Na een paar maanden leven als londenaar raak je al gauw die dingen uit het oog die zo'n bestaan van buitenaf gezien zo bijzonder aantrekkelijk maken. Dan heb ik het met name over Londen als cultureel middelpunt van het land: voor een naar Londen verhuizende anglofiel is geen spannender vooruitzicht dan te stuiten op een BBC-cameraploeg, het zijdelings opmerken van een filmpremière op bioscoopwalhalla Leicester Square of het tegen het lijf lopen van een favoriete acteur of muzikant.
Dan verhuis je, en blijkt glitter en roem iets beter verstopt dan je denkt. Natuurlijk, er zijn immer dingen gaande in Londen: elke willekeurige zaterdag loop je in de stad al gauw tegen spannende, idiote en ludieke evenementen aan. Om die culturele helden die je het meeste koestert tegen te komen, moet je echter wat meer moeite doen. Ik ben zelf nooit zo'n held geweest in het opzoeken van celebs, tenzij in de schaduw van mijn enthousiaste kleine zusje, op wiens dapperheid ik bij dit soort situaties vaak stiekem heb meegelift. Bij de BBC-opnames die ik een paar weken terug na een dolle strijd om een kaartje en zitplek bijwoonde, realiseerde ik me dan ook dat mijn leven in Londen zo spannend en geweldig is als ik het zelf maak. Als je geen spanning zoekt, zul je het in deze stad niet zomaar vinden.
Met dat idee in mijn achterhoofd luister ik naar een ochtendradioshow eenmalig gepresenteerd door David Tennant, de acteur die door velen als meest populaire Doctor Who ooit is bestempeld. Deze uniek vertederende science finction-serie voor kinderen gaat al mee sinds de jaren zestig, maar deze beste man is met zijn geweldig excentrieke en kleurrijke acteerwerk eigenhandig verantwoordelijk voor een nieuwe generatie Whovians. Verder schittert hij in de door mij meest gekoesterde dramaseries, van Blackpool tot Learners tot Recovery (allemaal echte aanraders), en is hij verleden jaar alom bejubeld door critici om zijn vertolking van de titelrol in Royal Shakespeare Company's Hamlet, deze kerst verfilmd voor tv door de BBC. Oh, en hij is lang. Mooi en lang.
Voordat dit te veel op een reclamespotje voor de heer Tennant gaat lijken, is het belangrijk om te weten waarom ik de beste man zo graag eens in the flesh wilde zien. In de Goudse lappenmand, knie ter hemel gericht, ging zowel Hamlet als Love's Labour's Lost aan mijn uiterst gretige neus voorbij. Buzzcocks, hoe geweldig het ook was, had een nare bijsmaak, aangezien 'DT' de aflevering voor de onze te gast was als presentator van de quiz. So close.
Niet lang daarna hoor ik dat deze Schotse acteervirtuoos het komende jaar in een prime time Amerikaanse serie gaat spelen: mijn idool ontvlucht Brittannia! Wilde dromen van toevallige ontmoetingen vallen ineens aan duigen: binnenkort zal hij wellicht amper nog in Londen vertoeven.
Ik luister verder en besluit dat het hoog tijd is geworden om het lot in eigen hand te nemen.
Zoals het geval is met alle radio- en tv-centra, bevindt de radiostudio zich in hartje Londen. Ik pak de metro naar Picadilly Circus en vind de plek des onheils, het prachtig getitelde Golden Square, waar ik tot mijn opluchting al gauw een groepje mede-groepies tegen het lijf loop. We hoeven niet lang te wachten: ondanks het feit dat hij enkel tien minuten heeft om Londen door te crossen naar een ander radio-interview, neemt hij lief de tijd om even met het kleine groepje fans op de foto te gaan en een paar krabbels te zetten. Het is snel voorbij, maar na tien minuten voel ik de lieve arm voor de fotopose nog om me heen en hoor ik zijn prachtige accent nog in mijn oren klinken. Ik ontwaak als in een droom en spreek mezelf streng toe: eenmalig hysterisch, beste Leonie, je bent 23, intelligent en hebt absoluut geen tijd om om de haverklap de tiener uit te gaan hangen bij achteruitingangen en stagedoors.
Twee dagen later sta ik bij de achterdeur van het klassieke theater de London Palladium, te bibberen in de kou na het beste concert dat ik in jaren heb gezien. De prachtige Patrick Wolf, tweede lange beroemde Brit van de week, komt verlegen naar buiten stappen: hoogblond, glas wijn in de hand en karakteriserende zwarte wolvencape nog op. Lief kletsen ik en mijn goede vriendin K. even met onze favoriete popster. De ontmoeting is veel ongedwongener, rustiger en lijkt door beide partijen zeer op prijs gesteld te worden. K. en ik dansen weg van Wolf, blij en een beetje verlegen dat we de virtuoos na een van de meest bijzondere concerten van zijn carrière aan hebben durven spreken. We stappen de bus in en zijn ontspannen en enthousiast. Ik spreek mezelf weer eens streng toe, maar het lijkt niet te baten: ik word een al hoe betere stalker en weet niet hoe ik in een stad vol idolen ooit zal kunnen afkicken.
Vier dagen later zit ik op de voorste rij in het prachtige Duke of York Theatre. Grandioze en beroemde acteur John Simm (State of Play, Life on Mars, weer Doctor Who) acteert magnifiek in het intrigerende moderne stuk Speaking in Tongues. Het kaartje was een spontane aankoop, het stuk wordt nog maar een paar weken opgevoerd. Het doek valt: buiging en applaus. Ik loop richting de uitgang, recht langs de zijuitgang. Ik werp een snelle blik, en vervolgens weer, op mijn horloge. Hoewel het vroeg is, loop ik al snel Charing Cross station in en zit voor ik het weet in een Northern Line huiswaarts. Vergenoegd denk ik aan hoe ik zonder enige drang tot stalken de avond al genietend heb weten door te komen. Ik spreek mezelf toe: goed gedaan, volwassen vrouw. Diep in mijn hart weet ik echter heel stiekem waarom ik zo sterk ben. John Simm is 1.70m lang.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten