Het kon ook niet meer lang duren. Toen ik van de week mijn zoveelste wandeling richting het sportcentrum in Tooting Bec maakte, werd ik tegemoetgetwinkeld en –geschitterd door een tiental middelgrote kerstdecoraties. Nu is de kerstafdeling in Harrod’s al open vanaf augustus en liggen de feestelijke mince pies alweer een paar weken bij de locale Sainsbury’s, maar wat de stadse kerstlichtjes betreft, is het een heel ander verhaal.
In de meeste Britse steden is het aansteken van de kerstversiering in een omvangrijke gebeurtenis. Op een doordeweekse avond in begin november, organiseren de meeste gemeentes een flinke fuif om het commerciële kerstseizoen in te luiden. Meestal wordt er een (semi-)beroemdheid aangesleept om op de uitbundig uitgedoste Knop des Lichts te drukken (zo heb ik onder andere de Rotterdamse/Scouse voetbalheld Dirk Kuyt op de Liverpoolse knop mogen zien drukken in 2006), waarna het centrum tot begin januari zal baden in licht en vaak smakeloze kersttoestanden. Natuurlijk zijn er ook uitzonderingen: in de sjieke winkelstraten van Londen, zijn de straten stijlvol en gebalanceerd voorzien van seasonal pracht en praal. Wat voor ceremonie daarbij komt kijken, valt nog te bezien: voorlopig loopt Tooting flink vooruit op de andere metropoolse wijken.
Het meest komische is nog, dat dit deel van Upper Tooting Road voor 95% bestaat uit kleine ondernemers die absoluut geen kerst zullen vieren. Ik vraag me zelfs af of de meeste klanten van de halalslagers, winkels vol Indiase gewaden en oosterse delicatessenzaken wel echt iets hebben met het feest dat door de flikkerende straatversieringen wordt aangekondigd. En aangezien mijn cultuur me voorschrijft elke vorm van kerstdecoraties voor 6 december te weren, negeer ook ik de flitsende kerstmannen. In ieder geval tot er goed en wel op een knop is gedrukt.
woensdag 30 september 2009
dinsdag 29 september 2009
Honden en helder op de Heath
Zelfs een multinational is niet immuun voor een kink in de kabel. Even na vieren flikkerden de lichten in het kantoor en slaakten alle Coca Computers een diepe zucht, om vervolgens pontificaal te weigeren om nog enig teken van leven te vertonen. Hoewel ik van plan was door te werken tot hald zes, kregen we al snel de mededeling dat het vrij zinloos was om op het kantoor te blijven. Als een stel dolle schoolkinderen renden we de straten van Uxbridge op, waarna mij spontaan een lift werd aangeboden door twee collega's. De twee meiden carpoolen dagelijks naar Uxbridge, maar wonen, helaas helaas, in noord- en niet in zuid-Londen. Hadden huisgenoot en ik maar gekozen voor de krappe doch stijlvolle flat in Archway, dan had de carpooldienst vertalers een hoop tijd en geld bespaard.
Maar goed. Middagje noord-Londen is extra bijzonder als je er weinig komt. En als ik noord zeg, bedoel ik ook noord. Niet Camden, Angel of Kentish Town, maar de poepsjieke wijken rond Hampstead Heath, het ruwe natuurgebied bij Kenwood House (denk Notting Hill, de film) met een prachtig uitzicht over de Londense skyline (ik zou er bijna aan wennen). Bovendien reden we zowaar door de meest protserige straat die ik ooit heb mogen aanschouwen. Onpraktische kasten van huizen, villa na villa, met minstens drie auto's voor de deur. Kennelijk wonen George Michael en Spicegirl Geri in deze contrijen. En ik maar blij zijn met de drie soapacteurs en dubieuze Amerikaanse serie-actrice die ik tot nu toe heb gespot.
Uiteindelijk ben ik lekker gaan wandelen met collega Merry en diens hond op de Heath (heide), wat weer een wereld op zich bleek. Met een knagend gevoel van herkenning - 101 Dalmatiers, de Disney-versie - zag ik hoe baasje en hond op elkaar leken, hoe de hippe Londenaar het joggen met het uitlaten van hun viervoeter combineert en hoe de ruwe, heuvilge en prachtige Heath de meest stadse Londenaar - met uitzondering van een luid telefonerende zakenpief - doet denken dat hij of zij zich in de vrije natuur bevindt. Het enige dat je herinnert aan je ware locatie is die continue opdoemende skyline, die dan ook weer zo ver weg lijkt dat de stadse buitenmens een zucht der verrukking slaakt. Ver weg, in Uxbridge, sprongen de computers weer aan. Morgen weer een dag.
Maar goed. Middagje noord-Londen is extra bijzonder als je er weinig komt. En als ik noord zeg, bedoel ik ook noord. Niet Camden, Angel of Kentish Town, maar de poepsjieke wijken rond Hampstead Heath, het ruwe natuurgebied bij Kenwood House (denk Notting Hill, de film) met een prachtig uitzicht over de Londense skyline (ik zou er bijna aan wennen). Bovendien reden we zowaar door de meest protserige straat die ik ooit heb mogen aanschouwen. Onpraktische kasten van huizen, villa na villa, met minstens drie auto's voor de deur. Kennelijk wonen George Michael en Spicegirl Geri in deze contrijen. En ik maar blij zijn met de drie soapacteurs en dubieuze Amerikaanse serie-actrice die ik tot nu toe heb gespot.
Uiteindelijk ben ik lekker gaan wandelen met collega Merry en diens hond op de Heath (heide), wat weer een wereld op zich bleek. Met een knagend gevoel van herkenning - 101 Dalmatiers, de Disney-versie - zag ik hoe baasje en hond op elkaar leken, hoe de hippe Londenaar het joggen met het uitlaten van hun viervoeter combineert en hoe de ruwe, heuvilge en prachtige Heath de meest stadse Londenaar - met uitzondering van een luid telefonerende zakenpief - doet denken dat hij of zij zich in de vrije natuur bevindt. Het enige dat je herinnert aan je ware locatie is die continue opdoemende skyline, die dan ook weer zo ver weg lijkt dat de stadse buitenmens een zucht der verrukking slaakt. Ver weg, in Uxbridge, sprongen de computers weer aan. Morgen weer een dag.
zaterdag 26 september 2009
Hollander en de heuvels.
Te Londen heeft de Nederlander het moeilijker dan men zou denken. En dan heb ik het specifiek over de fietsende voormalige inwoner van ons kikkerlandje, waar ik me onder mag rekenen. Vanmiddag begaf ik me vol enthousiasme richting Crystal Palace, waar ik met een aantal Britse vrienden afgesproken had om één van de laatste zonnige middagen met een picknickmand in het gras door te brengen. Na een week op en neer naar Uxbridge had ik verrassend genoeg geen goesting in het openbaar vervoer, en besloot ik mijn teerbeminde fietsje nog eens af te stoffen. Hoewel ik mijn trouwe tweewieler niet al te vaak van stal haal, geniet ik wel van fietsen in het Londense, zeker op zonnige zaterdagmiddagen als deze, en zeker op weg naar centrum: een drukke, toch prachtige en platte route.
Deze kant was ik echter nog nooit heengefietst. Aangezien ik het kristallen paleis - niet de locatie van de allereerste wereldexpositie in 1851, maar wel de plek waar de Victorianen het enorme glazen complex naartoe verhuisden omdat ze na het grenzeloze succesvolle gebeuren in Hyde Park maar geen vaarwel konden zeggen, en waar het vervolgens in 1936 afbrandde - al menig maal op locale bussen had zien staan, kon het niet al te ver zijn, zo was mijn redenatie.
En ik had gelijk. Op het internet vond ik al snel een geschikte route. Als onderdeel van een enorm project dat het aantal tweewielers in de metropool omhoog moet doen schieten, heeft het kantoor van burgemeester Boris Johnson (het overkoepelende gemeentehuis) een website gelanceerd waarop je gemakkelijk fietsroutes kunt plannen door de stad. Deze Cycle Journey Planner vertelde mij doodleuk dat ik deze afstand wel in een halfuurtje zou kunnen trappen, terwijl de bus een vol uur over dezelfde reis zou doen.
Dankjewel Boris. Prima route, prachtig stukje Londen, lekker weer en geen lekke banden of losse zadels. Helaas. Ik kwam zover als Streatham, toen ik zowaar gedwongen werd de fietstour halverwege te voet voor te zetten. Geen heuvels maar bergen. Ik weet niet waarom de gemiddelde Nederlandse expat er zo op staat een fiets aan te schaffen: een stukje heimwee, een snufje patriotisme en een flinke scheut kneuterigheid wellicht. In mijn geval was het ook nog van belang dat de fiets een Hollands tintje had: geen semi-sportieve mountainbike maar een hoge damesfiets geschikt voor een lange Nederlandse jonge vrouw. Helaas kun je de fiets naar Engeland halen, maar het landschap niet.
Na twee uur dwalen en klimmen kwam ik dan eindelijk aan bij het afgesproken park, wat overigens prachtig was. De fundamenten van het paleis waren nog zichtbaar en de hoge locatie maakte de plek bijzonder mooi. Zelfs de forse zadelpijn en zere kuiten konden het majestueuze uitzicht over de Londense skyline niet verpesten. Één ding moet ik immers wel toegeven: voor de gemiddelde Nederlander is een mooi uitzicht even uitzonderlijk als het beklimmen van stadse bergen.
Deze kant was ik echter nog nooit heengefietst. Aangezien ik het kristallen paleis - niet de locatie van de allereerste wereldexpositie in 1851, maar wel de plek waar de Victorianen het enorme glazen complex naartoe verhuisden omdat ze na het grenzeloze succesvolle gebeuren in Hyde Park maar geen vaarwel konden zeggen, en waar het vervolgens in 1936 afbrandde - al menig maal op locale bussen had zien staan, kon het niet al te ver zijn, zo was mijn redenatie.
En ik had gelijk. Op het internet vond ik al snel een geschikte route. Als onderdeel van een enorm project dat het aantal tweewielers in de metropool omhoog moet doen schieten, heeft het kantoor van burgemeester Boris Johnson (het overkoepelende gemeentehuis) een website gelanceerd waarop je gemakkelijk fietsroutes kunt plannen door de stad. Deze Cycle Journey Planner vertelde mij doodleuk dat ik deze afstand wel in een halfuurtje zou kunnen trappen, terwijl de bus een vol uur over dezelfde reis zou doen.
Dankjewel Boris. Prima route, prachtig stukje Londen, lekker weer en geen lekke banden of losse zadels. Helaas. Ik kwam zover als Streatham, toen ik zowaar gedwongen werd de fietstour halverwege te voet voor te zetten. Geen heuvels maar bergen. Ik weet niet waarom de gemiddelde Nederlandse expat er zo op staat een fiets aan te schaffen: een stukje heimwee, een snufje patriotisme en een flinke scheut kneuterigheid wellicht. In mijn geval was het ook nog van belang dat de fiets een Hollands tintje had: geen semi-sportieve mountainbike maar een hoge damesfiets geschikt voor een lange Nederlandse jonge vrouw. Helaas kun je de fiets naar Engeland halen, maar het landschap niet.
Na twee uur dwalen en klimmen kwam ik dan eindelijk aan bij het afgesproken park, wat overigens prachtig was. De fundamenten van het paleis waren nog zichtbaar en de hoge locatie maakte de plek bijzonder mooi. Zelfs de forse zadelpijn en zere kuiten konden het majestueuze uitzicht over de Londense skyline niet verpesten. Één ding moet ik immers wel toegeven: voor de gemiddelde Nederlander is een mooi uitzicht even uitzonderlijk als het beklimmen van stadse bergen.
donderdag 24 september 2009
Verdwaald in vertaling.
Zoals ze dat hier zeggen. Al een week lang dwaal ik van Gedragscode tot cursus Coaching for Results, en hoewel het vertalen van deze bedrijfsbijbels me aardig gemakkelijk afgaat, verbaas ik me steeds meer over de inhoud van de stukken die de gemiddelde ambitieuze Coca man of vrouw tot zich dient te nemen. De gemiddelde frisdrankmanager moet immers verteld worden dat het accepteren van steekpenningen uit den boze is, en moet zich bij het coachen van zijn medewerkers raad weten met de driftkikker van het team: "Hoe reageert het team als je jouw stem verheft?" Het enige waar ik me nu nog zorgen over maak is dat ik mijn twee projecten per abuis door elkaar heen hussel, en steekpenningen bij Coca-Cola opeens verheven worden tot effectief coachmiddel.
Ik overdrijf. De documenten die ik dagelijks voor ogen krijg zijn vrij standaard, ik ben enkel te groen inzake bedrijfsjargon om al lezende het kaf van het koren te scheiden, en de enkele nuttige benulligheden uit deze gidsjes en cursussen te filteren. Verdwaald zal ik nog wel even blijven, maar ondertussen maak ik me maar wat bekwamer in het vocabulaire der managers en coaches en de zakelijke taalkunde. Flesje gratis cola erbij en ik leun tevreden achterover. Vandaag zit er weer op, zo lekker shoppen for Results.
Ik overdrijf. De documenten die ik dagelijks voor ogen krijg zijn vrij standaard, ik ben enkel te groen inzake bedrijfsjargon om al lezende het kaf van het koren te scheiden, en de enkele nuttige benulligheden uit deze gidsjes en cursussen te filteren. Verdwaald zal ik nog wel even blijven, maar ondertussen maak ik me maar wat bekwamer in het vocabulaire der managers en coaches en de zakelijke taalkunde. Flesje gratis cola erbij en ik leun tevreden achterover. Vandaag zit er weer op, zo lekker shoppen for Results.
dinsdag 22 september 2009
Lee(s) uit Londen
Hoewel ik van de middag de tube brei-vuurdoop heb ondergaan, en dit me - ondanks het feit dat de hobbelige Picadilly line het je wel heel moeilijk maakt om geen steken te laten vallen -uiterst goed beviel, blijft het boek toch veruit de meest ideale metgezel op de dagelijkse metroreis. Dat geldt overigens niet alleen voor mij, maar voor de meerderheid van de Londenaars in de ochtendspits.
Brits leesgedrag blijft toch één van de meest intigrerende fenomenen van dit volk. In Nederland is lang niet iedereen zo belezen als de gemiddelde Engelsman: in Nederland houdt men van lezen of niet, leest men af en toe een Karin Slaughter of slaat men alleen een boek open aan het zwembad op vakantie. En dan zijn er natuurlijk de echte boekenwormen. In Groot-Brittannië is dat echter anders. Hier leest namelijk iedereen: alle lagen van de bevolking zijn op weg naar hun werk verdiept in boek of krant. Iemand die in Nederland niet zo gauw een boek zou openslaan leest hier de autobiografie van Jordan of Paris Hilton. Verder zie je ook veel thrillers en geschiedkundige werken. Soms is het best leuk om de persoon af te lezen aan het romannetje waar hij of zij star de ogen op gericht houdt. Vanmiddag, halverwege Uxbridge en Green Park, ontdekte ik een leuke jongen verstopt achter een boek. Het duurde me even om te realiseren dat het een Nederlands werk betrof: mooie lange mannen zijn nou eenmaal meestal geen Britten.
Maar goed. Daar zit je dan elke ochtend in een coupé vol lezende Engelsen. Mijn nieuwe boek heet 'Wedlock', een geschiedkundig werk over een achtiende-eeuwse Londense jongedame van adel die in een vals huwelijk werd gelokt, maar kennelijk haar mannetje stond. Wat zouden mensen aflezen aan mijn literaire kost? Op zoek naar een lange Brit om hem vervolgens clandestien naar het altaar te lokken? Ik dacht het wel.
Voor de liefhebbers: hier een link met de foto's van mijn zomer in Londen, met foto's van mijn fietstocht door het centrum, de concerten van de Wombats en Holloways (gister die laatste), bezoek aan de BBC studio met Sarah, aan het Victoria & Albert museum, onze nieuwe huiselijke gezelligheid en, om maar bij het boekenthema te blijven, mijn literaire wandeling door sjiek west-Londens Chelsea afgelopen zondag (dankjewel voor het leuke boek Mariek!). En oh ja, foto's van verschrikking Aldershot en nieuwe werkplek te Uxbridge! En bewijs dat Coca Cola mijn naam niet kan spellen..
http://www.facebook.com/album.php?aid=144484&id=284101658&l=7f6a696d18
Brits leesgedrag blijft toch één van de meest intigrerende fenomenen van dit volk. In Nederland is lang niet iedereen zo belezen als de gemiddelde Engelsman: in Nederland houdt men van lezen of niet, leest men af en toe een Karin Slaughter of slaat men alleen een boek open aan het zwembad op vakantie. En dan zijn er natuurlijk de echte boekenwormen. In Groot-Brittannië is dat echter anders. Hier leest namelijk iedereen: alle lagen van de bevolking zijn op weg naar hun werk verdiept in boek of krant. Iemand die in Nederland niet zo gauw een boek zou openslaan leest hier de autobiografie van Jordan of Paris Hilton. Verder zie je ook veel thrillers en geschiedkundige werken. Soms is het best leuk om de persoon af te lezen aan het romannetje waar hij of zij star de ogen op gericht houdt. Vanmiddag, halverwege Uxbridge en Green Park, ontdekte ik een leuke jongen verstopt achter een boek. Het duurde me even om te realiseren dat het een Nederlands werk betrof: mooie lange mannen zijn nou eenmaal meestal geen Britten.
Maar goed. Daar zit je dan elke ochtend in een coupé vol lezende Engelsen. Mijn nieuwe boek heet 'Wedlock', een geschiedkundig werk over een achtiende-eeuwse Londense jongedame van adel die in een vals huwelijk werd gelokt, maar kennelijk haar mannetje stond. Wat zouden mensen aflezen aan mijn literaire kost? Op zoek naar een lange Brit om hem vervolgens clandestien naar het altaar te lokken? Ik dacht het wel.
Voor de liefhebbers: hier een link met de foto's van mijn zomer in Londen, met foto's van mijn fietstocht door het centrum, de concerten van de Wombats en Holloways (gister die laatste), bezoek aan de BBC studio met Sarah, aan het Victoria & Albert museum, onze nieuwe huiselijke gezelligheid en, om maar bij het boekenthema te blijven, mijn literaire wandeling door sjiek west-Londens Chelsea afgelopen zondag (dankjewel voor het leuke boek Mariek!). En oh ja, foto's van verschrikking Aldershot en nieuwe werkplek te Uxbridge! En bewijs dat Coca Cola mijn naam niet kan spellen..
http://www.facebook.com/album.php?aid=144484&id=284101658&l=7f6a696d18
zondag 20 september 2009
When I get to Warwick Avenuee..
Gisteren was er sprake van een uiterst zeldzame situatie: huisgenootje Nicky, wiens baantje als serveerster in een barbeque/carnivoor-eettoko in Clapham haar normaliter van elk weekend berooft, had zomaar de zaterdavond vrij gekregen. We waren de ganze week al zo enthousiast over dit feit dat, toen puntje bij paaltje kwam, we ons realiseerden dat we helemaal niet wisten wat we aanmoesten met deze weelde van weekendse liberté. Zoals ik deze week al gemerkt had tijdens mijn onverwachte driedaagse vakantie, is midden-september hier net zo'n tussenperiode van niks, wanneer mensen of late vakanties nemen, of net nog even bij hun ouders zitten alvorens de universiteiten weer beginnen - pas in Oktober in de meeste gevallen, zeer beschamend.
Goed, wij tweetjes moesten deze avond maar alleen laten slagen. Geen probleem. Londen behoort immers tot de meest veelbewogen steden in Europa, en er zijn altijd honderd mogelijkheden voor een plezierige avond te bedenken. Wat jammer dat Marieke en Stijn ons in midden-Augustus met een bezoek hebben vereerd, en niet later. Nu alle comedy weer terug is uit het wereldberoemde festival te Edinburgh, is de Engelse hoofdstad weer rijk aan professionele grappenmakers. Na goedkeuring van Nicky's broer, die zelf in de biz zit, besloten we een door het nieuws geïnspireerde muzikale komedie-show te Noord-West Londen te bezoeken.
Allereerst was dit een door mij tot op heden onbetreden stukje Londonium, en wederom zo anders en sfeervol dat het mij weer eens deed uitroepen dat ik maar geen genoeg kan krijgen van het leven in deze stad. De wijk - metrostop Warwick Avenue, dichtbij Paddington Station en bekend van het hoogstens irritante nummer gezongen door ene Duffy - was traditioneel West-Londens sjiek, maar had bovendien een zeker gevoel van mystiek over zich dat het beste te omschrijven is door de boeken van Arthur Conan Doyle erbij te betrekken. In andere woorden, ik anticipeerde niet alleen statige koetsen en alerte bobbies, ik verwachtte ook elk moment tegen een zekere Sherlock Holmes op te botsen.
Terug naar de entertainment in kwestie. De locatie was één van die weldadige negentiendeeeuwse woonhuizen, smaakvol omgebouwd tot café in vintage-Victoriaanse stijl. Het voelde alsof we onze hippe drankjes in iemand's huiskamer aan het drinken waren. De trap in de gang leidde ons naar een piepklein theatertje, waar Nicky en ik ons tussen stoelen en tafels in onze krappe zitplaatsen dienden te wringen. De voorstelling begon al snel, en was scherp, veelzijdig en zeer vermakend. Met een aantal steengoede imitaties had het nogal wat weg van Kopspijkers, maar dan met veel muziek en met hele korte sketches en ommeunig snelle komstuumwisselingen. Het enige minpuntje was wellicht dat deze mitrailleur aan grollen erg snel gedaan leek: een iets langere show met een pauze ertussen had wellicht de voorkeur gehad. Al met al was het echter een zeer vermakelijke avond. Nog even gebleven om na te kletsen en te genieten van wat wel eens één van de laatste aangenaam warme avonden in het Engelse van dit jaar zal kunnen zijn geweest - daar zit je dan met je nieuwe winterjas - en toen weer te Tooting met de laatste tube.
Nu nog kijken wat te doen met de zondag. Zwemmen of fietsen? Een leven in de Britse hoofdstad is een leven vol dilemmas. Ach ende wee.
Goed, wij tweetjes moesten deze avond maar alleen laten slagen. Geen probleem. Londen behoort immers tot de meest veelbewogen steden in Europa, en er zijn altijd honderd mogelijkheden voor een plezierige avond te bedenken. Wat jammer dat Marieke en Stijn ons in midden-Augustus met een bezoek hebben vereerd, en niet later. Nu alle comedy weer terug is uit het wereldberoemde festival te Edinburgh, is de Engelse hoofdstad weer rijk aan professionele grappenmakers. Na goedkeuring van Nicky's broer, die zelf in de biz zit, besloten we een door het nieuws geïnspireerde muzikale komedie-show te Noord-West Londen te bezoeken.
Allereerst was dit een door mij tot op heden onbetreden stukje Londonium, en wederom zo anders en sfeervol dat het mij weer eens deed uitroepen dat ik maar geen genoeg kan krijgen van het leven in deze stad. De wijk - metrostop Warwick Avenue, dichtbij Paddington Station en bekend van het hoogstens irritante nummer gezongen door ene Duffy - was traditioneel West-Londens sjiek, maar had bovendien een zeker gevoel van mystiek over zich dat het beste te omschrijven is door de boeken van Arthur Conan Doyle erbij te betrekken. In andere woorden, ik anticipeerde niet alleen statige koetsen en alerte bobbies, ik verwachtte ook elk moment tegen een zekere Sherlock Holmes op te botsen.
Terug naar de entertainment in kwestie. De locatie was één van die weldadige negentiendeeeuwse woonhuizen, smaakvol omgebouwd tot café in vintage-Victoriaanse stijl. Het voelde alsof we onze hippe drankjes in iemand's huiskamer aan het drinken waren. De trap in de gang leidde ons naar een piepklein theatertje, waar Nicky en ik ons tussen stoelen en tafels in onze krappe zitplaatsen dienden te wringen. De voorstelling begon al snel, en was scherp, veelzijdig en zeer vermakend. Met een aantal steengoede imitaties had het nogal wat weg van Kopspijkers, maar dan met veel muziek en met hele korte sketches en ommeunig snelle komstuumwisselingen. Het enige minpuntje was wellicht dat deze mitrailleur aan grollen erg snel gedaan leek: een iets langere show met een pauze ertussen had wellicht de voorkeur gehad. Al met al was het echter een zeer vermakelijke avond. Nog even gebleven om na te kletsen en te genieten van wat wel eens één van de laatste aangenaam warme avonden in het Engelse van dit jaar zal kunnen zijn geweest - daar zit je dan met je nieuwe winterjas - en toen weer te Tooting met de laatste tube.
Nu nog kijken wat te doen met de zondag. Zwemmen of fietsen? Een leven in de Britse hoofdstad is een leven vol dilemmas. Ach ende wee.
vrijdag 18 september 2009
Geniale eerste dag.
Was het de taart en Ferrero Rocher? Of wellicht de gratis Coca Cola in flitsend nieuwe frisdrankautomaten en best aardige koffie? Het werk dat ook echt leuk en uitdagend is? De lieve collega's en de goede sfeer? Het schattige en bruisende stadje Uxbridge dat wel het tegenovergestelde van verschrikking Aldershot genoemd kan worden? Het feit dat ik me ook werkelijk in Londen bevond? De lekkere en spotgoedkope lunch in de kantine? Het feit dat ik vroeg weg mocht omdat het mijn eerste dag was en wel 'bekaf zou zijn van alle informatie en indrukken'?
Geen idee, maar de eerste dag was een denderend succes.
De eerstgenoemde zoete zondes waren overigens aanwezig omdat het mijn eerste en de laatste dag van een Nederlandse collega was, en zijn dus niet een dagelijks gevaar. De gratis diet coke en de lekkere goedkope middagmaaltijd overigens wel. Het enige minpunt blijft de flinke treinreis (1,5 uur heen en terug) maar met een goed boek en een breiwerkje (breiwinkeltje in Uxbridge!) moet daar wel mee te leven zijn. Vanmiddag meteen indruk gemaakt op een wildvreemde, door te vertellen dat de twee lastige lege flesjes in mijn volle tas te wijten waren aan get feit dat ik voor Coca Cola werk. I'm loving it. Oh nee, dat was die andere..
Geen idee, maar de eerste dag was een denderend succes.
De eerstgenoemde zoete zondes waren overigens aanwezig omdat het mijn eerste en de laatste dag van een Nederlandse collega was, en zijn dus niet een dagelijks gevaar. De gratis diet coke en de lekkere goedkope middagmaaltijd overigens wel. Het enige minpunt blijft de flinke treinreis (1,5 uur heen en terug) maar met een goed boek en een breiwerkje (breiwinkeltje in Uxbridge!) moet daar wel mee te leven zijn. Vanmiddag meteen indruk gemaakt op een wildvreemde, door te vertellen dat de twee lastige lege flesjes in mijn volle tas te wijten waren aan get feit dat ik voor Coca Cola werk. I'm loving it. Oh nee, dat was die andere..
donderdag 17 september 2009
Gezellig.
Het is misschien een Nederlands cliche, maar het het voelbaar naderende najaar en zijn kortere nachten wordt Londen met de dag gezelliger. Het is duidelijk merkbaar dat deze stad gemaakt is voor dikke jassen en winterweer. Aangezien dat laatste vast niet al te lang op zich laat wachten, en ik stom genoeg was om mijn zomerjas aan de Goudse kapstok te laten hangen, werd het (zoals ik al genoemd had bedenk ik me net) tijd om de kersverse herftcollecties af te struinen op zoek naar een winterse mantel. Deze missie leverde ook een prachtige paarse jurk van Laura Ashley op, en een paar stijlvolle stappertjes van 'schoenengigant' Evans. Helemaal klaar voor mijn eerste dag Coca Cola!
Het grootste voordeel van buitenkou is overigens dat het binnen een stuk sfeervoller wordt. Met een nieuwe staande lamp, kaarsjes op tafel en spiegels en schilderijen (en Hollandse geschiedenisprenten) aan de muren is ons Tootings paleisje praktisch klaar voor het naderende seizoen der lichtjes en gezelligheid. Alleen nog een schemerlampje voor op het nog in elkaar te zetten nachtkastje en klaar is kees. Wellicht dat ik dit weekend de breinaalden weer eens afstof en op zoek ga naar Londen's beste wolwinkel. Ik zie het al voor me: met een breiwerkje op schoot wordt de dagelijkse tube-reis hopelijk even 'Hollands' gezellig als ons teerbemind flatje.
Het grootste voordeel van buitenkou is overigens dat het binnen een stuk sfeervoller wordt. Met een nieuwe staande lamp, kaarsjes op tafel en spiegels en schilderijen (en Hollandse geschiedenisprenten) aan de muren is ons Tootings paleisje praktisch klaar voor het naderende seizoen der lichtjes en gezelligheid. Alleen nog een schemerlampje voor op het nog in elkaar te zetten nachtkastje en klaar is kees. Wellicht dat ik dit weekend de breinaalden weer eens afstof en op zoek ga naar Londen's beste wolwinkel. Ik zie het al voor me: met een breiwerkje op schoot wordt de dagelijkse tube-reis hopelijk even 'Hollands' gezellig als ons teerbemind flatje.
woensdag 16 september 2009
Ontspannen in de Witte Stad.
Nee hoor, geen witte herfst hier in het Londense: White City is de naam van een metrostation in het westen van de stad. Sinds van de week heeft deze buurt de nummer één voorkeur voor een regenachtige vrije middag (die, zoals menig Londenaar me al heeft duidelijk gemaakt, een stuk vaker voorkomen dan ik tot nu toe gewend ben deze (na)zomer). Westfield Shopping Centre is meen ik het grootste overdekte winkelcentrum in hartje Londen, maar, nog veel belangrijker, ligt pal naast de voornaamste studio's en productiegebouwen van de fameuze BBC. Wat is er dus beter dan een middagje beroemde britten spotten, terwijl je lekker rustig de winkels kunt afstruinen? In mijn geval was het succes van het celeb spotting karig, maar zeker niet onbetekend. Enthousiast zag ik dat John Barrowman, één van Anouk en mijn helden, bekend van Doctor Who en nog veel meer, woensdag boeken zou signeren. Na overenthousiaste smsjes tussen mij en mijn zuster was ik vanzelfsprekend enigszins teleurgesteld dat, toen ik vandaag mijzelf voor een tweede keer richting Witte Stad begaf, ik erachter kwam dat dit pas volgende week woensdag betrof: wanneer ik al lang en breed tot over mijn oren in het coca cola vertaalwerk zal zitten. Al gauw was dit leed echter verzacht door een ander beroemd hoofd dat voorbij kwam zeilen: Robert Webb, één van de heren van razend populaire comedyserie Peep Show, had ook besloten om wat tijd te doden te Westfield. Derde celeb in drie maanden, weehee!
Is het erg duidelijk dat ik niet goed weet wat ik met de enorme luxe van drie vrije dagen moet beginnen? Ik hoefde mijn laatste week toch niet af te maken, en de datum voor Coca Cola was al gezet op vrijdag. Gister en vandaag heb ik als een gek de stad afgestruind, gedeeltelijk vanwege de winterjas-missie, die dramatisch genoeg - na een dag lang winkel in winkel uit in het centrum - in de boetiek om de hoek hier ten einde kwam. Nu maar enorm genieten van die laatste vrije dag: er staat alleen een reunie met mijn goede vriendin Hayley op het programma. Voor de rest maar lekker rustig aan doen, of is dat zonde van een kostbare vrije dag? Ik ervaar nog steeds een constant knagen dat ik elke dag, elk uur, elke minuut in het Londense optimaal moet benutten. Hmm, misschien dat ik me toch eindelijk eens ga storten op de nachtkast-missie. Ook ontspannend.
Is het erg duidelijk dat ik niet goed weet wat ik met de enorme luxe van drie vrije dagen moet beginnen? Ik hoefde mijn laatste week toch niet af te maken, en de datum voor Coca Cola was al gezet op vrijdag. Gister en vandaag heb ik als een gek de stad afgestruind, gedeeltelijk vanwege de winterjas-missie, die dramatisch genoeg - na een dag lang winkel in winkel uit in het centrum - in de boetiek om de hoek hier ten einde kwam. Nu maar enorm genieten van die laatste vrije dag: er staat alleen een reunie met mijn goede vriendin Hayley op het programma. Voor de rest maar lekker rustig aan doen, of is dat zonde van een kostbare vrije dag? Ik ervaar nog steeds een constant knagen dat ik elke dag, elk uur, elke minuut in het Londense optimaal moet benutten. Hmm, misschien dat ik me toch eindelijk eens ga storten op de nachtkast-missie. Ook ontspannend.
maandag 14 september 2009
'Pop' en de muze.
Coca cola wil me. Jawel. De frisdrankgigant heeft me in zijn kapitalistische klauwen. Nog drie dagen, en dan is het van Hampshire naar Noord-West Londen, van telefoneren naar vertalen, van proactive marketing naar always coca colaaa. Heerlijk. Nog steeds vroeg op en nog steeds vijf dagen in de week negen tot vijf, maar niet meer bellen, en eindelijk iets leuks en uitdagends op het program! Als het goed is ben ik gegarandeerd in dienst tot kerst (minstens). Mijn gedachten dwalen naar de alom bekende kerstreclame en hoe veelbelovend de (voor Engelsen zo belangrijke) office christmas party wel niet zal zijn. Ik ben blij.
Al zwervend door Oxford Street, op zoek naar een gepaste beloning, kwam ik langs muziekgigant HMV, die massaal het uitbrengen van het nieuwe album van mijn oude liefde muse adverteerde. Mijn gedachten gingen terug naar een vluchtig bezoek aan Londen in 2003 (tijdens Marieke's verblijf in Nottingham), wanneer ik hoopvol op zoek ging naar alles muzigs wat ik maar kon vinden: van tijdschrift tot poster, plaat tot opnaaibadge. Hoewel mijn liefde van vroeger inmiddels goed en wel is uitgedoofd, en ik de verkoopdatum van hun komende stadiumtour zonder aarzelen voorbij heb laten komen, kon ik het niet over mijn hart verkrijgen om hun nieuwe, zesde album niet aan mijn oude collectie toe te voegen.
The Resistance dus. Heerlijk bombastisch, heerlijk muse. Morgen lekker mee in de trein op weg naar de drie-na-laatste dag Aldershot, samen met de geweldige debuutroman van Stephen Fry uit 1991 die ik op het moment aan het verslinden ben. Nu al zin in die 1,5 uur richting Uxbridge vanaf vrijdag: met een beetje verzet uit muzikale hoek zijn ook de morele bezwaren tegen het werken voor een soft drink gigant al snel peanuts.
Al zwervend door Oxford Street, op zoek naar een gepaste beloning, kwam ik langs muziekgigant HMV, die massaal het uitbrengen van het nieuwe album van mijn oude liefde muse adverteerde. Mijn gedachten gingen terug naar een vluchtig bezoek aan Londen in 2003 (tijdens Marieke's verblijf in Nottingham), wanneer ik hoopvol op zoek ging naar alles muzigs wat ik maar kon vinden: van tijdschrift tot poster, plaat tot opnaaibadge. Hoewel mijn liefde van vroeger inmiddels goed en wel is uitgedoofd, en ik de verkoopdatum van hun komende stadiumtour zonder aarzelen voorbij heb laten komen, kon ik het niet over mijn hart verkrijgen om hun nieuwe, zesde album niet aan mijn oude collectie toe te voegen.
The Resistance dus. Heerlijk bombastisch, heerlijk muse. Morgen lekker mee in de trein op weg naar de drie-na-laatste dag Aldershot, samen met de geweldige debuutroman van Stephen Fry uit 1991 die ik op het moment aan het verslinden ben. Nu al zin in die 1,5 uur richting Uxbridge vanaf vrijdag: met een beetje verzet uit muzikale hoek zijn ook de morele bezwaren tegen het werken voor een soft drink gigant al snel peanuts.
zondag 13 september 2009
De flâneur.
Dickens stond er bekend om. Al wandelend in Londen observeerde hij dames en heren, hoeren en schoffies, en tekende deze op in zijn fameuze sketches. Dit deed hij het liefst tijdens de nachtelijke uren, wanneer de metropolitan onderwereld gedeeltelijk uit de schaduw stapte en het sfeervolle licht van Victoriaanse straatlantaarns betrad. De Dickens-deskundige aan de Universiteit van Manchester, Professor Jeremy Tambling, verbond de schrijver's fascinatie met wandelen en observeren met het Franse begrip de flâneur. Sinds ik mij nu dagelijks bevind in de stad die ooit dagelijks blootgesteld was aan de observaties van Dickens en vele van zijn door mij bewonderde tijdgenoten, heb ook ik getracht het 'flaneren' in de praktijk te brengen - overigens met deze passieve Franse en dus niet in de actieve Nederlanse betekenis (dat laatste in het Engels: 'to parade'). Helaas word ik enigszins geremd wat betreft het nachtelijke element van deze techniek, aangezien de Londense schaduwen en donkere steegjes - ondanks de aanwezigheid van vele, vele CCTV-cameras - nog altijd vele gruwelen lijken te herbergen.
Mij bewust van de grenzen aan het grenzeloos zwerven en kijken, flaneerde ik dit weekend door een aantal Londense wijken. Na een mislukte poging mij uit te geven voor flâneur in de zuid-Londense IKEA op vrijdagavond - als enkel het aanbod van een Full English in het Zweedse restaurant je het gevoel doet geven dat je je überhaubt in het Engelse bevindt, valt er, met de uitzondering van een enkele hysterische Britse kleuter, weinig te observeren op cultureel-nationaal vlak. Lang leve de globalisering! - bevond ik me op zaterdag respectievelijk in Steatham (zuid), Angel, Holloway en Camden (noord).
Zoals ik al eerder heb genoemd, is de north-south divide in de hoofdstad al bijna even significant als in Engeland zelf. Liever gezegd, de noord-zuid-oost-west verdeling, want elk van de vier, hoewel onderverdeeld in op zichzelf karakterestieke onderdelen, ademt zijn unieke eigen sfeer. Van oost heb ik nog te weinig gezien om echt een oordeel te kunnen vellen (denk Jack the Ripper, multi-culti markt met gestolen fietsen op Brick Lane, een mix van jonge hipheid en oude armoede, maar ik ga nog op onderzoek uit, dus pin me er niet op vast), maar west wordt duidelijk overheerst door statige witte en rode Victoriaanse gebouwen, sjieke parken, ambassades, hotels en restaurants. Noord heeft eenzelfde sjiekheid, maar is, net als zuid, moeilijker te definiëren en chaotischer onderverdeeld. Angel is sjiek, Holloway (denk Arsenal) shabby. Camden is het best te typeren als het Amsterdamse Waterlooplein, maar dan uitgestrekt over een hele wijk, met een overdaad aan hippe tieners en twenty-somethings, en tal van pubs en bars waar de geur van muffe oude rockers toch net iets te veel overheerst. Toch kan ik er ook nog steeds van genieten, en is het ook de plek om zomaar bekende bands te zien spelen in piepkleine zaaltjes, of veelbelovend talent te ontdekken tijdens één van de vele open mike nights. Bovendien is het 'mensen kijken' hoogstens interessant.
Zeer geschikt (en veilig) terrein voor de flâneur dus, vooral op zaterdagavond. In tegenstelling tot vele andere Britse uitgaansgebieden zijn de straten niet tot de nok toe gevuld met schaarsgeklede vrouwelijk schoon en vomerende jonge mannen. Integendeel, de meeste jongelui zijn veel te trendy om dronken te zijn. Er wordt geflaneerd, maar dan in de Nederlandse zin van het woord: de flâneur kijkt, de Camdenaar flaneert. Na een aantal pubs en muziekgelegenheden ingetuurd te hebben en de nachtelijke gang van noord-londense modebewustelingen met plezier gade geslagen te hebben, vluchtte ik daarom enigszins vermoeid de locale bioscoop in, waar ik de verfilming van Wilde's The Picture of Dorian Gray bekeek. Zelden heb ik zo genoten van een visueel rijkelijke interpretatie van negentiende-eeuws Londen. Wat ontzettend heerlijk dat ik dagelijks mag flaneren in deze stad, waar velen dit voor mij deden. Dit inspireert tot lezen, denken, schrijven, en natuurlijk tot grofweg genieten. Wat geeft het dat de straatkinderen van toen nu in een uniform van strakke broek, dikke bril en wollen vest gekleed gaan? Die taxi is gewoon een koets voor mij, en, nog te vroeg voor de nacht-(omni)bus, begaf ik me weer richting het zuiden. Met de metro ja, want daar flaneerden de Victorianen ook al.
Mij bewust van de grenzen aan het grenzeloos zwerven en kijken, flaneerde ik dit weekend door een aantal Londense wijken. Na een mislukte poging mij uit te geven voor flâneur in de zuid-Londense IKEA op vrijdagavond - als enkel het aanbod van een Full English in het Zweedse restaurant je het gevoel doet geven dat je je überhaubt in het Engelse bevindt, valt er, met de uitzondering van een enkele hysterische Britse kleuter, weinig te observeren op cultureel-nationaal vlak. Lang leve de globalisering! - bevond ik me op zaterdag respectievelijk in Steatham (zuid), Angel, Holloway en Camden (noord).
Zoals ik al eerder heb genoemd, is de north-south divide in de hoofdstad al bijna even significant als in Engeland zelf. Liever gezegd, de noord-zuid-oost-west verdeling, want elk van de vier, hoewel onderverdeeld in op zichzelf karakterestieke onderdelen, ademt zijn unieke eigen sfeer. Van oost heb ik nog te weinig gezien om echt een oordeel te kunnen vellen (denk Jack the Ripper, multi-culti markt met gestolen fietsen op Brick Lane, een mix van jonge hipheid en oude armoede, maar ik ga nog op onderzoek uit, dus pin me er niet op vast), maar west wordt duidelijk overheerst door statige witte en rode Victoriaanse gebouwen, sjieke parken, ambassades, hotels en restaurants. Noord heeft eenzelfde sjiekheid, maar is, net als zuid, moeilijker te definiëren en chaotischer onderverdeeld. Angel is sjiek, Holloway (denk Arsenal) shabby. Camden is het best te typeren als het Amsterdamse Waterlooplein, maar dan uitgestrekt over een hele wijk, met een overdaad aan hippe tieners en twenty-somethings, en tal van pubs en bars waar de geur van muffe oude rockers toch net iets te veel overheerst. Toch kan ik er ook nog steeds van genieten, en is het ook de plek om zomaar bekende bands te zien spelen in piepkleine zaaltjes, of veelbelovend talent te ontdekken tijdens één van de vele open mike nights. Bovendien is het 'mensen kijken' hoogstens interessant.
Zeer geschikt (en veilig) terrein voor de flâneur dus, vooral op zaterdagavond. In tegenstelling tot vele andere Britse uitgaansgebieden zijn de straten niet tot de nok toe gevuld met schaarsgeklede vrouwelijk schoon en vomerende jonge mannen. Integendeel, de meeste jongelui zijn veel te trendy om dronken te zijn. Er wordt geflaneerd, maar dan in de Nederlandse zin van het woord: de flâneur kijkt, de Camdenaar flaneert. Na een aantal pubs en muziekgelegenheden ingetuurd te hebben en de nachtelijke gang van noord-londense modebewustelingen met plezier gade geslagen te hebben, vluchtte ik daarom enigszins vermoeid de locale bioscoop in, waar ik de verfilming van Wilde's The Picture of Dorian Gray bekeek. Zelden heb ik zo genoten van een visueel rijkelijke interpretatie van negentiende-eeuws Londen. Wat ontzettend heerlijk dat ik dagelijks mag flaneren in deze stad, waar velen dit voor mij deden. Dit inspireert tot lezen, denken, schrijven, en natuurlijk tot grofweg genieten. Wat geeft het dat de straatkinderen van toen nu in een uniform van strakke broek, dikke bril en wollen vest gekleed gaan? Die taxi is gewoon een koets voor mij, en, nog te vroeg voor de nacht-(omni)bus, begaf ik me weer richting het zuiden. Met de metro ja, want daar flaneerden de Victorianen ook al.
woensdag 9 september 2009
Balans.
Een beetje balans. Moeilijk te vinden in een stad vol hectiek, herrie en andere onregelmatigheden. Na een aardige trainingsessie na het eten liep ik, voor ik het wist, de Lidl in en kwam naar niet alleen naar buiten met de geplande zak appels in mijn tas, maar ook nog eens een flink en lekker stuk Duitse chocola. Laten we daar alsjeblieft geen gewoonte van maken, maar het was heerlijk. Soms verlang je naar een beloning. Niet alleen voor het sporten, want dan kan ik net zo goed thuisblijven, maar voor het netjes afhandelen van mijn zaakjes in Aldershot. Vandaag heb ik, met behulp van het uitzendbureau, te kennen gegeven dat ik, vlak voor het einde van de zes weken, mijn notice in wil leveren. Mijn Duitse manager vond het jammer, maar begreep mijn beslissing die ik met name heb toegelicht met de frustratie die de godganze dag telefoneren met zich meebrengt. Zelfs mijn trainer-Belg, bot als hij soms kan zijn, was heel positief, en moedigde me aan werk te vinden waar ik iets meer lol aan kan beleven.
Eenmaal in de trein, voelde ik me dus danig in balans. Het uitzendbureau belde me dat ik na volgende week de bonus op mijn rekening gestort krijg. Dat houdt me nog wel even in leven zou ik denken. Als ik de balans er tenminste een beetje inhoud en mijn hele bankrekenaing niet plunder voor onnodige pub- en LIDL-uitgaven tenminste. Maar goed, nu heb ik ook nog een aantal dagen te gaan. Vervelend genoeg wil het uitzendbureau dat ik de vrije dagen van mijn reisje Nederland en algemene Britse vrije dag bank holiday inhaal, dus ben ik volgende week ook nog drie dagen bezig in Aldershot: dinsdag, woensdag en donderdag. Ik doe mijn uiterste best zo gebalanceerd mogelijk te blijven, en alle frustratie dusdanig uit te bannen, dat ik deze laatste vijf dagen een stuk gemakkelijker doorkom dan de afgelopen vijf weken.
Maandag heb ik gelukkig vrij weten te vragen, aangezien de mensen van Coca Cola me toch wel heel graag wilde spreken over de baan als vertaler, en de interviewtijd speciaal voor mij van donderdag naar maandag hebben verplaatst. Ik weet overigens niet of dat betekent dat ik de enige kandidaat bent. Het enige wat ik kan doen is me alvast mentaal voor te bereiden: knalrode outfit een beetje TE? Al cola-light-drinkend (waar is die gespierde loodgieter?!) en prodent-gilmlachend binnenlopen? Of, ja, gewoon mezelf, in sjieke rok met blouse. Balans moet er blijven, toch?
Eenmaal in de trein, voelde ik me dus danig in balans. Het uitzendbureau belde me dat ik na volgende week de bonus op mijn rekening gestort krijg. Dat houdt me nog wel even in leven zou ik denken. Als ik de balans er tenminste een beetje inhoud en mijn hele bankrekenaing niet plunder voor onnodige pub- en LIDL-uitgaven tenminste. Maar goed, nu heb ik ook nog een aantal dagen te gaan. Vervelend genoeg wil het uitzendbureau dat ik de vrije dagen van mijn reisje Nederland en algemene Britse vrije dag bank holiday inhaal, dus ben ik volgende week ook nog drie dagen bezig in Aldershot: dinsdag, woensdag en donderdag. Ik doe mijn uiterste best zo gebalanceerd mogelijk te blijven, en alle frustratie dusdanig uit te bannen, dat ik deze laatste vijf dagen een stuk gemakkelijker doorkom dan de afgelopen vijf weken.
Maandag heb ik gelukkig vrij weten te vragen, aangezien de mensen van Coca Cola me toch wel heel graag wilde spreken over de baan als vertaler, en de interviewtijd speciaal voor mij van donderdag naar maandag hebben verplaatst. Ik weet overigens niet of dat betekent dat ik de enige kandidaat bent. Het enige wat ik kan doen is me alvast mentaal voor te bereiden: knalrode outfit een beetje TE? Al cola-light-drinkend (waar is die gespierde loodgieter?!) en prodent-gilmlachend binnenlopen? Of, ja, gewoon mezelf, in sjieke rok met blouse. Balans moet er blijven, toch?
maandag 7 september 2009
Het hoogstens vermoeiende bestaan van een baantjesjager in de Engelse hoofdstad.
Terwijl ik me door de laatste week Aldershot worstel, en ik eigenlijk wel zin heb in een weekje of twee vrij, ben ik ergens nogal bang dat die fortnight omslaat in de door velen gevreesde langdurige werkeloosheid. Aangezien ik geen zin heb me te voegen bij de reeds omvangrijke groep jobless youngsters, getroffen door de crisis, heb ik me nogmaals in een banenjacht gestort. Die crisis noemen ze hier overigens the (credit) crunch, wat vele restaurants en eetcafés ertoe aangezet heeft een credit crunch lunch op het menu te gooien. Ik hoef dus in elk geval geen honger te lijden. Toch gaat het ook hier weer wat beter met de economie. Er worden weer huizen gekocht - net een heel verhaal te horen gekregen van een erg charmante fitnessleraar, die uit de fitness en in property business wilde stappen - en er hangen weer vacatures in de winkelramen. Toch neem ik liever geen risico en ben ik druk bezig een alternatief voor de lange dagelijkse treinreis naar Hampshire te regelen.
Een gemiddelde dag in het leven van een drukke werkzoekende: drie telefoongesprekken met recruitment agents, een introductiegesprek bij eenzelfde persoon na het werk (die me vertelde dat ik, in plaats van - Victorian what? - beter een vertaalmaster had kunnen doen, net zoals zij. Dank je de koekoek mevrouw Tortellini, mijn Engels is nog altijd tachtig keer beter dan het uwe.) en de mededeling dat Coca Cola (Mijn god, ik zie vader's levensloop nu al voor me: van SP-rood naar Coca-rood) mijn CV geweldig vond graag op gesprek wil uitnodigen voor een (tijdelijke) baan als vertaler. Maar dan wel donderdag. En, oja, de baan is in Uxbridge, helemaal aan het einde van de Piccadilly-lijn, dus weer meer dan een uur reizen heen en weer. Hmm. Ik zie meer in het andere telefoongesprek van vandaag, waarin een bureau gespecialiseerd in bibliotheekbanen mijn CV wilde sturen voor een trainingspositie bij de bibliotheek van het Ministerie van Financiën. Ze willen dat je er 11 maanden werkt en dan een Master bibliotheekkunde gaat doen. Klinkt heel gaaf, maar er zullen wel veel meer crunchers zijn die zichzelf hiervoor in de aanbieding gaan gooien. We gaan het zien.
Wie weet zijn desperate measures toch hoognodig. Deze week stond een jonge afgestudeerde en werkeloze student een uurlang op 'the plinth' (de enige sokkel op Trafalgar Square zonder standbeeld, die als een soort media-kunst-project een maand lang gevuld wordt met mensen en gekken die zich een uurlang mogen uitleven hoe ze maar willen - en dat alles gefilmd door tv-station SKY) te zwaaien met een enorme CV. Hij hield er een baan als verkoper bij een groot Londens bedrijf aan over. Ik weet het niet. Het moet mij toch lukken om aan het werk te raken (en blijven) zonder behulp van dergelijke wanhopige acties. Als ik me maar blijf openstellen voor alles wat op mijn pad komt, moet er toch wel ietst geschikts langskomen. Al moet ik zelf credit crunch lunches serveren, ergens in deze grote stad is er toch wel werk voor mij?
Een gemiddelde dag in het leven van een drukke werkzoekende: drie telefoongesprekken met recruitment agents, een introductiegesprek bij eenzelfde persoon na het werk (die me vertelde dat ik, in plaats van - Victorian what? - beter een vertaalmaster had kunnen doen, net zoals zij. Dank je de koekoek mevrouw Tortellini, mijn Engels is nog altijd tachtig keer beter dan het uwe.) en de mededeling dat Coca Cola (Mijn god, ik zie vader's levensloop nu al voor me: van SP-rood naar Coca-rood) mijn CV geweldig vond graag op gesprek wil uitnodigen voor een (tijdelijke) baan als vertaler. Maar dan wel donderdag. En, oja, de baan is in Uxbridge, helemaal aan het einde van de Piccadilly-lijn, dus weer meer dan een uur reizen heen en weer. Hmm. Ik zie meer in het andere telefoongesprek van vandaag, waarin een bureau gespecialiseerd in bibliotheekbanen mijn CV wilde sturen voor een trainingspositie bij de bibliotheek van het Ministerie van Financiën. Ze willen dat je er 11 maanden werkt en dan een Master bibliotheekkunde gaat doen. Klinkt heel gaaf, maar er zullen wel veel meer crunchers zijn die zichzelf hiervoor in de aanbieding gaan gooien. We gaan het zien.
Wie weet zijn desperate measures toch hoognodig. Deze week stond een jonge afgestudeerde en werkeloze student een uurlang op 'the plinth' (de enige sokkel op Trafalgar Square zonder standbeeld, die als een soort media-kunst-project een maand lang gevuld wordt met mensen en gekken die zich een uurlang mogen uitleven hoe ze maar willen - en dat alles gefilmd door tv-station SKY) te zwaaien met een enorme CV. Hij hield er een baan als verkoper bij een groot Londens bedrijf aan over. Ik weet het niet. Het moet mij toch lukken om aan het werk te raken (en blijven) zonder behulp van dergelijke wanhopige acties. Als ik me maar blijf openstellen voor alles wat op mijn pad komt, moet er toch wel ietst geschikts langskomen. Al moet ik zelf credit crunch lunches serveren, ergens in deze grote stad is er toch wel werk voor mij?
zondag 6 september 2009
In de traditie van Radio Oranje..
Vandaag wilde ik eens schrijven over mijn twee kakelverse passies: fitness en BBC radio 4. Beide zijn extreem behulpzaam bij een goede nachtrust. Over de eerste valt niet veel te zeggen, behalve dat ik me weer met veel enthousiasme in de oude vertrouwde oefeningsroutine heb gestort. Ik eet. Ik fiets naar Balham. Ik sport. Ik drink heerlijke gratis koffie met een gratis krantje in de kantine van het ommeunig hippe sportcomplex. Ik kom thuis, en val in slaap met een heerlijk half uurtje comedy of actualiteit op de radio. Nu is de vraag, is dit wel een acceptabele levensstijl voor een 23-jarige in één van de grootste en meest bruisende steden van Europa?
Praatradio is dus mijn nieuwe ding. Ik heb me er nooit zo in verdiept, maar worden er in Nederland überhaubt nog hoorspelen gemaakt? In Engeland is het in ieder geval nog altijd big business. Radio-soap The Archers, zo oud als het fenomeen radio zelf, wordt nog elke dag door een groot aantal Britten beluisterd. Verder is elke zichzelf respecterende cabaretier en acteur met enige regelmaat te horen op de radio. Zo zijn er absurde comedy sketch-shows, opvoeringen van literaire klassiekers, en idioot simpele maar hilarische woord- en praatspelletjes te horen op mijn nieuwe favoriete radiostation. Sinds Nicola en ik in begin juli een opname hebben bijgewoont van een dergelijk radio 4-juweeltje (een ridiculeuze sitcom over een luchtvaartmaatschappij met maar 4 personeelsleden), heb ik een verregaand enthousiasme ontwikkeld voor dit door velen gezien als 'achterhaalde' medium. In deze hoedanigheid is radio een ontzettend effectief forum voor talentvolle mensen om te laten horen wat ze kunnen, in plaats van hun potentieel in een half uurtje op de vrijdagavond op BBC1 te proppen.
Maar goed, nu ik met enige regelmaat, uitgeput en wel, al luisterend naar de praatradio in slaap val, kopje thee op het nachtkastje, voel ik me steeds meer een oude vrouw met onvoldoende energie. Hoewel ik de breinaalden heb klaarliggen voor een nieuw project zodra de herfstkou de kop opsteekt in Londen, vraag ik me af of het gepensioneerde plaatje dan niet net iets te compleet wordt. Hier kan gelukkig zeer binnenkort verandering in komen. Na deze week ben ik namelijk eindelijk verlost van een slordige 4 uur die ik elke dag van deur tot deur nodig heb om me van Gilbey Road in Tooting naar Victora House in Aldershot en terug te slepen. Wellicht ben ik dan in staat mijn avondlijke routine iets aan te passen. Actiefilm en Gin & Tonic, anyone?
Praatradio is dus mijn nieuwe ding. Ik heb me er nooit zo in verdiept, maar worden er in Nederland überhaubt nog hoorspelen gemaakt? In Engeland is het in ieder geval nog altijd big business. Radio-soap The Archers, zo oud als het fenomeen radio zelf, wordt nog elke dag door een groot aantal Britten beluisterd. Verder is elke zichzelf respecterende cabaretier en acteur met enige regelmaat te horen op de radio. Zo zijn er absurde comedy sketch-shows, opvoeringen van literaire klassiekers, en idioot simpele maar hilarische woord- en praatspelletjes te horen op mijn nieuwe favoriete radiostation. Sinds Nicola en ik in begin juli een opname hebben bijgewoont van een dergelijk radio 4-juweeltje (een ridiculeuze sitcom over een luchtvaartmaatschappij met maar 4 personeelsleden), heb ik een verregaand enthousiasme ontwikkeld voor dit door velen gezien als 'achterhaalde' medium. In deze hoedanigheid is radio een ontzettend effectief forum voor talentvolle mensen om te laten horen wat ze kunnen, in plaats van hun potentieel in een half uurtje op de vrijdagavond op BBC1 te proppen.
Maar goed, nu ik met enige regelmaat, uitgeput en wel, al luisterend naar de praatradio in slaap val, kopje thee op het nachtkastje, voel ik me steeds meer een oude vrouw met onvoldoende energie. Hoewel ik de breinaalden heb klaarliggen voor een nieuw project zodra de herfstkou de kop opsteekt in Londen, vraag ik me af of het gepensioneerde plaatje dan niet net iets te compleet wordt. Hier kan gelukkig zeer binnenkort verandering in komen. Na deze week ben ik namelijk eindelijk verlost van een slordige 4 uur die ik elke dag van deur tot deur nodig heb om me van Gilbey Road in Tooting naar Victora House in Aldershot en terug te slepen. Wellicht ben ik dan in staat mijn avondlijke routine iets aan te passen. Actiefilm en Gin & Tonic, anyone?
donderdag 3 september 2009
Holland's Glorie in Aldershot
Ik ben de afgelopen dagen druk aan het lezen geweest in "Going Dutch" van Lisa Jardine, ofwel How England plundered Holland's Glory. Een hoogstens interessant werk over Anglo-Nederlandse betrekkingen voor en na de Glorious Revolutie (lees: Verovering van Engeland door de Nederlanden) van 1688, doet dit boek me nogal aan het denken zetten over mijn relatie met wat zo onder hand mijn tweede vaderland is geworden. Al lezende over de "schaamteloos anglofiele" Constantijn Huygens, raak ik al maar meer gefrustreerd aan het feit dat, op het moment, de toegang tot de Engelse samenleving mij in feite ontzegd wordt. De ganze dag ben ik gedwongen naar de andere kant van de Noordzee te bellen, spreek ik Nederlands, denk ik Nederlands, waan ik me in Nederland. Als ik aan het einde van een lange, lange dag de grote straat van Aldershot betreed richting station, verbaas ik me dan ook telkens weer over de rasbritse chavs en Queen Victoria pub die het straatbeeld overtuigend bepalen.
Er is gelukkig een enkel voordeel te bedenken dat vortkomt uit mijn doordeweekse Hollandse ballingschap: de fascinerende kleine cultuurschokjes blijven, net als het enthousiasme wat elk bezoek aan het centrum van Londen nog steeds met zich meebrengt. Maar ja, ik ben nou eenmaal verhuisd om het leven als Londenaar mee te maken, en niet als pseudo-Nederlander op het Zuid-Engelse platteland. Enkel twee weken Going Dutch te gaan nog gelukkig, en met een aantal dingen in de planning zie ik mijn anglofiele toekomst rooskleurig tegemoet. Tijd om Engeland's glory te plunderen, dacht ik zo.
Observatie van de dag:
Londenaren zijn een stuk praktischer dan de gemiddelde Noord-Engelsman. Wordt het koud, dan gaan de jassen aan, bij mannen en vrouwen. Bovendien gaat de pubdeur dicht. Zomer in Londen, fijn dat ik het meegemaakt heb, maar volgens mij is deze metropolis op zijn best in de winterse kou.
Er is gelukkig een enkel voordeel te bedenken dat vortkomt uit mijn doordeweekse Hollandse ballingschap: de fascinerende kleine cultuurschokjes blijven, net als het enthousiasme wat elk bezoek aan het centrum van Londen nog steeds met zich meebrengt. Maar ja, ik ben nou eenmaal verhuisd om het leven als Londenaar mee te maken, en niet als pseudo-Nederlander op het Zuid-Engelse platteland. Enkel twee weken Going Dutch te gaan nog gelukkig, en met een aantal dingen in de planning zie ik mijn anglofiele toekomst rooskleurig tegemoet. Tijd om Engeland's glory te plunderen, dacht ik zo.
Observatie van de dag:
Londenaren zijn een stuk praktischer dan de gemiddelde Noord-Engelsman. Wordt het koud, dan gaan de jassen aan, bij mannen en vrouwen. Bovendien gaat de pubdeur dicht. Zomer in Londen, fijn dat ik het meegemaakt heb, maar volgens mij is deze metropolis op zijn best in de winterse kou.
dinsdag 1 september 2009
Fit.
Op vele vlakken is de Britse hoofdstad een assortiment van tegenstellingen. Een fietstochtje door een aantal zuid-Londense buurten levert al gauw een mengelmoes op van poepsjieke wijken met indrukwekkende negentiende-eeuwse voordeuren en straatarme volkswijken, die elkaar soms per straat afwisselen. De bewoners van sommige wijken zijn echter uitzondelijk eenzijdig. De eerdergenoemde Camden indie kids zijn hiervan een stuitend voorbeeld, maar ook ten zuiden van de rivier - nu moet ik wel even uitleggen dat de Theems de stad ruw in tweeën deelt: het noorden ontkent dat het zuiden erbij hoort en het zuiden haalt unaniem zijn schouders op - hebben wij zo onze uniforme wijken.
Dan heb ik het specifiek over Wimbledon, velen bekend dankzij de The All England Lawn Tennis and Croquet Club en een zeker tennistoernooi dat zij elke zomer organiseren. Hier waren ik en Nicola overigens een dagje bij, waardoor onze kennismaking met Wimbledon town een ultieme ervaring bleek van zon, gras, tennis en strawberries and cream. Twee maanden later kijkt de wereld echter al lang niet meer naar deze zuid-Londense suburb, en juist nu bevind ik me elke dag in het Wilbledonse. Elke ochtend en middag, op weg naar werk en huis, verbaas ik me weer over de jonge, strakke en sportieve Wimblelonians, enigszins te verklaren door het hoge gehalte sportscholen en fietsers, nee, wielrenners, op de heuvelachtige weg richting Wimbledon Rail Station. Nicola vertelde me dat wonen en met name sporten in Wimbledon erom bekend staat ontzettend prijzig en prestigieus te zijn. En al dat voor een jaarlijks toernooitje tennissen!
Maar goed, ik voelde me in elk geval geroepen om de handen ook maar eens uit de mouwen te steken en dus heb ik me gisteren aangemeld bij de Fitness First, waar ik morgen mijn eerste sessie mee ga maken. Niet in strak en sportief Wimbledon, maar in het minstens even sjieke Balham. Genoeg jonge en slanke mensen om me aan te spiegelen, maar omringd door buurten met chippies en curry houses, en volkse pubs rijk aan beer bellies. Het is immers niet het glimmend mooie Londen dat me boeit, maar het schizofrene. En een pint erbij, zonder schuldgevoel.
Dan heb ik het specifiek over Wimbledon, velen bekend dankzij de The All England Lawn Tennis and Croquet Club en een zeker tennistoernooi dat zij elke zomer organiseren. Hier waren ik en Nicola overigens een dagje bij, waardoor onze kennismaking met Wimbledon town een ultieme ervaring bleek van zon, gras, tennis en strawberries and cream. Twee maanden later kijkt de wereld echter al lang niet meer naar deze zuid-Londense suburb, en juist nu bevind ik me elke dag in het Wilbledonse. Elke ochtend en middag, op weg naar werk en huis, verbaas ik me weer over de jonge, strakke en sportieve Wimblelonians, enigszins te verklaren door het hoge gehalte sportscholen en fietsers, nee, wielrenners, op de heuvelachtige weg richting Wimbledon Rail Station. Nicola vertelde me dat wonen en met name sporten in Wimbledon erom bekend staat ontzettend prijzig en prestigieus te zijn. En al dat voor een jaarlijks toernooitje tennissen!
Maar goed, ik voelde me in elk geval geroepen om de handen ook maar eens uit de mouwen te steken en dus heb ik me gisteren aangemeld bij de Fitness First, waar ik morgen mijn eerste sessie mee ga maken. Niet in strak en sportief Wimbledon, maar in het minstens even sjieke Balham. Genoeg jonge en slanke mensen om me aan te spiegelen, maar omringd door buurten met chippies en curry houses, en volkse pubs rijk aan beer bellies. Het is immers niet het glimmend mooie Londen dat me boeit, maar het schizofrene. En een pint erbij, zonder schuldgevoel.
Abonneren op:
Posts (Atom)