woensdag 2 december 2009

Hollanders in het Underwoud

Er is niets zo grappig als beduusde Nederlanders in de Londense spits. Daar stonden ze, hard kakelend in het Rotterdams enigszins beteuterd naar de dagelijkse hectiek van de Victoria Line te Green Park te staren. De twee dames stonden duidelijk te wachten tot er een trein langskwam die niet propvol commuters zat. Na twee treinen besloten ze toch maar een kans te wagen, en wisten ze zich - volgens Oudhollandse traditie - al voordingend in een overvolle coupé te proppen. Naast mij.

Aangezien ik bang was dat ik al gauw in lachen uit zo barsten over het luide gesprek dat het duo onverstoorbaar door liet gaan, letterlijk over de hoofden van de Londenaars heen, liet ik gauw merken waar ik vandaan kwam. Ik stelde de twee gerust. Dit meest helse stukje van mijn dagelijkse reis naar Uxbridge is namelijk aanzienlijk kort: elke dag sta ik tussen Green Park en Victoria een aantal minuten te zweten, met minstens twee ellebogen in mijn zij en een oksel onder mijn neus. En warempel, het moment dat de deuren bij Victoria openfloepten, stroomde de trein leeg . De dames gingen zitten, en ik ook. Het gesprek ging verder, en alleen aan hun onzekere blikken op de enorme, gelamineerde versie van de tube map te zien wisten ze niet helemaal zeker of ze wel de juiste kant op waren getubed. 'Dit IS toch de blauwe lijn!' sprak de ene Rotterdammer wanhopig.

Ik besloot om maar in te grijpen: expat to the rescue. Er is lichtblauw en donkerblauw. Waar moet u heen? Russel Square zegt u? Ah, British Museum. Erm ja, u dendert nu richting Zuid-Londen en u moet toch echt in het noorden zijn. De dames zuchten, halen hun schouders op, bedanken mij vriendelijk en sjokken bij Vauxhall naar het perron aan de overkant. En morgen gaan we sjoppen tot we droppen, hoor!, hoor ik de ene dame nog zeggen. Ik wilde nog zeggen: alstublieft, dames, niet in de spits.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten