zondag 21 februari 2010

Spoken in het chique

Ik weet me nooit zo'n goede houding te geven bij de bizar rijke kant van Londen. Maar al te graag draal ik door de poepsjieke buurten die Londen rijk is, om met verbazing door ramen te turen naar schaamteloos dure meubels en sprankelende, ongebruikte kookeilanden. Wat me steekt is niet alleen het onbereikbare van deze pracht en praal, maar vooral dat men er zo vol wantrouwen aan vast lijkt te klampen: veiligheidscamera's en mannen met zwarte pakken wat de klok slaat. Dergelijke maatregelen maken de mooiste buurten vaak onprettig en verkrampt, alsof de armoedige voorbijganger geen enkel recht heeft om van de architecturale schoonheid te genieten.

Deze veiligheidsvervreemding is echter nog daaraantoe. Nog een graadje erger is de verbazende hoeveelheid prachtige oude panden in west-Londen die leeg staat. Russische miljonairs en speculerende nieuwe rijken schijnen hele straten te bezitten, om hun veilige investering vervolgens links te laten liggen. Dergelijke huizen zijn nog steeds voorzien van de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen, maar zijn zonder enige illusie demonstratief dichtgespijkerd. Een groep geïnspireerde krakers bedacht vorige week dat een dergelijk pand in Mayfair beter verdiende en gebruikte netwerksite facebook om een groots feest te organiseren, wat zo uit te hand liep dat de gasten zich op een bepaald moment massaal op het dak verzamelden en al gauw bleek dat politie-ingrijpen onoverkoombaar was. Het incident had wat mij betreft wel voor wat meer discussie over leegstaand Londen der miljonairs mogen zorgen.

Maar goed, daar wandel je dan, door Kensington en Notting Hill, de eerste Londense buitenwijken, gebouwd begin negentiende eeuw, toen nog groene oorden waar de rijken zich aan de smog van de City konden onttrekken. Bovendien was het een plek waar kunst en cultuur bloeide, waar J.M. Barrie zijn geliefde Llewellyn-familie huisde en Agatha Christie tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog haar boeken schreef. Nu vlucht dit west-Londen enkel nog voor de nieuwsgierigheid van buitenstaanders, en steken de blauwe plakkaten met de namen van dode beroemde bewoners sterk af bij de neiging van de huurders en eigenaars van nu, die op allerlei manieren krampachtig anoniem blijven. De spoken van weleer zwerven zeker nog altijd door deze straten en pleinen, nog altijd de meest prestigieuze adressen in Londen. Langzaam maar zeker wordt echter duidelijk dat de echte geest van een stad niet achter gesloten deuren waart. Ik stap even later mijn zuid-Londense straat in, met onherkenbaar verbouwde eind-negentiendeeeuwse rijtjeshuizen en een drukte van jewelste voor mijn deur. Heel even haal ik mijn neus op naar het chique westen en houd ik mezelf voor dat ik toch wel in het échte Londen woon.

1 opmerking:

  1. leonie, wist je dat je ontzettend leuk kunt schrijven? bijna waande ik me in londen, al turend door de ramen van veels te rijke oostblokkers.

    BeantwoordenVerwijderen