevatte een rijke collectie aan schatten die de koninklijke tortelduifjes door de jaren heen verzameld hadden. De dwang die ze kennelijk voelden om elk moment, elke reis die ze maakten vast te leggen in de vorm van schilderingen op reisdagboekformaat was kennelijk zo sterk dat ze aan leken te voelen dat het huwelijk maar vijftien korte jaren zou duren, voordat Albert op jonge leeftijd het lootje legde.

Ik bedacht me opeens dat ik tijdens dit prachtjaar veel meer foto's had moeten maken. Mentaal zit elk belangrijk moment, elk hoogte- en dieptepunt, nog altijd diep in mijn geheugen gegrift. En toch, om door te geven hoe bijzonder deze huiselijke reis is en is geweest, is een afstandelijke en realistische schets van het heden vaak een broodnodig geheugensteuntje. Hetzelfde geldt voor deze blog, een prettige plek om mijn gevoelens over de Britse hoofdstad en haar inwoners te uiten, die ik toch vanaf nu beter ga benutten. Isolement of gemeenschap, je verheven voelen of juist heel klein, dat gevoel wil ik wel kunnen vasthouden.

Dus. Met nog een hele verkiezing en een aantal hele bijzondere momenten voor me, ga ik knippen, schrijven, vastleggen. Pebbledash palace blijft nog even luid roepen.

woensdag 17 maart 2010

Universitair elitair

Prachtig, de hoogst traditionele gang van zaken op Britse universiteiten. Als oer-Hollandse student Engels die via Utrecht en Liverpool afstudeerde aan de University of Manchester, kijk ik vaak met trots naar de foto van mij en breed lachende ouders, gekleed in cap and gown, een nepdiploma enigszins angstvallig in de handen geklemd. Maar hoe waardevol is dit moment van pure trots nou eigenlijk? Volgens Lord Patten, hoofd van de universiteit van Oxford, is dit aardig wat meer dan het kost. Vorige week riep deze beste man voor de zoveelste keer maar eens weer dat de collegegelden in Engeland preposterously low zijn. Om te kunnen concurreren met universiteiten op wereldklasse moet de regering eens stoppen om universiteiten te dwingen om studenten niet meer te vragen dan de schamele £3200 die de Britse voltijdstudent reeds wordt geacht om jaarlijks op te hoesten.

Na ruim twee jaar doorgebracht te hebben op Britse universiteiten, waarbij ook ik moest geloven aan het collegegeld dat drie keer hoger ligt dan dat in Nederland, heb ik wel een beetje door hoe waardevol goede universitaire instituten zijn in dit land. Ik wil nou niet zeggen dat de uitstekende faciliteiten, waaronder 24-uur computerclusters, geweldige bibliotheken en een zeer behulpzaam carrièrecentrum de hoogte van de gelden helemaal terecht maakte, maar ik had tenminste het idee dat ik enigszins waar voor mijn geld kreeg.

Toen ik, een jaar voor ik zelf ponden in plaats van euro's neer te hoefde te tellen voor mijn Master’s, voor het eerst introk bij betalende Britse studenten, begon ik echter wel te twijfelen aan hoe eerlijk dit systeem daadwerkelijk is. De helft van mijn huisgenoten had zich een jaar eerder aangemeld voor de universiteit, om er vervolgens een jaar tussenuit, op gap year, te gaan. De andere helft had zich pas datzelfde jaar aangemeld, kort nadat de collegegelden van duizend naar drie duizend harde ponden omhoog was geschoten. Zo genoot de ene helft van het overbevolkte Liverpoolse studentenhuis van hetzelfde onderwijs als de rest, voor een schamele 2000 pond minder. De toon was gezet.

Toen Labour in 1997 haar linkse landslide victory voor elkaar wist te boksen, beloofde Tony al flink te spenderen aan onderwijs, onderwijs, onderwijs. Mensen van alle klassen, gebieden en achtergronden moesten net zo gemakkelijk een universitaire opleiding kunnen volgen als de gemiddelde Tory toff. De zogenaamde Polytechnics, vergelijkbaar met onze HBO's en MBO's, kregen spontaan een zak geld toegestopt en werden aangemoedigd om niet alleen om het aantal studieplekken te verhogen, maar ook om alle College-gerelateerde namen over te zetten naar het in Nederland zo beschermde 'universiteit'. Warempel, het aantal mensen met een 'universitaire' opleiding in de UK is de afgelopen jaren enorm omhoog geschoten.

Als werkzoekende in Londen schrijf je met trots je voltooide opleidingen op je curriculum vitae. Natuurlijk ga je ervan uit dat de Universiteit Utrecht niet dezelfde snaar raakt als een Oxford of Cambridge, maar, zoals duidelijk is in het Nederlandse, het feit dat je over een academisch werk- en denkniveau beschikt zet over het algemeen zoden aan de dijk. Met het u-woord dat zo langzamerhand steeds minder significant lijkt te worden, ligt de nadruk steeds vaker op de reputatie van het onderwijsinstituut in kwestie, evenals je cijfers: of je behaald een (cum laude) first degree, of een tweedeklas ‘2:1’. Met enig ander resultaat kun je het wel vergeten: van met de hakken over de sloot is men hier niet gediend. Het is echter met name de geschatte kwaliteit van de academische scholen die het Britse systeem zo pijnlijk oneerlijk maakt. The Times publiceert jaarlijks een overzicht van de beste en slechte unis, op alle denkbare vlakken. Uiteindelijk komt het er echter altijd op neer dat enkel een eersteklas Oxbridge Graduate altijd zonder kloppen binnen lijkt te kunnen komen. De rest, indien afkomstig van een (tweedeklas) red brick university zoals ik, kan enkel en alleen slagen door van lage dieptes op te klimmen tot acceptabele hoogten. De mensen die met een papiertje van derderangs-universiteiten zwaaien komen helemaal niet aan de bak. De immer groeiende groep pas afgestudeerden wordt hier dan ook vaker dan niet uitgebuit, met name op financieel vlak.

En toch blijft de illusie van het universitair ideaal overeind. De idealen van Labour zijn ook prachtig in wat nog immer een onomwonden klassenmaatschappij genoemd mag worden. De concurrerende aard van het Britse schoolsysteem zorgt er echter voor dat, als je eenmaal als Oxbridgewaardig bent bestempeld, je je hele leven goed zit. Als studentje van Manchester Metropolitan University, Westminster University of Liverpool Hope University wordt je echter voor altijd op een bepaalde trede geplaatst. Social climbing wordt je met een kwalitatief slecht diploma dan ook vrijwel onmogelijk gemaakt. Om maar te zwijgen over de mensen die in Nederland een waardevolle MBO-opleiding hadden gedaan, en hier op hun zestiende geluk hebben als ze ergens als laagbetaalde apprentice aan te slag kunnen om een vak te leren.

Nee. Soms weet je dat het gewoon niet werkt. De conservatieven zullen, als ze in mei eenmaal daadwerkelijk de macht hebben gegrepen, best serieus nadenken over het voorstel van Lord Patten. Als het aan Labour ligt, wordt 90% van de universitaire diploma's waardeloos, maar als het aan de Tories ligt, wordt het nog een stukje erger. De 10% aan hele nuttige diploma's wordt dan namelijk ook nog eens gereserveerd voor mensen die best een berg met geld uit de familiekluis kunnen missen. Het doet me pijn dat Engeland na al die jaren nog steeds zoveel moeite heeft een moderne samenleving op te leiden, talent te stimuleren en iedereen een plek te geven waarvan hij of zij alle ruimte heeft te manoeuvreren en keuzes te maken om uiteindelijk het door de persoon zelf meest gewenste pad te volgen. Huiskamer na huiskamer met foto's van gewaden en hoedjes, en ouders die glimmen van trots. Ik vraag me af hoeveel van de dochters en zonen zouden er vannacht van wakker liggen dat hun dromen wellicht nooit vervuld zullen kunnen worden.

zondag 14 maart 2010

Verkeerde vrienden in Londen

Vorig jaar werd het duidelijk dat Wilders een Britse blunder uit wist te buiten door terecht vrijheid van meningsuiting op te eisen, nadat hem de toegang tot het Verenigd Koninkrijk geweigerd was. Nu hij ook daadwerkelijk voet op Britse bodem heeft mogen zetten, is het in ieder geval in Groot-Brittannië duidelijk geworden uit welk hout hij is gesneden. Beduusd en al wensen de Britten ons succes, en pakken zij de draad weer op wat betreft hun eigen verkiezingsstrijd. Eén dagje Geert blijkt voldoende om Engeland de ware aard van de blonde bombshelll te doen inzien. Wanneer ziet Nederland nou eens het licht?

Aangezien Wilders in het Engels de welbespraaktheid mist, die hem anders zo goed van pas komt om het gebrek aan nuance in zijn ideeën te onthullen, is het misschien geen grote verrassing dat de steun die hij in het Britse aantrekt uit de hoek komt van de meest onbeschaamde neofascisten te Engeland, onder de vlag van de English Defence League. Wilders mocht dan wel uitgenodigd zijn door de veel mildere, eurosceptische UK Independence Party, zijn Londense optreden legt zijn gevaarlijke extremisme onbarmhartig bloot, wellicht meer dan zijn bedoeling was. Zo waren er voor de Britten uiterst ongepaste verwijzingen (pedofilie is hier enkel en alleen gereserveerd voor maatschappelijke hysterie over kindermisbruik), slordigheden (hoe kan een politicus zijn opvattingen theologisch onderbouwen wanneer hij een heilig boek vergelijkt met een Disney-eend, in Engeland overigens geen weekblad voor kinderen) en botte beledigingen op een persoon (‘Erdogan is een engerd, joh’).

De hoogst ondoordachte beslissing van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jacqui Smith om Wilders de toegang tot het land te ontzeggen was overigens niet alleen te wijten aan het gebrek aan kennis van de slachtoffertactieken van Wilders, maar ook aan het feit dat dergelijke politieke fenomenen zo ver afstaan van de Britse werkelijkheid. Wat dat betreft zit men in Groot-Brittannië met oogkleppen en al nog middenin de fase Janmaat: de golf van publieke verontwaardig en demonstraties naar aanleiding van de uitnodiging van de leider van de British National Party Nick Griffin in een politiek BBC-programma was zo enorm, dat het al gauw duidelijk werd dat het hier nog heel normaal wordt geacht dat dergelijke extreme meningen geen openbaar podium verdienen. Daarmee wordt verhuld dat er een gestaag groeiende groep Britten bestaat, die extreemrechtse sympathieën lijken te hebben – gevoed door tabloids als de Daily Mail, waar xenofobie tussen de regels door niet gemakkelijk te missen is. Het verschil is echter dat dit land geen verkiezingsstelsel kent dat ruimte biedt voor Wilders-achtige bangmakerij of doodsimpele oplossingen voor complexe maatschappelijke problemen.

Toch waren het geen horden bezorgde burgers die deze Nederlandse verlosser vrijdag hier in Londen stonden te onthalen. Natuurlijk heerst er op weg naar de verkiezingen, net zoals in Nederland, veel onvrede. De geschiedenis leert ons dat de Britten en hun tweepartijensysteem het echter niet zo hebben op revoluties in het algemeen, en oproerkraaiers in het bijzonder. De taal die Wilders uitslaat choqueert niet alleen de Britse pers, zoals de Volkskrant vrijdag al berichtte, maar vervreemdt ook alle Britten die eventueel sympathiek tegenover zijn ideeën zouden staan. Alleen de rellende skinheads die Wilders vrijdag onthaalden lijken zich echt prettig te voelen bij zijn gedachtegoed. In plaats van Wilders te laten genieten van speculaties over internationale roem, mag de Nederlandse pers dan ook best wat duidelijker zijn over de vraagtekens die internationaal bij hem gezet worden, en, in het verlengde daarvan, bij het land waarin hij groot is geworden.

En voor alle Nederlanders die toch stiekem een heel klein beetje trots zijn op Wilders’ debuut in de Londense schijnwerpers, noem ik graag de komische noot die the Guardian in haar artikel over het hoge bezoek toevoegde: zegt die ene Engelse rechts-extremist tegen de andere Engelse rechts-extremist: ‘Waarom sta je in hemelsnaam met een Franse vlag te zwaaien?’

dinsdag 9 maart 2010

Spring in one's step.

Niks Lente, Lent. De sfeer in Londen is soberend koel en helder, alsof we er constant aan herinnerd dienen te worden dat de vastenperiode nog wel even te gaan heeft. Zelfs de verwarming laat mij weten dat er nog iets aan winters lijden uitgeperst dient te worden, en geeft er spontaan de brui aan.

De Londenaar is in de war. In de metro zie je soms hoeveelheden sjalen en truien die in het barre winterweer van de eerste twee maanden van 2010 nog in de kast bleven liggen. Alsof de vaak zo trouwe Engelse chromosomen die jonge meisjes nagenoeg naakt op straat laten lopen onherstelbaar in de war zijn gebracht door die lente die maar op zich laat wachten.

Zelfs het nieuws praat enkel en alleen vol smacht over de dingen die simultaan met de zon verwacht worden. De wereldbeker voetbal. De verkiezingen. De jubileum-editie van Glastonbury. Met uitzondering van de al hoe slaapverwekkende Chilcott Inquiry, die na hoogtepunt Blair een zwaar dieptepunt kende in de vorm van toenmalig Minister van Financiën Brown die het kostenplaatje van de Iraq-oorlog eens in detail uit ging leggen. Dan praat je ook liever over het weer.

In de kantine van mijn frisdrankengigant lees ik met lauw enthousiasme het bord dat de naderende culinaire thema's aankondigt. In afwachting van chocoladehazen en 'traditionele' laffe chocolade-eieren met crèmevulling - vanaf Nieuwjaarsdag is 1 januari tot en met Tweede Paasdag op Londense dubbeldekkers walgelijk genoeg als cream egg season uitgeroepen - zou Londen kennelijk bijna vergeten dat een zekere trouw roepende Londenaar deze week verjaart.

Geen zorgen, lezers. De stad slaapt nooit. Metaforisch gesproken dan: een Big Apple is het niet, en de metro blijft er dan ook netjes om middernacht mee op houden. Een feestje is er echter altijd wel te vieren, daar heb je in Londen geen zonneschijn of werkende thermostaat voor nodig. En anders mag de verjaardagsvisite haar mutsen en sjaals gewoon lekker ophouden.

zondag 7 maart 2010

Buitengesloten

Heb meelij met de pseudo-Brit. De samenleving die zo vaak toch zo toegankelijk lijkt, blijkt toch vaak een stapje terug te doen als je net iets te dichtbij wilt komen. In mijn voormalige, veel Engelser thuissteden, Liverpool en Manchester, was dit gek genoeg veel minder duidelijk dan in de grote smeltkroes der culturen waar ik heden mijn bedje spreid. Een doorzetter als ik kan gemakkelijker naar Londen verhuizen en zelfs zonder al te veel moeite een baan vinden, maar tot een zekere hoogte wordt je er constant van van bewust gemaakt dat je altijd een buitenstaander zult blijven.

Kun je de laatste persoon die uit de coupé stapt beschrijven? Zo luidt de vraag op een indringende zilveren poster in de metro. Ik concentreer me diep en weet zowaar een gedetailleerde persoonsschets van de willekeurige dame in kwestie uit de hoed te toveren: zwarte huiskleur, gezet, rond de 50 en wat sproetjes en een bril met een zwaar montuur. Met een snufje zelfgenoegen staar ik weer eens naar de poster, en lees dit maal de kleine lettertjes: MI6 accepteert enkel en alleen aanmeldingen van sollicitanten met een Brits paspoort.

Beetje flauw, ik weet het. Natuurlijk is de identiteit van de agenten van elke veiligheidsdienst een heikel punt. Naarmate de verkiezingen naderbij komen, voel ik het gevoel er niet helemaal bij te horen echter steeds iets sterker. Ook gek eigenlijk, zo'n systeem waarbij een enkel parlementslid iedereen in jouw stadsdeel vertegenwoordigt, of ze nou wel op je hebben gestemd, niet op je hebben gestemd, of in de eerste plaats helemaal niet mochten stemmen. En dan is er nog de opmars van de hoogst eurosceptische Tories, waarbij ik me als EU-burger die zich vrij en blij in een ander land heeft gevestigd, mede mogelijk gemaakt door Blair en Brown, toch niet helemaal prettig voel. Ben ik straks nog wel net zo welkom?

Pessimisme hoort er ook bij, hier in de grote stad. En voor je het weet vul ik een belastingformulier in wat mij meedeelt dat ik een fors deel van mijn verdiensten aan Her Majesty's Treasury in dien te leveren, en er dus toch een beetje bij hoor. Met een glimlach op mijn gezicht zet ik de BBC op, zondagavond kostuumdrama-avond. Daar heb ik, voor het eerst sinds jaren fervent de Beeb kijken, door middel van publieke gelden immers ook diep voor in de buidel getast.

woensdag 3 maart 2010

Verkiezingskoorts: een kleine verhoging

Verkiezingen in Nederland. In democratisch hart Den Haag groet een grote menigte de olympische helden van schaats en sneeuw. Omstreeks dezelfde tijd rijdt een eenzame gouden heldin van de skeleton-bobslee in een open dubbeldekker door hartje Londen, haar enthousiasme alles behalve bekoeld. Ondanks een gebrek aan ijzige helden broeit de verkiezingskoorts hier nog slechts onder de oppervlakte, en is men blissfully unaware dat er in het boekwerk van de electorale strijd aan de andere zijde van het Kanaal heden avond een interessant hoofdstuk aan staat te breken.

De Britse pers is, met enige schroom over de zoveelste tegenvallende Winterspelen, deze week met hele andere dingen bezig, met name met twee van de meest roemruchte strafzaken van de laatste decennia van de twintigste eeuw. Van de week bleek dat de beroemdste seriemoordenaar van de jaren 70/80, de zogenaamde Yorkshire Ripper, over een tijd op vrije voeten hoopt te komen, en vandaag werd bekend dat één van de dadertjes van de gruwelijke moord op peuter James Bulger in 1993 kort na zijn vrijlating opnieuw is vastgezet vanwege het verbreken van de voorwaarden van zijn borgtocht. Van Daily Mail tot BBC, macabere fascinatie en overdovende gemeenschappelijke verontwaardiging verdringen elke discussie over de politieke toekomst van het land.

Soms lijkt het wel alsof de Britse media zich het prettigst voelen bij emotioneel beladen nieuwsverhalen. Natuurlijk, de kranten berichten dagelijks wel degelijk de laatste peilingen voor de parlementaire verkiezingen in mei/juni, en met name de Guardian weet haar lezers vaak te wijzen op de gevaren van het wederkeren van de Tories te 10 Downing Street (vandaag: pas op BBC, de Tories are coming, en Ruport Murdoch er gratis bij). Toch verbaast het me dat er zo'n twee, drie maanden voor het circus losbarst relatief weinig verkiezingsonrust te merken is onder de mensen. Wellicht is dit omdat de Britten zich nog maar weinig van de strijd voor kunnen stellen: dé datum is nog niet vastgesteld, wat toch wel de grootste schande van het Britse democratische bestel mag heten.

Desondanks behoort een tweede golf postergeweld van David Cameron's Tories tot de meest besproken onderwerpen van het moment. Opnieuw stond ik in de sportschool oog in oog met een wanhopige roep om conservatieve steun. Een jonge vrouw, haar kinderen vaag op de achtergrond, heeft nooit eerder Tory gestemd, maar ze hebben zulke goede plannen voor families. David is een sluwe vos. Eenzelfde vrouw zit immers in miljoenen verschillende huiskamers op de bank, en trekt haar kroost na de berichten over sadistische moordenaars even iets dichter naar zich toe. Langzaam maar zeker komt meneer Cameron de Britse huiskamers binnenzetten, en valt het steeds beter te bevatten dat zijn glimmende hoofd dadelijk Downing Street betrekt.

Gelukkig heeft de eenzame bobster geen idee van het hartelijke, zelfs koninklijke onthaal dat haar collega's in de Lage Landen vandaag ontvingen. Van Wilders hebben de Britten vanwege zijn Heathrow-avontuur wel gehoord, maar of ze doorhebben dat de gevreesde maand juni nog wel eens veel drastischer zou kunnen verlopen in het land van de Hollanders is sterk de vraag. Toch maar liever een glimmende Tory dan een Wilders en diens islamofobische kornuiten. En daarom ben ik blij dat ik mijn stemrecht kan gebruiken daar waar dit het broodnodigst is.

Eén troost: de internetgeneratie weet gelukkig wel raad met de Conservatieve postercampagne http://mydavidcameron.com/