Het reilen en zeilen in de Britse hoofdstad kan soms grillig zijn. Zo zie je de breed aangekondigde ceremonie rond het begin van het commerciële kerstseizoen – het ontsteken van de lichten te Oxford en Regent Street – vol verwachting tegemoet, en zo word je zwaar teleurgesteld omdat een tweetal ontiegelijk trage metro’s roet in het premature kerstmaal gooit. Heel Londen leek richting de grootste en drukste winkelstraten te zijn gestroomd om Hollywoodsterren Jim Carrey en Colin Firth reclame te zien maken voor de nieuwe A Christmas Carol (ofwel, op een overgrote lichtknop te zien drukken), en toen ik dan ook eindelijk uit Bond Street underground station uit kwam zetten en de massa begon te volgen richting Oxford Circus, sprongen de uitbundige lichtversiersels boven mijn hoofd op hoogstens anticlimaxische wijze aan.
Enigszins beteuterd bleef ik de mensenmassa volgen, in de hoop iets op te vangen van de feestelijkheden. Hoewel het hoogstens amusant was om midden door een normaal door bussen gedomineerde Oxford Street te struinen, moest ik al gauw concluderen dat ik het merendeel van het entertainment had gemist: ik passeerde zelfs de verlaten knop, en kon enkel via grote schermen genieten van het koor van St.Paul’s dat samen met Andrea Bocelli kerstliedjes ten gehore bracht. In een laatste poging een glimp van glamoreus Londen op te vangen wandelde ik naar Leicester Square, dat opgetut en klaar was voor de wereldpremière van A Christmas Carol. Aangezien over het algemeen ik meer geïnteresseerd ben in de interpretatie van alles Dickensian en Victoriaans dan in de heren Firth of Carrey, werd ik ook daar teleurgesteld in mijn verwachtingen, want hoewel het rode tapijt nog onbetreden was, waren de feestelijkheden midden in het plein omgeven met hoge kartonnen muren: enkel de dwarrelende vlokken van een sneeuwkanon gaven ons plebs een idee van wat er binnen de muren gaande was aan kostuum en decor. Een groot scherm toonde een negentiende-eeuws geklede journalist die Colin Firth interviewde over wat kerst voor hem betekende. Mijn gedachtes dwaalden al gauw af naar de kip en Chinese woksaus in mijn koelkast, en voor ik het wist had ik beroemd Londen de rug toegekeerd en was ik Leicester Square tube station ingeschoten.
De volgende dag ontving ik een e-mail van één van de websites die de kaartjes voor BBC-opnames beheert: er waren onverwachts kaartjes vrijgekomen voor één van mijn (en Anouks) meest geliefde programma’s op the Beeb: popquiz Nevermind the Buzzcocks. En wel diezelfde avond. Een ezel stoot zich in het algemeen niet tweemaal aan dezelfde tube, dus ik wist op sluwe wijze tien minuten te vroeg te vertrekken uit Uxbridge. Kaartjes voor BBC-shows garanderen namelijk nooit dat je ook daadwerkelijk binnenkomt: om zeker te zijn van een volle zaal geeft de British Broadcasting Centre namelijk te veel kaartjes uit, waardoor het cruciaal is om vroeg voor de studiodeur te staan koukleumen. En warempel, ik en huisgenoot (die vol enthousiasme uit college kwam rollen richting de Witte Stad) waren deel van de laatste tien mensen die een plekje in de studiozaal mochten vinden.
Als je een programma zo goed kent als ik Buzzcocks, is het bijwonen van een opname een ware openbaring. Je ziet pas hoe goed jouw favoriete komieken en acteurs zijn als ze even uit hun rol vallen als de camera niet op hun is gericht, of als je ook werkelijk meekrijgt hoeveel moeite mensen hebben met het lezen van een autocue, of om het simpele intro van een popliedje te onthouden (ze spelen stiekem vals met behulp van een nogal retro discman!). Na een grandioze avond van grappen, grollen en huiskamerse gezelligheid, werd de grilligheid van het Londense leven werd me opeens duidelijk: bijzondere kansen, momenten en beroemdheden genoeg, maar het zijn de meest onverwachte gebeurtenissen die je het meeste plezier bezorgen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten