Tweede campagnedag, en ik wordt al hoe nieuwsgieriger hoe machtig, ofwel machteloos de Britse kiezer zich voelt. Ik had het gisteren al even over de excentrieke wijze waarop de kiezer uit het ene kiesdistrict veel meer macht heeft dan die uit de ander, en dus ook meer prominente politici aan de deur kan verwachten. Lo and behold, wat lees ik vandaag in de London Evening Standard: 'mijn' Tooting, één van de meest bepalende London boroughs. De LES gaat verder: "A seat David Cameron dearly wants, partly because it would mark a swing almost certainly big enough to make him prime minister." Blimey. Als je dat leest, vraag je je af waarom ze 's werelds minst charismatische Tory hier al maanden van deur tot deur laten hobbelen. Je zou toch minstens verwachten dat een Cameron of Osborne hier binnenkort zelf langskomen voor een bakkie.
Misschien een goed moment om je als kiezer toch wat invloedrijker te wanen. Niet dat ik hier ook maar één rood potlood ter hande mag nemen, maar ik leef wel van harte mee met een volk dat al sinds het begin der tijden vastzit aan een idioot districtenstelsel. Op weg naar huis bleek vanmiddag nog maar eens even dat één Londenaar best wel eens machtig kan zijn. Midden in de avondspits bij Balham voor de trein springen, en je bent spontaan verantwoordelijk voor een massale exodus van zuid-Londenaars bij Stockwell tube station, waardoor iedereen ten zuiden van de rivier minstens een uur later thuis is. Macht van het individu, hè.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten