Natuurlijk, de pracht en praal des hoofstads werkt als een magneet: uiteindelijk komen de meeste mensen wel - in ieder geval tijdelijk - terecht in de Londense smeltkroes. Om het echte Britannia te ontdekken, is het echter cruciaal om het Britse buiten de grenzen van de metropool te bezoeken. Het noorden is al een goudmijn aan rauwe, bijna onaangetaste Engelsheid, maar het noordwesten, met zijn ruwe industriële steden en wel na net zulke woeste natuur, is me toch echt het paradijs des engelsheid. En daar mag je dan een jaar lang de literatuur en geschiedenis bestuderen die dit land geschapen heeft.
Welnu, het jaar in kwestie vloog voorbij. En het volgende. Daar zat ik echter weer, met twee van de drie lieve vrienden met wie ik een uiterst schattig Manchesters huisje deelde, en we bleken in een opvallend identiek schuitje te zitten. Alledrie hadden we ons laatste studiejaar enigszins onbezonnen doorlopen, om vervolgens op de bank van het ouderlijk huis te belanden, terwijl de economische en financiële wereld om ons heen instortte. Allen zochten we uiteindelijk ons heil weg van de pittoreske historie van welvarend industrieel Engeland in de negentiende eeuw, in dat enge, verre Londen. Gedrieën hadden we liever een baan gehad op een iets hoger niveau, maar ook waren we alledrie maar al te blij dat we in de Engelse hoofdstad reeds weten te overleven door ons eigen kunnen.
Vanzelfsprekend wordt Manchester en de Noord-Engelse levensstijl flink gemist. Lag het aan mij, of werden mijn klinkers die avond net weer ietsje noordelijker dan ik op het moment gewend ben? Je kunt de pseudo-Brit uit het noorden halen, maar het noorden uit de pseudo-Brit? In ieder geval was het ophalen van herinneringen meer dan welkom: de wereldstad vervreemdt soms, maar wat valt er te klagen als het verleden je af toe gewoon gezellig even gezelschap komt houden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten