zaterdag 24 oktober 2009

Ode aan Oost-Londen (deel 1)

De rust van 'mijn' Zuid-Londen heb ik al meerdere malen weten te waarderen. Veel van de statige en gepolijste buurten van West-Londen zijn al door mij bewandeld. Genoten heb ik al vaak, van de extremen van Noord-Londen (rijk/arm, altos/kakkers, smerig/sjiek). Er is echter één windrichting in het Londense die tot nu toe zwaar door mij verwaarloosd is: het niet zo verre Oosten.

Mijn enige bezoekje aan het oosten van de stad was tot nu toe een zondagmiddagse fietstocht naar de beroemde zondagmiddagse markt op Brick Lane in de zomer. Aangezien deze markt volgens velen de infameuze locatie zou zijn waar men het overgrote deel van Londen's gestolen tweewielers tracht te verkopen, durfde ik mijn fietsje destijds nergens in de buurt vast te ketenen. Met de fiets aan de hand genoot ik evenwel van het gedruis, de aroma's van de oosterse eetkraampjes, het palet aan mensen dat voorbij kwam zetten en de uitzonderlijke sfeer die ik op andere Londense markten nog niet was tegengekomen.

Een grondige ontdekkingstocht kan ik dit zondags bezoekje echter niet noemen. Aangezien ik toentertijd gedwongen was menig interessant uitziend boetiekje aan mijn neus voorbij te laten gaan, had ik het al een tijdje in mijn achterhoofd om Brick Lane opnieuw te bezoeken, ditmaal zonder fiets. Na vanmiddag koffie te hebben gedronken met een vriend in het centrum, besloot ik zomaar om een oostwaardse metro te nemen om de laatste middaguren te Brick Lane te besteden. Toen ik op Liverpool Station moest overstappen, en het me toch iets te lang duurde voordat er een Hammersmith & City Line richting Whitechapel zou komen, bedacht ik me dat ik dit deel van de stad nog helemaal nooit had mogen aanschouwen. Ik draaide me om, liep richting het station en werd meteen beloond voor mijn nieuwsgierigheid: het karaktervolle Liverpool Street station bleek een negentiende-eeuwse treat op zich.

Eenmaal buiten, zag ik bordjes richting Spitalfields Market. De wandeling die hierop volgde deed mijn anglofiele hart nogmaals sneller kloppen. De unieke kenmerken van Oost-Londen zijn moeilijk uit te leggen, maar het komt neer op een uitzonderlijke combinatie van rauwe geschiedenis en glimmende moderniteit. De kenmerkende gherkin (augurk) steekt, samen met een aantal andere hoge kantoorgebouwen, overal zichtbaar boven de huizen uit. Die huizen zijn echter kenmerkend antiek: smalle straatjes, lantaarntjes en karakterstieke pubs. Pakhuizen zijn omgebouwd tot hippe bars, oude Victorian shop fronts herbergen tweedehands kledingzaken, excentrieke restaurants en gallerieën.

Spitalfields Market bleek echter nog de grootste verrassing. Een enorme doch sfeervolle negentiende-eeuwse constructie, omringd door uiterst gezellige winkeltjes en cafeetjes. Het was niet eens een marktdag, en toch was de buurt bijzonder bruisend. Een paar straten verder stuitte ik al op Brick Lane Market: een route gemarkeerd door meer gezellige winkeltjes, marktjes en eetgelegenheden. Het was warempel te veel voor een namiddag winkelen. Niet gevreesd, I'll be back. En deze keer bereid ik me goed voor. Een boek over de geschiedenis van de meest beruchte straat van Londen (vlakbij Spitalfields, Jack the R. territory) uit de East London Book Shop rijker, zorg ik de volgende keer dat ik iets meer weet over wat er achter deze fascinerende Oost-Londense straten schuilt. Op een marktdag natuurlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten