vrijdag 2 oktober 2009

Dwalen in een dodenstad.

Rond het begin van de negentiende eeuw werd het langzaam duidelijk dat de explosief groeiende Britse hoofdstad haar doden niet langer in en om haar vele kerkjes kwijt kon. Uiteindelijk was het met name de stank van de dearly departed die de verschuiving van churchyard naar cemetery uiterst urgent maakte. In de jaren 1830 kreeg men de stadse grondeigenaren uiteindelijk zover dat er genoeg grond werd afgestaan om het nieuwe fenomeen mogelijk te maken. Op de rand van de stad werd dan ook spoedig een handjevol uitgestrekte begraafplaatsen gesticht. Waar de aristocraten vaak hun eigen mausolea bezaten, kond nu ook de eeuwig prestigejagende middle class haar doden op een stijlvolle en vooral statusvolle manier ter ruste leggen. Na de Reform Act van 1832, het echte begin van de (door de middelklasse beheerste) Victoriaanse tijd en het moment dat de niet-adele rijken eindelijk (stem)recht en macht hadden verworven, hadden de rijke burgers ook de strijd om de statige laatste rustplaats van hun doden gewonnen.

De meest modieuze onder nieuwe graftuinen werd al snel Highgate Cemetery, gelegen ver op de noord-Londense heuvels, onder meer vanwege het plezierige uitzicht op de toen wellicht iets minder indrukwekkende Londense skyline, en de nabij gelegen sjieke dorpjes Highgate en Hampstead (en natuurlijk diens Heath). Niet alleen de meest fortuinlijke familie reserveerden er een plekje voor ouders en kroost, er zijn nu nog graven te vinden van beroemde worstelaars, hoogstaande militairen en excentrieke circusdirecteuren.

Als je tegenwoordig een bezoekje wilt brengen aan deze bijzondere negentiende-eeuwse dodenstad, zoals ik op deze zonnige doch koude zondagmiddag waagde, wacht je een aangename verrassing. In de jaren twintig ging het bedrijf achter de begraafplaats namelijk failliet, waarna de plek de volgende decennia hevig in verval raakte. In de jaren zeventig ging de boel zelf voor onbepaalde tijd op slot, waarna een groep vrijwilligers een stichting in het leven riep en de begraafplaats voor 35 pond van de gemeente kocht. Er werd hersteld en gekuist, maar gelukkig niet te veel: de ultieme charme van Highgate Cemetery blijkt nu juist de overvloed aan overgroeide graven, hoge bomen en onbegaanbare paden. Het is dan ook geen verrassing dat de begraafplaats de locatie vormt voor tientallen boeken en films. Een recent omgewoeld graf bleek gediend te hebben in de recente bioscoopfilm Dorian Gray, waarin de spookachtige kwaliteiten van negentiende-eeuws Londen, maar zeker ook dat van Londen’s meest beroemde en beruchte begraafplaats duidelijk in beeld kwamen. Eng en mysterieus in het donker, indrukwekkend en imposant in het licht vormt Highgate Cemetery een danig geschikte plaats voor zowel horror als historisch kostuumdrama.

De pelgrims die een bezoekje brengen aan dit oord zijn echter verscheidener dan je wellicht zou denken. Aan de andere kant van de weg, tegenover de opzichtige Victoriaanse poort die naar het westen van de begraafplaats leidt, bevindt zich de oostkant: hoewel de paden en mausolea minder imposant zijn (je kunt er bijvoorbeeld geen Egyptisch-gestijlde tombe vinden, zoals in het westen) valt dit niet te zeggen van zijn 'bewoners'. Literaire bedevaartgangers zoals ik bezoeken het graf van George Eliot, stiekem Mary Ann Evans geheten en behorende tot de meest geniale schrijvers van de negentiende eeuw. Of, iets recenter: auteur Douglas Adams. Mooi detail: op de grafsteen deze in 2001 overleden schrijver van Hitchhiker's Guide to the Galaxy had iemand een speelgoeddolfijntje geplaatst: ieder die boek of verfilming van laatstgenoemde literaire klassieker heeft aanschouwen begrijpt de het speelse belang van dit ludieke grafpresentje. So long, and thanks for all the fish!

Het grootste bedevaartsoord bevindt zich echter achterin 'oost'. Van veraf zie je de enorme kop van Karl Marx al serieus op zijn mededoden neerkijken. Het graf is al eens flink beschadigd, maar wordt ook regelmatig voorzien van verse bloemen en, zoals ik laatst in the Guardian las, as van idolate, gecremeerde communisten. Aan de verre overzijde van HC licht overigens iemand begraven met een totaal andere relatie tot communistische regimes: Alex Litvinenko, drie jaar geleden hoogstwaarschijnlijk vergiftigd door 'de Russen' in een Londens sushirestaurant, vond zijn laatste rustplaats tussen zwaar beboste negentiende-eeuwse graven in HC-west.

Al met al was het ontzettend interessant om te mogen aanschouwen hoe, na een aantal decennia vergeten en met rust gelaten te zijn, Highgate Cemetery opnieuw een bijzondere rol in het leven van de Londenaren speelt. Zo is deze bijzondere plek niet alleen een juweel die een stukje negentiende eeuw op een zeer pittoreske wijze heeft vastgelegd, maar ook een plek waar historie en actualiteit met elkaar worden vervlochten, en waar de nieuwe inwoners van de metropool zichzelf in relatie tot hun verleden en dat van hun stad kunnen leren kennen.


Foto's van Highgate en mijn dagtripje naar het historische Salisbury:
http://www.facebook.com/album.php?aid=145415&id=284101658&l=816e4cfa0a

En, voor de liefhebbers, de uiterst herkenbare observervaties van een 'buitenlander' onder de Engelsen. In dit geval Ierse komiek Dara O'Briain:
http://www.guardian.co.uk/global/2009/oct/02/dara-obriain-england-football-london

Geen opmerkingen:

Een reactie posten