dinsdag 30 maart 2010
Klik
woensdag 17 maart 2010
Universitair elitair
Prachtig, de hoogst traditionele gang van zaken op Britse universiteiten. Als oer-Hollandse student Engels die via Utrecht en Liverpool afstudeerde aan de University of Manchester, kijk ik vaak met trots naar de foto van mij en breed lachende ouders, gekleed in cap and gown, een nepdiploma enigszins angstvallig in de handen geklemd. Maar hoe waardevol is dit moment van pure trots nou eigenlijk? Volgens Lord Patten, hoofd van de universiteit van Oxford, is dit aardig wat meer dan het kost. Vorige week riep deze beste man voor de zoveelste keer maar eens weer dat de collegegelden in Engeland preposterously low zijn. Om te kunnen concurreren met universiteiten op wereldklasse moet de regering eens stoppen om universiteiten te dwingen om studenten niet meer te vragen dan de schamele £3200 die de Britse voltijdstudent reeds wordt geacht om jaarlijks op te hoesten.
Na ruim twee jaar doorgebracht te hebben op Britse universiteiten, waarbij ook ik moest geloven aan het collegegeld dat drie keer hoger ligt dan dat in Nederland, heb ik wel een beetje door hoe waardevol goede universitaire instituten zijn in dit land. Ik wil nou niet zeggen dat de uitstekende faciliteiten, waaronder 24-uur computerclusters, geweldige bibliotheken en een zeer behulpzaam carrièrecentrum de hoogte van de gelden helemaal terecht maakte, maar ik had tenminste het idee dat ik enigszins waar voor mijn geld kreeg.
Toen ik, een jaar voor ik zelf ponden in plaats van euro's neer te hoefde te tellen voor mijn Master’s, voor het eerst introk bij betalende Britse studenten, begon ik echter wel te twijfelen aan hoe eerlijk dit systeem daadwerkelijk is. De helft van mijn huisgenoten had zich een jaar eerder aangemeld voor de universiteit, om er vervolgens een jaar tussenuit, op gap year, te gaan. De andere helft had zich pas datzelfde jaar aangemeld, kort nadat de collegegelden van duizend naar drie duizend harde ponden omhoog was geschoten. Zo genoot de ene helft van het overbevolkte Liverpoolse studentenhuis van hetzelfde onderwijs als de rest, voor een schamele 2000 pond minder. De toon was gezet.
Toen Labour in 1997 haar linkse landslide victory voor elkaar wist te boksen, beloofde Tony al flink te spenderen aan onderwijs, onderwijs, onderwijs. Mensen van alle klassen, gebieden en achtergronden moesten net zo gemakkelijk een universitaire opleiding kunnen volgen als de gemiddelde Tory toff. De zogenaamde Polytechnics, vergelijkbaar met onze HBO's en MBO's, kregen spontaan een zak geld toegestopt en werden aangemoedigd om niet alleen om het aantal studieplekken te verhogen, maar ook om alle College-gerelateerde namen over te zetten naar het in Nederland zo beschermde 'universiteit'. Warempel, het aantal mensen met een 'universitaire' opleiding in de UK is de afgelopen jaren enorm omhoog geschoten.
Als werkzoekende in Londen schrijf je met trots je voltooide opleidingen op je curriculum vitae. Natuurlijk ga je ervan uit dat de Universiteit Utrecht niet dezelfde snaar raakt als een Oxford of Cambridge, maar, zoals duidelijk is in het Nederlandse, het feit dat je over een academisch werk- en denkniveau beschikt zet over het algemeen zoden aan de dijk. Met het u-woord dat zo langzamerhand steeds minder significant lijkt te worden, ligt de nadruk steeds vaker op de reputatie van het onderwijsinstituut in kwestie, evenals je cijfers: of je behaald een (cum laude) first degree, of een tweedeklas ‘2:1’. Met enig ander resultaat kun je het wel vergeten: van met de hakken over de sloot is men hier niet gediend. Het is echter met name de geschatte kwaliteit van de academische scholen die het Britse systeem zo pijnlijk oneerlijk maakt. The Times publiceert jaarlijks een overzicht van de beste en slechte unis, op alle denkbare vlakken. Uiteindelijk komt het er echter altijd op neer dat enkel een eersteklas Oxbridge Graduate altijd zonder kloppen binnen lijkt te kunnen komen. De rest, indien afkomstig van een (tweedeklas) red brick university zoals ik, kan enkel en alleen slagen door van lage dieptes op te klimmen tot acceptabele hoogten. De mensen die met een papiertje van derderangs-universiteiten zwaaien komen helemaal niet aan de bak. De immer groeiende groep pas afgestudeerden wordt hier dan ook vaker dan niet uitgebuit, met name op financieel vlak.
En toch blijft de illusie van het universitair ideaal overeind. De idealen van Labour zijn ook prachtig in wat nog immer een onomwonden klassenmaatschappij genoemd mag worden. De concurrerende aard van het Britse schoolsysteem zorgt er echter voor dat, als je eenmaal als Oxbridgewaardig bent bestempeld, je je hele leven goed zit. Als studentje van Manchester Metropolitan University, Westminster University of Liverpool Hope University wordt je echter voor altijd op een bepaalde trede geplaatst. Social climbing wordt je met een kwalitatief slecht diploma dan ook vrijwel onmogelijk gemaakt. Om maar te zwijgen over de mensen die in Nederland een waardevolle MBO-opleiding hadden gedaan, en hier op hun zestiende geluk hebben als ze ergens als laagbetaalde apprentice aan te slag kunnen om een vak te leren.
Nee. Soms weet je dat het gewoon niet werkt. De conservatieven zullen, als ze in mei eenmaal daadwerkelijk de macht hebben gegrepen, best serieus nadenken over het voorstel van Lord Patten. Als het aan Labour ligt, wordt 90% van de universitaire diploma's waardeloos, maar als het aan de Tories ligt, wordt het nog een stukje erger. De 10% aan hele nuttige diploma's wordt dan namelijk ook nog eens gereserveerd voor mensen die best een berg met geld uit de familiekluis kunnen missen. Het doet me pijn dat Engeland na al die jaren nog steeds zoveel moeite heeft een moderne samenleving op te leiden, talent te stimuleren en iedereen een plek te geven waarvan hij of zij alle ruimte heeft te manoeuvreren en keuzes te maken om uiteindelijk het door de persoon zelf meest gewenste pad te volgen. Huiskamer na huiskamer met foto's van gewaden en hoedjes, en ouders die glimmen van trots. Ik vraag me af hoeveel van de dochters en zonen zouden er vannacht van wakker liggen dat hun dromen wellicht nooit vervuld zullen kunnen worden.
zondag 14 maart 2010
Verkeerde vrienden in Londen
Vorig jaar werd het duidelijk dat Wilders een Britse blunder uit wist te buiten door terecht vrijheid van meningsuiting op te eisen, nadat hem de toegang tot het Verenigd Koninkrijk geweigerd was. Nu hij ook daadwerkelijk voet op Britse bodem heeft mogen zetten, is het in ieder geval in Groot-Brittannië duidelijk geworden uit welk hout hij is gesneden. Beduusd en al wensen de Britten ons succes, en pakken zij de draad weer op wat betreft hun eigen verkiezingsstrijd. Eén dagje Geert blijkt voldoende om Engeland de ware aard van de blonde bombshelll te doen inzien. Wanneer ziet Nederland nou eens het licht?
Aangezien Wilders in het Engels de welbespraaktheid mist, die hem anders zo goed van pas komt om het gebrek aan nuance in zijn ideeën te onthullen, is het misschien geen grote verrassing dat de steun die hij in het Britse aantrekt uit de hoek komt van de meest onbeschaamde neofascisten te Engeland, onder de vlag van de English Defence League. Wilders mocht dan wel uitgenodigd zijn door de veel mildere, eurosceptische UK Independence Party, zijn Londense optreden legt zijn gevaarlijke extremisme onbarmhartig bloot, wellicht meer dan zijn bedoeling was. Zo waren er voor de Britten uiterst ongepaste verwijzingen (pedofilie is hier enkel en alleen gereserveerd voor maatschappelijke hysterie over kindermisbruik), slordigheden (hoe kan een politicus zijn opvattingen theologisch onderbouwen wanneer hij een heilig boek vergelijkt met een Disney-eend, in Engeland overigens geen weekblad voor kinderen) en botte beledigingen op een persoon (‘Erdogan is een engerd, joh’).
De hoogst ondoordachte beslissing van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jacqui Smith om Wilders de toegang tot het land te ontzeggen was overigens niet alleen te wijten aan het gebrek aan kennis van de slachtoffertactieken van Wilders, maar ook aan het feit dat dergelijke politieke fenomenen zo ver afstaan van de Britse werkelijkheid. Wat dat betreft zit men in Groot-Brittannië met oogkleppen en al nog middenin de fase Janmaat: de golf van publieke verontwaardig en demonstraties naar aanleiding van de uitnodiging van de leider van de British National Party Nick Griffin in een politiek BBC-programma was zo enorm, dat het al gauw duidelijk werd dat het hier nog heel normaal wordt geacht dat dergelijke extreme meningen geen openbaar podium verdienen. Daarmee wordt verhuld dat er een gestaag groeiende groep Britten bestaat, die extreemrechtse sympathieën lijken te hebben – gevoed door tabloids als de Daily Mail, waar xenofobie tussen de regels door niet gemakkelijk te missen is. Het verschil is echter dat dit land geen verkiezingsstelsel kent dat ruimte biedt voor Wilders-achtige bangmakerij of doodsimpele oplossingen voor complexe maatschappelijke problemen.
Toch waren het geen horden bezorgde burgers die deze Nederlandse verlosser vrijdag hier in Londen stonden te onthalen. Natuurlijk heerst er op weg naar de verkiezingen, net zoals in Nederland, veel onvrede. De geschiedenis leert ons dat de Britten en hun tweepartijensysteem het echter niet zo hebben op revoluties in het algemeen, en oproerkraaiers in het bijzonder. De taal die Wilders uitslaat choqueert niet alleen de Britse pers, zoals de Volkskrant vrijdag al berichtte, maar vervreemdt ook alle Britten die eventueel sympathiek tegenover zijn ideeën zouden staan. Alleen de rellende skinheads die Wilders vrijdag onthaalden lijken zich echt prettig te voelen bij zijn gedachtegoed. In plaats van Wilders te laten genieten van speculaties over internationale roem, mag de Nederlandse pers dan ook best wat duidelijker zijn over de vraagtekens die internationaal bij hem gezet worden, en, in het verlengde daarvan, bij het land waarin hij groot is geworden.
En voor alle Nederlanders die toch stiekem een heel klein beetje trots zijn op Wilders’ debuut in de Londense schijnwerpers, noem ik graag de komische noot die the Guardian in haar artikel over het hoge bezoek toevoegde: zegt die ene Engelse rechts-extremist tegen de andere Engelse rechts-extremist: ‘Waarom sta je in hemelsnaam met een Franse vlag te zwaaien?’