vrijdag 30 april 2010

Wanhoop

Geen vrolijke tijd voor de progressieve Brit. Ondanks dat wolf in schaapskleren David Cameron zich gisteren in het laatste televisiedebat zich als een ware Tory van de oude stempel ontpopte, werd hij vandaag door de kranten massaal als koning gekroond. De Guardian lijkt zijn vechtlust prompt verloren te zijn, en gaf gisteravond al aan de situatie erg somber in te zien.

Wat een manisch depressief volkje toch, die Britten. Voor een land dat zichzelf vaak prijst voor zijn eigen lauwheid en pessimisme, was Cleggmania een eenmalige droom, die niet te lang kon duren. Dat zelfs de meest linkse geesten nu al de handdoek in de ring dreigen te gooien, had ik echter niet verwacht.

Het was me dan ook het weekje wel. Als er iets was dat de vlucht van de Lib Dems in de schaduw zou stellen, was het wel als Labour grandioze blunders zou maken. En ja hoor, hoewel Gordon Brown gister liet zien dat hij toch echt wel het meeste inzicht en kennis over de economie bezit, dacht iedereen alleen nog maar aan arme oude Mrs. Duffy. 'Bekrompen' klinkt nog vrij onschuldig in het Nederlands. Het zelfstandige naamwoord 'bigot' staat voor compleet onbegrip en walging.

De laatste week is ingegaan, en Labour is nu echt de wanhoop nabij: Tony Blair heeft zich vanmorgen bij de campagnestoet gevoegd. Het blauwe gevaar lonkt, maar Tony's tanden lonken nog harder. Het wordt een bijzondere week.

vrijdag 23 april 2010

Joris

Het is zover: de campagnestoet heeft Tooting nu daadwerkelijk bereikt. Tooting Broadway tube station schittert speels in de zon, en voor zijn deur tracht politiek Londen met man en macht de stemmers te verblinden met Westminsterse celebs. Enigszins ongemakkelijk staat een kleine man met een grote rode Labourrozet naast een politieke ster, wiens stem over het kruispunt en Upper Tooting Street op buldert. Ik herken het schichtige kereltje al gauw als Sadiq Khan, de afgelopen vijf jaar Member of Parliament voor Tooting en Balham. Als de beste vent niet al 'een stem voor Labour is een stem voor de kleine man' in zijn verkiezingsmanifest heeft staan, is dit meer dan een gemiste kans. Naast een politieke kolos als de speechende Jack Straw leek arme Khan echter helemaal een jonge hond.

Dus dit is het hoge bezoek waar not-so-safe seat Tooting op heeft zitten hopen. Voormalig minister van binnenlandse zaken, buitenlands zaken en justitie Jack Straw ging de Tootingse boeren en buitenlui maar eens even vertellen wat een bijzondere St.George's day dit is. Want dat is it. Nationale feestdag van Engeland, naar de beschermheilige van dit landje. Waar de Ieren St.Patrick hebben, de Schotten Andrew en de Welsh de heilige David, heeft Engeland Joris en de draak als patron saint. Net als de Engelse vlag, met het Saint George's Cross, heeft de nationale Engelanddag immer een bittere nasmaak van racisme en verkrampt nationalisme. Voor Schotten, Welshen en Ieren is het veilig anti-Brits, maar voor de Engelsen wijst het krampachtig terug naar tijden van kolonialisme en slavernij. Boze tongen beweren elk jaar weer dat de Engelsen haar dag en haar vlag terugwillen, zonder beschuldigd te willen worden van misplaatst nationalisme. De enige keer dat dit echt lukt is echter tijdens de grote voetbaltoernooien, waar Wales, Schotland en Ierland de voetbalgekke wereld hun rug toekeren en Engeland vrij is om in wit met rood al gillend door de straten te paraderen.

Aangezien er nog een tweetal maanden te gaan is tot het WK, was het gewapper van Straw hoogst opmerkelijk. Door een herindeling van de kiesdistricten heeft Sadiq er een groot aantal rijkere, wittere stemmers bijgekregen, hoewel Tooting toch met name bekend staat als een zuid-Londense smeltkroes van culturen. Zoals ik al eerder aangaf, ruiken de Tories een mogelijke zetelwinst in deze contreien. Sinds de zegetocht van Nick Clegg - die ook in een tweede debat, al zij het met hakken over de sloot, wist te zegevieren - zien ook de Lib Dems echter een kans om Tooting te bemachtigen: waren ze onder het blauwe Torygeweld de eerste weken van de campagne haast onzichtbaar, nu wordt er op tientallen aanplakbiljetten liberale politiek gepredikt.

Jack Straw babbelde wat over Engeland en de heilige Joris, en daagde het publiek uit te raden waar de beste man vandaan kwam. Interessant feitje voor de Engelse pro-Israel-lobbyisten: de nationale held is een Palestijn. Zelden zag ik zo'n enthousiaste poging om een broken society, conservatieve Cameron's favoriete stopwoordje, te lijmen. Na weken van blauw Tory postergeweld hoop ik dat Tooting's nieuwe, bekakte bewoners, hier ook wat van hebben opgevangen. Eens kijken hoeveel vlaggen er 7 mei te te tellen vallen.

zondag 18 april 2010

De wolk en de liberaal

Desperate times, desperate measures. Iedereen wist dat dit een spannende maand zou worden. Dat een televisiedebat en een onuitspreekbare IJslandse vulkaan voor een ware verschuiving in politiek en samenleving zouden zorgen, wist niemand echter te voorspellen. Sinds Lib Dem leader Nick Clegg zich in het debat van vorige week donderdag als serieus alternatief voor Tories en Labour wist te manifesteren, lijkt zijn populariteit als een gifwolk boven de traditionele partijen te hangen. Bang dat vulkaan Clegg roet in zijn eten gooit, heeft David Cameron de focus van zijn campagne vandaag radicaal omgegooid. Een Hollander die gewend is aan flexibele peilingen op weg naar de verkiezingen moet weten dat een dergelijke verschuiving, waarbij de liberalen evenveel stemmen zouden binnenhalen als de conservatieven, en meer dan Labour, onbetwist uniek is in de Britse politieke geschiedenis. Het districtensysteem maakt de mogelijkheid van liberale winst nog altijd onzeker, maar de kans op een minderheidskabinet of, als deel van een rare districtenkronkel, winst van Labour door winst van de Lib Dems lijkt plots enorm veel groter. Met die laatste dreiging tracht Cameron de kiezers bij Clegg weg te houden.

Nee, dan Brown. In plaats van de liberale natuurramp te lijf te gaan, stort hij zich vol overgave op de non-politieke uitbarsting. 'BROWN'S ARK', kopt de London Evening Standard. Niet minder dan drie enorme marineschepen moeten de gestrande Britten weer thuis brengen. Premier tot uw dienst, no expenses spared. Het is maar de vraag of de regering in tijden van geen verkiezingen ook met zoveel gemak militaire inzet had beloofd om de verloren Britse schaapjes terug op het eiland te krijgen. Dat het luchtruim voor het voltooien van deze grootscheepse reddingsactie misschien al wel weer geopend wordt doet kennelijk niet af aan het heroïsme van een kordate premier. The Guardian merkte op dat Brown ongekend ontspannen overkwam tijdens de persconferentie van vandaag. Goede leiding bij een geologische catastrofe wordt immer veel meer gewaardeerd dan bij een globale recessie. Wat Brown betreft mag de wolk dan ook netjes tot 6 mei blijven wachten.

De vraag is dus: wie blijft er langer hangen: de wolk of de liberaal? Aangezien er zowaar Hollands bloed door Nick Clegg's aderen stroomt, kan hij misschien het beste een voorbeeld nemen aan de onverbeten Hollanders die ik afgelopen zaterdagmiddag op Trafalgar Square zag staan hossen. Het Europese luchtruim mag dan volledig verlaten zijn, de Nederlander weet zich immer een weg te banen. Het was een vreemd gezicht: twijfelachtige muziek dreunde in mijn oren en mijn ogen deden pijn van het vele oranje dat zij plotsklaps tot zich dienden te nemen. Aan de ene kant van het plein stonden Nederlandse bloemisten luid hun waar te venten, en aan de andere kant werd Hollandse friet met mayonaise geschept. Niemand leek gehinderd te zijn door een vulkaan in het verre IJsland. Ergens anders in het land stond Liberaal Nick nog na te gloeien van zijn overwinning in de peilingen, ongetwijfeld op een ondoordringbare roze wolk. Blijven plakken, Nick, met dat geel een klein beetje oranje. Gewoon onverstoord door blijven hossen, twee weken en twee debatten lang, en wie weet, is een politieke aardverschuiving de volgende natuurramp waar Brittannia mee te kampen heeft.

donderdag 15 april 2010

De fictionele kiezer

Primeur van ongekende hoogte in de Britse politiek: gisteravond vond er, voor het eerst in de geschiedenis van het land, een verkiezingsdebat plaats tussen de leiders van de grootste politieke partijen, dat live uitgezonden werd door heel Groot-Brittannië. De afgelopen decennia zijn dergelijke concepten hier immer versleten als 'Amerikaans' en 'een on-Britse populariteitswedstrijd'. Soms riep een enkele partijleider op tot een dergelijke confrontatie, maar nooit werd de uitdaging door de ander geaccepteerd. Dit is echter de tijd waarin unieke welbespraaktheid en toepraakverve een zwarte man president van Amerika heeft kunnen maken, en de Britse politici weten dat maar al te goed. Bovendien valt er, na het bonnetjesschandaal, een hoop goed te maken met de mensen in het land. De kloof tussen de politiek en het volk is na alle gebeurtenissen enorm, zeker in een land waar politici sowieso op weinig vertrouwen kunnen rekenen. Mensen zouden het waarderen, juist omdat een dergelijk debat de twee grootste leiders zo kwetsbaar doet opstellen: Brown als non-charismatisch spreker, die dertien jaar beleid te verantwoorden heeft, en Cameron, die zijn voorsprong in de peilingen riskeert, door zich door een goed geïnformeerde econoom aan te laten vallen op de holle beloften waarmee de partij de verkiezingen tracht te winnen. Alleen 'kleine' Clegg, leider van de Liberaal Democraten, kon door zijn comfortable underdogpositie ongehinderd in zijn nopjes zijn over dit nieuwe fenomeen in de Britse politiek.

Toch was de immer wantrouwende Britse kiezer erg geneigd om het TV-debat van tevoren al in twijfel te trekken. Er is de afgelopen weken veel gediscussieerd over de format van het debat, dat maar liefst aan 76 regels onderworpen werd. Zo mocht het studiopubliek geen voorkeur of afkeur ten opzichte van de kandidaten laten horen, en werden vooraf gescreende vragen door mensen op de tribune gesteld. Ik vraag me dan ook af of wat er gisteren te zien was de Brit daadwerkelijk dichterbij de politiek heeft gebracht. Al eeuwen wordt er in het Lagerhuis met veel bombarie en spontaniteit over politieke kwesties gedebatteerd. Het vragenuurtje van de premier is elke woensdagmiddag een kijkje waard, alleen al om politici zo vol overtuiging de confrontatie met elkaar aan te zien gaan. Tijdens het 'debat' van gisteravond, keken de heren echter voornamelijk strak de camera in, wat op mij juist intimiderend en vervreemdend overkwam. Bovendien had een gewiekste journalist de leiders veel meer op de proef kunnen stellen, en hen minder kans gegeven om ons met clichés om de oren te slaan. In plaats daarvan moest een gearrangeerd studiopubliek, evenals bij het populaire Question Time van de BBC, dat de unieke kans kreeg om politici direct te ondervragen, maar even symbool staan voor hoe dicht de kiezers bij hun leiders staan. In hoeverre de Britse stemmer deze farce kan waarderen, is echter de vraag.

Stijl en systeem daargelaten, was het een interessante anderhalf uur televisie - alleen al om een dergelijke tijdspan op de commerciële ITV door te brengen zonder ook maar één keer door reclames lastig te worden gevallen. Zowel linkse als rechte kranten roepen Liberal Democrat leader Nick Clegg vanmorgen unaniem tot winnaar uit, al leggen sommige kranten meer nadruk op het 'verlies' van Gordon Brown dan anderen. Clegg wist helder uit de hoek te komen door zich als werkelijk alternatief voor de twee 'oude' partijen - iedereen schijnt de negentiende eeuw van Whigs en Tories vergeten te hebben - te bestempelen. Toch vond ik dat Brown het vrij aardig deed: iedereen ging ervan uit dat de stotterende premier bleek af zou steken tegenover een Cameroniaans charmeoffensief. Brown viel Cameron echter voortdurend scherp aan - inclusief oogcontact - en wist meerdere malen het schrikbeeld van de 80s Tory op te roepen. Zo nu en dan werd Gordon iets wat te enthousiast, en opmerkingen over dat het debat geen X-Factor was en dat de conservatieve postercampagnes hem mooie publiciteit gaven rolden dan ook met iets minder gemak van de tong dan de bedoeling was.

Interessant experiment, maar toch tevens ook een storende herinnering aan de aard van de Britse politiek. Zoveel mensen er voor spek en bonen in het publiek zaten, zoveel 'echte mensen in het land' werden er door de politici zelf aangehaald. Een vriendin van mij merkte op dat David Cameron alle handjes van Engeland kennelijk geschud heeft de afgelopen week. Maar hier waren de heren alledrie schuldig aan: "Ik was van de week in een ziekenhuis/fabriek/bejaardentehuis/school/gemeentereiniging/politiebureau/brandweerkazerne/bibliotheek/zwembad/buurthuis/trein/bus/metro/legerkazerne/circus, en daar ontmoette ik een hardwerkende man/vrouw met twee kinderen, {naam invoegen} , en wat hij/zij mij toch vertelde, schandalig! Zo kan het echt niet langer!"

Wil de Britse stemmer echt dat er liever met de fictieve burger gepraat wordt dan met de echte? Dat jan-met-de-pet hen een prangende vraag mag stellen, maar een kritische journalist als Jeremy Paxman angstvallig door de twee grote leiders wordt vermeden? Dat politiek met passie (here here!) in het Lagerhuis blijft, en dat je genoegen moet nemen met een gespindokterd toneelspel, waarbij de je als kiezer erop moet toezien hoe er een Fictionele Kiezer, gemaakt en gepolijst door de partijen, op gelijke hoogte met de leiders wordt geplaatst. Dit debat mocht dan wel een vuurdoop zijn wat betreft openheid in de Britse politiek, maar qua echte transparantie in de politiek heeft dit land heeft nog een lange weg te gaan.

maandag 12 april 2010

Spindokter

This country is sick.
This country needs healing.
In fact,
What this country really needs..
is a Doctor!

In de seizoensfinale van jaargang drie van de hernieuwde Doctor Who, drie jaar geleden, weet een ingenieuze Master, aartsvijand van onze held, het tot premier van Groot-Brittannië te schoppen. Met een duivelse glimlach (genie John Simm) gebruikt de slechterik de bovenstaande woorden in een landelijke toespraak om de legendarische Doctor, toen nog gespeeld door David Tennant, naar het hol van de leeuw te lokken. Met succes. Vermakelijk stukje televisie, zou je zeggen: niet meer, niet minder. Think again.

De 'Zendtijd Voor Politieke Partijen' lijkt hier zowaar beduidend belangrijk dan in Nederland. In vergelijking met de klungelige filmpjes die een VVD en D66 in elkaar weten te plakken, zijn de spotjes van Labour en Tories ware meesterwerken. Na het journaal was Labour vanavond aan de beurt: Sean Pertwee, zoon van Doctor III, die de rol begin zeventiger jaren vertolkte, wandelt al pratende op een hele lange weg. De broodschap is glashelder: this is not the time to change direction. In tijden van economische crisis is het beter om gestaag hetzelfde pad te blijven behandelen, met een premier die weet wat hij doet en hoeveel tijd het gaat kosten. Bij een kronkelend zijweggetje blijft Pertwee even staan, om vervolgens (rechtzodiegaat!) niet van het gekozen pad af te wijken.

De associatie met Doctor Who zou nog ietswat ver te zoeken zijn, als de laatste beelden van de spot niet door een wel heel bekende stem werden gekaapt. Niemand minder dan David Tennant, de beste Who ooit, spoort ons in helder Schots aan om Labour te stemmen. The Guardian grapte al snel dat de reclame een geslaagde poging was om Gordon Brown letterlijk een nieuw gezicht te geven: Whovian Regeneration. De Doctor heeft zijn gezicht al elf maal veranderd, waarom zou het Gordon niet lukken? Gek genoeg vergeet de krant te noemen dat een dergelijke associatie al zo'n vier jaar geleden werd gemaakt. In de sketchshow Deadringers, waar Tony Blair al menig maal succesvol werd geïmiteerd, veranderde een wanhopige Tony Blair op zijn Who's plotsklaps in David Tennant, in een laatste poging de kroon niet te hoeven overdragen aan tweede man Gordon Brown.

The Guardian merkt wel scherp op dat Labour met deze spot duidelijk probeert om Gordon buiten beeld te houden: hij wordt genoemd, maar het is een veel populairdere Schot die de politieke boodschap uitspreekt. Ondanks het feit dat deze party political broadcast een informatief en vernuftig stukje marketing betreft, blijft het de vraag of de PR-transformatie van een partij die al dertien jaar aan de macht is wel realistisch is. New Labour was in 1997 immers al dé linkse regeneration van de afgelopen decennia. Om dat te evenaren heeft Brown wellicht meer nodig dan een stukje gewiekste spindoctorij. In tijden van conservatief moddergooien moet ik echter wel bewondering opbrengen voor de toon die Labour weet te bewaren. Naast lege beloftes en holle beschuldigingen, is de stembus met Labour-stemmen wellicht toch "bigger on the inside.."


http://www.guardian.co.uk/politics/blog/2010/apr/12/labour-dr-who-election
http://www.youtube.com/watch?v=kzlOBn029b8 (Tony Blair 'regenerates' )

zondag 11 april 2010

Paarden

Gistermiddag liep ik over een zonnige Upper Tooting Road, waar ik niet alleen lastig gevallen werd door de reguliere flyerventers, maar tevens toegeschreeuwd werd vanuit de met ballonnen versierde deuren van de plaatselijke bookies. Waar ik de goktenten normaliter zonder na te denken voorbij loop, werd mijn aandacht nu getrokken tot de schreeuwerige etalageruit. Deze keer trachtte deze mij voor de verandering geenszins zodanig te vleien dat ik als sportkenner van de hoogste plank toch echt eens iets moest doen met mijn waardevolle expertise. Integendeel. Het verzoek was duidelijk: er mij gevraagd munt te slaan uit mijn lievelingskleur.

In zekere zin valt de houding van de Brit ten opzichte van het gokpaleis te vergelijken met de Hollander en het fenomeen bordeel. Omdat er in de samenleving een diepgewortelde overtuiging bestaat dat dergelijke vices nu eenmaal zullen bestaan, is het beter dat zulke transacties legaal en in het publieke domein worden gedaan. Niet te publiekelijk natuurlijk, de Brit schaamt zich immers immer, en heeft daarom ook aanzienlijk veel ontzag voor de schaamteloze wijze waarop ze zien hoe het prostitutiebeleid in Amsterdam de gordijnen wagenwijd openstelt. Om die reden zijn alle bookie-etalages immer zo ontworpen dat je als voorbijganger niet in staat bent om naar binnen te kijken. Hiertoe heeft de staat de branche verplicht, maar het neemt niet weg dat de goktent een vast deel van elke Britse winkelstraat vormt. Boze tongen beweren zelfs dat het neo-liberalisme van Labour dit de laatste jaren enkel erger heeft gemaakt.

De schaamte die de Brit kent ten opzichte van de landelijke wedneigingen kent echter haar grenzen. Gokken wordt namelijk in zekere mate op een bijna patriottistische wijze met Brittannia geassocieerd. Dit blijft in het algemeen beperkt tot bijna vertederende berichten over de uiteenlopende zaken waarop de Brit wedt: een witte kerst, het einde van Harry Potter, de nieuwe Doctor Who. Toen Brown afgelopen week Buckingham Palace aandeed om toestemming te vragen voor de dissolution of parliament, is een aantal mensen herhaaldelijk beboet omdat zij namens één van de grootste bookmakers het publiek aan het aansporen waren om hun bet voor de uitslag van de zojuist uitgeschreven verkiezingen juist bij hen te plaatsen. De grote borden die deze heren bij zich droegen lieten zien wat de odds waren voor Labour, Tory of hung parliament. Soms is het actief stemrecht niet voldoende.

Afgelopen zaterdag was echter weer een geval apart. Alle schaamte wordt zonder twijfel over boord gekieperd als het gaat om de Grand National. Paardenrennen is gewoonlijk enkel iets voor de hardcore gokker, maar als het om de Grand gaat, is het zowaar je patriotic duty om een paar luttele pondjes te verwedden. Net als ik, hebben de meeste mensen volgens mij maar weinig idee waarom deze race anders is dan al die anderen, en waarom gokgedrag in deze niet als twijfelachtig wordt ervaren. Als observator in het Britse fascineert het fenomeen me zeker, maar dit jaar was het Huisgenoot die mij dwong deze nationale traditie zelf te ervaren. Gokken op de Grand is prima, zolang je je maar beperkt tot een enkele pond op een enkel paard.

Bij het selecteren van het ros, kun je als leek enkel maar naar de lijst met excentrieke namen staren, en de kleur van de kleren van de jockey's natuurlijk, die in elke kwaliteitskrant netjes en duidelijk onder elkaar worden gezet. Na enig wikken en wegen werd het State of Play, naar één van de beste BBC-series ooit, blauw met een brede roze streep. Mijn pond lag in de pot. De paarden gingen van start. Luttele minuten later waren de eerste mannetjes al van hun hengsten en merries gekieperd. State of Play deed het echter best aardig. Derde werd hij uiteindelijk. Had ik niks aan natuurlijk, de pond was enkel en alleen goed als mijn paard de onbetwiste winnaar was geweest. Ik kan nou niet zeggen dat deze ervaring ofwel de gokker, ofwel de Brit in mij heeft losgemaakt. Hoewel.. Misschien toch maar eens kijken naar de odds voor Wilders en Cohen.

woensdag 7 april 2010

Macht

Tweede campagnedag, en ik wordt al hoe nieuwsgieriger hoe machtig, ofwel machteloos de Britse kiezer zich voelt. Ik had het gisteren al even over de excentrieke wijze waarop de kiezer uit het ene kiesdistrict veel meer macht heeft dan die uit de ander, en dus ook meer prominente politici aan de deur kan verwachten. Lo and behold, wat lees ik vandaag in de London Evening Standard: 'mijn' Tooting, één van de meest bepalende London boroughs. De LES gaat verder: "A seat David Cameron dearly wants, partly because it would mark a swing almost certainly big enough to make him prime minister." Blimey. Als je dat leest, vraag je je af waarom ze 's werelds minst charismatische Tory hier al maanden van deur tot deur laten hobbelen. Je zou toch minstens verwachten dat een Cameron of Osborne hier binnenkort zelf langskomen voor een bakkie.

Misschien een goed moment om je als kiezer toch wat invloedrijker te wanen. Niet dat ik hier ook maar één rood potlood ter hande mag nemen, maar ik leef wel van harte mee met een volk dat al sinds het begin der tijden vastzit aan een idioot districtenstelsel. Op weg naar huis bleek vanmiddag nog maar eens even dat één Londenaar best wel eens machtig kan zijn. Midden in de avondspits bij Balham voor de trein springen, en je bent spontaan verantwoordelijk voor een massale exodus van zuid-Londenaars bij Stockwell tube station, waardoor iedereen ten zuiden van de rivier minstens een uur later thuis is. Macht van het individu, hè.

Vlak voor zevenen stap ik eindelijk Tooting High Street op. Na een snelle pitstop thuis, snel ik even naar de supermarkt aan de overkant van de straat. Vijf, tien minuten ben ik weg, niet langer. De deur klemt erger dan normaal, en er ligt zowaar een berg vers campagnemateriaal op de deurmat. Ik denk een moment hard na, kieper alle conservatieve
junkmail in de daarvoor bestemde vuilniszak en leg de pamfletten van Labourminister Sadiq Khan netjes op de stapel post van de buren, en eentje bij ons op de keukentafel. Gek is dat niet: voor hen met een geweten valt macht immers over het algemeen samen met een gezond gevoel voor verantwoordelijkheid. Just doing my bit
.

dinsdag 6 april 2010

'THEY'RE OFF'

Zo kopt de London Evening News vandaag. Gordon Brown heeft eindelijk de moeite genomen om bij de koningin op de thee te gaan om haar te vragen het parlement te ontbinden. Niks demissionair kabinet, hier blijft het land een volle maand compleet stuurloos. En off zijn ze inderdaad. In een wilde race de aftredende premier voor te zijn, hield Toryleider zijn eerste verkiezingstoespraak toen Brown nog onwennig in zijn koninklijke kop thee zat te roeren. Labour laat er echter ook geen gras over groenen: nog voor Cameron was uitgesproken zat er al een uitgebreide mail in mijn inbox waarin mijn MP, Labour-minister van Vervoer, Sadiq Khan, eens even fijntjes uitlegde waarom hij het vertrouwen van de Tootingse kiezer nog een vijftal jaar waard is. Ik vraag me af hoe lang die mail al stof lag te verzamelen op de harde schrijf.

We gaan een spannende tijd tegemoet, dat is zeker. De schreeuwerige billboards zijn enkel het begin: all is fair in love, war and politics, zeker als de politieke twisten voor het eerst in de geschiedenis via TV-debatten worden uitgevochten. Overal in Londen voel je de spanning langzaam opbouwen: op St.Panrcas preekt Brown, in Watfort wauwelt Clegg en op de South Bank babbelt Cameron erop los. Alvorens kriskras het land door te trekken moeten de politiek leiders kennelijk van de metropoolse zeepkist gebruik maken. Ik vraag me af hoe de rest van het land zich daarover voelt.

Sowieso een raar gevoel dat de politici zich vooral concentreren op de marginal seats. En dan heb je nu niet meteen het gevoel dat zij er voor het hele land handjes staan te geven. Newsnight, de Britse NOVA, laat zien hoe Brown op campagne de meeste journalisten straal voorbijloopt. Hij wil met de gewone man praten. Of de gewone man hier nu van gediend is of niet, op de rest van de stemmers komt dit meer dan vervreemdend over. Brown is een econoom, een slimme politiek denker, maar weet zich publiekelijk maar zelden een houding te geven. Cameron deelde bij het ochtendgloren al bekertjes thee uit aan de journalisten bij zijn voordeur. Zijn planning zelfs zo goed dat hij zelfs een zwangere echtgenote heeft weten te regelen: 'Mrs Cameron opts for labour once more' grapt Newsnight. Arme Nick Clegg kampt nog steeds met zware onbekendheidsverschijnselen, dus hij kan het zich absoluut veroorloven om ook maar 1 hand ongeschud te laten, en om ook maar 1 journalist in de kou te laten staan.

Zwaar weer. De grootste vraag lijkt te zijn in hoeverre deze race om uiterlijkheden gaat draaien. Een maand lang is Brittannië een battleground, met Londen in het midden. Uw razende reporter tracht de boel dan ook goed in de gaten te houden.

maandag 5 april 2010

Echo's

Tweede Paasdag in Londen, en de zon schijnt. Zelfs de buzz die deze week rond Westminster hangt wat betreft de geruchten van een aangekondigde verkiezingsdatum komende dinsdag lijkt even - buiten gehoorsafstand - het blauwe luchtruim in te zijn gevlogen. Een mooie dag om de stad weer eens verder te verkennen, dacht ik zo.

Kennelijk denkt niet iedereen er zo over. Een zonnige bank holiday Monday wordt door velen vaak buiten de stad gevierd. Al dwalende door Southwark kom ik vandaag dan ook met name toeristen tegen, die enigszins verbaasd naar de gesloten poort voor Borough market staan te kijken. Een paar straten bij de rivier vandaan blijken zelfs de buitenlandse sightseers zoek. Als ze toch eens wisten dat hen daar pas echt een interessante culturele dwaaltocht staat te wachten, is het maar de vraag of ze echt zoveel tijd zouden willen doorbrengen met het in de rij staan voor cultureel kitsch als the London Dungeons of de Clink Prison.

Nee. Voorbij Southwark Cathedral begint een ware hommage aan de grootste Engelse verhalenverteller van de negentiende eeuw. Het grootste geheim van Dickens was tijdens zijn leven dat de misère in zijn boeken hem veel bekender voorkwam dan hij zijn lezers voorhield. Het was in Southwark, vlakbij de befaamde Marshalsea Prison, waar de kleine Dickens een kamer huurde, om vanuit daar elke dag de rivier over naar de Strand te wandelen, teneinde daar in een blacking factory de godganse dag labels op potten te zitten plakken. Vader Dickens zat ondertussen een paar deuren verder vast vanwege diens schulden. Met name in Little Dorrit en het, zo bleek na zijn door, hoogst autobiografische David Copperfield, doemt de donkere gevangenis op als een inktzwarte vlek op een kwetsbare jeugd.

Tijdens zijn leven nam Dickens de moeite dit element te verhullen. In plaats van prat te gaan op een zware jeugd en de wereld te laten zien hoe ver hij het daarmee had geschopt, wilde hij dit deel van zijn leven niet met de wereld delen. Althans, hij vertelde het enkel en alleen aan vriend en biograaf John Foster, die dergelijke onthullingen pas na de dood van de schrijver deed. Ondanks het tegensputteren van Dickens zelf, wil het lot echter dat Southwark maar al te graag blijk geeft van de identiteit van deze beroemde inwoner. In een land waar straatnamen over het algemeen met zo min mogelijk creativiteit worden ingevuld, springt een wijk vol literaire referenties bijzonder in het oog. Little Dorrit Court en David Copperfield Street wordt door de meeste mensen herkend, maar een Clennam Street en Doyce Lane roepen bij de doorgewinterde Dickens-fan ook warme gevoelens op.

Wat een wandeling door deze Dickens-buurt echter werkelijk bijzonder maakt, is niet geplakt op 21ste-eeuwse straatbordjes. Reeds ten tijde van de publicatie van Little Dorrit was de Marshalsea Prison al niet meer, maar nog tot op vandaag de dag staat er een imposant lange gevangenismuur, die verraadt hoe enorm het complex moet zijn geweest. De donkere stenen staren recht naar een elegant kerkje aan de overkant, dat door de meesten de Little Dorrit-kerk wordt genoemd. In het boek wordt de kleine Amy Dorrit hier gedoopt en later getrouwd. Aan de donkere schaduw van de Marshalsea aan de overkant zal ze echt nooit hebben kunnen ontsnappen. Een literair student van het verleden krijgt maar zelden de historie zo krachtig en beeldend voorgeschoteld.

Londens grootste schatten zijn echter het beste verstopt, en dat geldt ook voor Southwark. Ook voor wie geen masterscriptie heeft geschreven over Victoriaanse doktoren, is de oudste operatiekamer van Engeland zeker een bezoekje waard. Tientallen jaren lag de zolder van het oude St. Thomas's hospitaal er vergeten bij, tot men in de jaren vijftig een uniek geconserveerde kruidenverzameling en operating theatre aantrof. Daar kun je je nu vergapen aan de gruwelijke instrumenten die de surgeons en physicians van de vroege negentiende eeuw in, op en onder hun patiënten staken. Plots wordt de door mij bestudeerde angst voor de stadse opleiding van de dorpsdokter mij pijnlijk duidelijk. De houten bank, die het middelpunt vormt waarop rijen vol studenten en assistenten destijds letterlijk op de onfortuinlijke patiënt neerkeken, heeft meer weg van een martelwerktuig dan van een operatietafel.

Ik loop de nauwe wenteltrap af en sta al snel weer op de zonnige Borough High Street. Hoe fascinerend is het toch, dat waar de Victoren zo ongelooflijk trots op waren, hun vooruitgang in de medische wetenschap, goed verhuld blijft op een stoffige zolder, en dat wat de meeste eminente literaire grootheid van de eeuw koste wat kost in de vergetelheid wilde slingeren, door locale autoriteiten doodleuk op elke straathoek wordt verkondigd. We willen allemaal onze stempel achterlaten op deze wereld, maar wat er uiteindelijk bewaard blijft, en wat niet, daarover hebben we maar weinig te zeggen. Ben toch wel benieuwd of men dat in Westminster ook zo ziet.

zaterdag 3 april 2010

Dokter

Pasen 2010, en er staat geen Heer waarlijk op, maar wel een nieuwe Dokter. Het moment waar heel Britannia met smart op heeft zitten wachten sinds publiekslieveling David Tennant zijn rol als Doctor Who afgelopen kerst doorspeelde aan de onbekende Matt Smith, was heden avond eindelijk aangebroken. De overname en transformatie van deze legendarische tv-serie gaat echter veel verder dan simpelweg een vers nieuw gezicht; zowel het decor als de visuals zijn aan verregaande wijzigingen onderworpen. Bovendien staat er eveneens een splinternieuw brein aan het hoofd van het team van schrijvers dat de dolle avonturen van de Doctor mag verzinnen. Steven Moffat, schrijver van de beste en meest subtiel gearrangeerde scripts waarvan het publiek de verfilming heeft mogen aanschouwen - ik noem een Coupling, een Jekyll, en natuurlijk de beste en engste DH ooit, 'Blink' - mag dan een Whovian in hart en nieren zijn, hij gaf al in een vroeg stadium aan het meeste te zien in de sprookjesachtige kant van deze Science Fiction-serie, wat een dergelijk genre toegankelijk maakt voor een groep mensen die veel groter is dan de bebrilde figuren die doorgaans voor Star Wars en Trek aanschuiven.

Maar goed, misschien moet ik daarom eerst maar eens wat uitleggen over de legende Who. Al sinds de jaren '60 reist het excentrieke buitenaards wezen met zijn tijdmachien het universum en de eeuwen door, met een heel menselijk gezicht dat alleen de neiging heeft te veranderen elke keer dat de beste man het lootje legt. In de ruime 40 jaar dat de BBC al aan Doctor Who bezig is, zijn er dan ook al elf acteurs geweest die de hoogst populaire rol hebben mogen vertolken. Deze overname is zo legendarisch dat zelfs rond de onthulling van de identiteit van de nieuwe timelord vorig jaar een heel programma heen werd gesponnen. De algehele reactie op de bekendmaking was echter ironisch genoeg een luid weerklinkend 'Who?!' De onbekende Smith moest een hoop waarmaken: de kekke Converse van Dokter Tien, de populairste ooit, waren dan ook niet gemakkelijk te vullen.

The verdict. Met zijn zesentwintig lentes is Matt Smith de jongste Doctor ooit, maar door zijn zelfverzekerdheid, excentriciteit en ongeremde enthousiasme lijkt hij tegelijkertijd zowel jonge hond als oude wijze man. De kostuumdames zijn hier mede verantwoordelijk voor: een lange jas, hip pak en schoenen hebben plaatsgemaakt voor een tweed jasje, bretels en strikje. De belangrijkste reden waardoor je echter meteen werkelijk gelooft dat hij de Doctor werkelijk is, is echter de vlijmscherpe dialoog en snelheid waarmee de kijker in een nieuw avontuur gezogen wordt. De lijst met wat ongetwijfeld legendarische Who-citaten gaan worden is na een enkele aflevering al aardig lang. Bovendien is het, zoals the Guardian al direct meldt, erg verfrissend dat dit avontuur zich niet in Londen, maar op het dorpse Britse platteland afspeelt. Als Londenaar ben ik al tevreden met de spectaculaire vliegscene over Londen, hoewel ook ik moet toegeven dat de Doctor's wanhoop over hoe hij de wereld moet redden met enkel een (gesloten) postkantoortje tot zijn beschikking (en toen was er internet) de aflevering echt weer tot dat heerlijk kneuterige Sci-fi wist te maken, dat blitse schuifdeuren en monsters in aluminiumfolie ver achter zich laat.

The proof is echter in the pudding, en ik zal de dwalingen van Dr. Smith de komende weken dan ook met danig enthousiasme blijven volgen. Met nog 12 heerlijke zaterdagavonden die komen gaan kruip ik lekker op - of, even legendarisch, achter - de bank, en laat ik spannende verkiezingen, wereldbekers en festivals lekker over me heenkomen. Met een dergelijks dokterbezoek kan ik niet alleen Londen, maar de hele wereld aan.

http://www.youtube.com/watch?v=Lp0-8Ibkczc < - voorbeeld van schrijver Steven Moffats geniale geest (Coupling), inclusief sneaky Doctor Who reference op het einde

donderdag 1 april 2010

April Fool

Evenals de nieuwe serie van Have I Got News For You, waarbij de politieke dwaaltocht van Gorden Brown vandaag prachtig werd afgebeeld door te laten zien hoe hij per abuis een broom cupboard inwandelde, is de verkiezingsstrijd is nu echt losgebarsten. Deze week beleefde de Britse politiek een uiterst interessante primeur: het allereerste politieke TV-debat. Weliswaar vond dit eerste publieke politieke gevecht enkel tussen mogelijke ministers van financiën plaats, en moeten de debatten tussen de 'echte' leiders nog plaatsvinden, wat betreft het opzoeken van de confrontatie was het avondje kletsen over saaie nationale budgetten zowaar revolutionair te noemen.

Het wordt alsmaar duidelijker dat de komende verkiezingen niet alleen de eerste spannende electorale strijd sinds 1997 te noemen zijn, maar ook nog eens een compleet nieuwe bladzijde in de Britse politiek en twijfelachtige spindokertij. De posterstrijd wordt harder. Dit hangt er op het moment bij mij in de straat:

4469610650_ba92acfcd9.jpg


Heel smaakvol. Naast Obama's 'change' schijnen de conservatieven ook de vuile campagnetechnieken van hun Amerikaanse collega's te hebben overgenomen. Toch wel prachtig eigenlijk, dat dat woord 'verandering' zo gemakkelijk van conservatieve tongen rolt. Ja, alles behalve de valse glimlach en/of beloften van de huidige premier, toch? Het volk is voor het eerst in jaren ongelooflijk verdeeld, en na de bonnetjes- en omkoopschandalen van weleer lijkt een lage opkomst de enige voorspelling die met zekerheid geuit kan worden. Maar wat vindt het volk eigenlijk van de nieuwe, schreeuwerige vorm van campagne voeren? Sensatie sells, zoals de tabloids reeds een kleine 120 jaar weten.

The Guardian dacht vandaag eens de proef op de som te nemen, en een wel zeer originele 1 april-grap te bedenken. Een boze Brown, half in de schaduw, vergezeld van de woorden Step Outside Posh Boy in schreeuwerig groot witte letters naast zijn boze hoofd gekalkt. De krant berichtte hierbij doodleuk dat Labour het opgeklopte schandaal rond de anger management issues van de premier ging gebruiken om hem daadkrachtiger te doen overkomen ten opzichte van het conservatieve Cameron-geweld. Met zijn rauwe mannelijkheid ging Gordon eens laten zien dat hij Groot-Brittannië eigenhandig uit het slop kon helpen.

Tekenend eigenlijk, want zo hilarisch ongepast leek de hoax bijna niet. De onbeschaamde toon waarop politieke twisten op het moment via media en postercampagnes gevoerd worden geeft blijk van een totale grenzeloosheid op het gebied van ernst, eerlijkheid en duidelijkheid. Een Britse kiezer voelt zich immer niet meer serieus genomen sinds een huis vol corrupte parlementariërs gewoon lekker op het pluche konden blijven zitten. Dat een leider dan op de vuist zou gaan met zijn aartsrivaal in plaats van klunzig bezemkasten in te lopen klinkt voor de Britse kiezer dan ook opeens een stuk aanlokkelijker.

http://www.guardian.co.uk/politics/2010/apr/01/labour-gordon-brown-hard-man